Even een aankondiging, donderdag 4 oktober heeft het Groningse KennisCafé een leuk onderwerp: leven maken in het lab. Astronoom Marco Spaans belicht de astrobiologie, chemicus Sijbren Otto is zelf bezig om leven te maken in zijn lab en microbioloog Marnix Medema, die ook een jaar theologie heeft gestudeerd en betrokken is bij het ‘geloof en wetenschap’ debat zal de theologische kant belichten.
Kijk op de site van Studium Generale Groningen voor meer informatie. In dit filmpje legt Otto uit waar hij mee bezig is.
Beleefd aanbevelend!
(conflict of interest: ik zit in de redactie van het KennisCafé namens Science LinX)
Please follow and like:
Ah ! Marco Spaans is een oude bekende van me … dat wordt zeker interessant.
@ René
Jammer dat Otto in zijn verhaal niet (chemisch) concreter is. Welke moleculen maken kopieën van zichzelf? Welke bouwstenen worden aan elkaar geknoopt? Welke stoffen worden toegevoegd om de druk om te repliceren op te voeren? Krijgen we dat nog te horen? Groningen is te ver weg voor me om zelf Otto te bevragen op 4 oktober.
Nand, op de site van Studium Generale staat een link naar een Volkskrant artikel met iets meer detail. Het gaat om peptiden die zich verbinden in ‘sliertjes’ van 6 of 7 stuks, en zo’n sliertje katalyseert weer de aanmaak van nieuwe sliertjes uit losse peptiden. Daar voegt hij stoffen aan toe die de ‘sliertjes’ opknippen.
René,
Naar aanleiding van dit artikel heb ik een vraag. Wat moet ik verstaan onder een synthetisch gen of genoom. Is het een assemblage van reeds bestaande stukken dna uit organismen tot een niet in de natuur voorkomend gen of genoom of is men al zo ver dat men dna kan maken vanuit de kleinste onderdelen, die men ook weer kan maken? Ik bedoel: kan men adenine maken uit de betreffende chemische bestanddelen, guanine, cytosine, thymine, deze via waterstofbruggen met elkaar verbinden en verbinden aan de – ook zelf gebouwde strengen van fosfaatgroepen en suikermoleculen; kortom is het geassembleerd of echt vanuit de kleinste chemische bestanddelen gefabriceerd?
Hallo Jaap,
wat men nu onder een synthetisch genoom verstaat is een genoom dat uit de vier basen is opgebouwd in een DNA-synthese machine. Zo’n machine spuugt relatief korte stukjes DNA uit. Bij het roemruchte synthetische genoom van Craig Venter zijn die stukjes deels met behulp van bacteriën en gisten in elkaar gezet.
Alles vanuit de kleinste onderdelen opbouwen voegt weinig toe. Adenine is adenine, hoe je het ook maakt (langs biologische of chemische weg).
NOS Headlines – Leven in een glazen bol In het science center Nemo in Amsterdam maken ze leven in een glazen bol! Door verschillende stoffen te mengen ontstaan aminozuren waar wij uit bestaan. Het is niet de eerste keer dat dit experiment wordt uitgevoerd. Experiment In 1953 wisten Stanley Miller en Harold Urey al dat hoe leven op aarde kan ontstaan. De proef wordt nu nog een keer uitgevoerd om het rustig te onderzoeken. Het experiment is vanaf morgen te zien in de speciale tentoonstelling zoeken naar leven.
@ gold account (drie maal raden waarom dit in mijn spamfilter zat): Het Nemo experiment is een leuke gimmick, het werk van Otto serieuze wetenschap.
Er valt niet zo heel veel te zeggen over het KennisCafé. Marco Spaans legde uit dat er onnoemelijk veel planeten bestaan (de teller stond vorige week op 838 bevestigde exoplaneten) dus dat leven elders zeer aannemelijk is.
Sijbren Otto legde e.e.a. uit over zijn experiment. Peptiden vormen ringvormige moleculen, die ringen stapelen zich op en katalyseren de vorming van nieuwe ringen. Door een stof toe te voegen die de stapels uit elkaar doet vallen (de ringen zitten met covalente sulfide-bindingen aan elkaar) introduceert hij ‘de dood’ in het systeem. Voeg er dan een bron van variate bij en je kunt een soort darwinistische evolutie krijgen.
Marnix Medema vertelde over het zoeken naar clusters van antibiotica-genen, maar kwam niet zo heel lang aan het woord. Hij werkt ’top-down’, door genetische aanpassing van bestaande organismen (kan eventueel met sytnetisch DNA, al is Marnix gespecialiseerd in het vinden van al bestaande bouwstenen), Otto werkt bottom-up.
Toen na een vraag uit het publiek die richting transhumanisme ging de ethiek genoemd werd, bleek de tijd er op te zitten. En Marnix had ook nauwelijks tijd om te vertellen hoe hij christen en synthetisch bioloog kon zijn. Wel ging hij in op de roemruchte kreeg ‘gaan we niet voor god spelen?’. Zijn reactie: als christen speel ik samen mét God, met wat Hij in de schepping heeft gelegd. Die wil ik aanwenden ten goede.
En toen klonk de eindtune…