Peter Enns over evangelische denkers

pete ennsEven een verwijzing naar een interessante post van Peter Enns – een van de meer verfrissende evangelische theologen van dit moment. Enns schrijft zijn blog naar aanleiding van de klassieker ‘The Scandal of the Evangelical Mind’ van Marc Noll. Dat schandaal is dat er geen ‘Evangelical Mind’ is – evangelischen zijn niet echt sterk in het doordenken van complexe vragen. In tegenstelling tot Roomskatholieken of gereformeerden, voeg ik daar dan aan toe.

De observatie die Enns er aan toevoegt is dat kritisch denken binnen evangelische kringen niet wordt getolereerd. Nadenken is ok, zolang je maar op de van tevoren vastgestelde conclusies uitkomt.

Nu denk ik dat de situatie in de VS wat ernstiger is dan hier in Nederland, maar Enns heeft een punt. Zolang binnen de evangelische beweging de antwoorden al vast staan heeft denken geen zin. En heeft niemand zin om te gaan denken.

Als gezegd, ik denk dat de situatie in Nederalnd (Europa) wellicht iets beter is dan in de VS. Maar een grotere waardering voor mensen die complexe onderwerpen doordenken zou goed zijn voor de evangelische kerken – waar ik mijzelf overigens toe reken.

Met name voor evangelische bezoekers van deze blog: wat zijn jullie gedachten hierover?

Please follow and like:

9 gedachten over “Peter Enns over evangelische denkers”

  1. René,

    Ik ga hier, in Frankrijk, nu 10 jaar naar een evangelische kerk, en al die onderwerpen die Peter Enns noemt zijn hier, voor zover ik kan overzien, géén onderwerp van gesprek.

    Er loopt hier een zekere Lydia Jager rond, een wetenschapster in wis- en natuurkunde met vele publicaties op haar naam, ze zit in allerlei belangrijke evangelische commissies en ze onderwijst ook aan een belangrijk Bijbel instituut, misschien dat het daar aan ligt: http://ljaeger.ibnogent.org/index.php?page=articles-en-anglais.

    Maar dat neemt weg dat er hier geen problemen zijn in de evangelische kerken en dat er, mijn inziens, weinig echt wordt doorgedacht, en dan denk ik vooral aan de (afwezigheid van )organisatie vorm met daar uit volgende problemen: kerk-splitsingen, ad-hoc besluitvorming, kerkleed, ondoordachte doctrines, sektes.

  2. Rene,
    Noem voor waar je op doelt met “complexe onderwerpen” eens een uit het leven gegrepen voorbeeld, een zg “critical example”.

  3. René,
    Als je zeker bent van een zaak, hoef je die niet steeds opnieuw te onderzoeken.
    Ik hoef niet zo nodig op een kerktoren te gaan staan, om een knikker en een loden kogel te laten vallen en om te constateren dat ze bij gelijktijdig vertrek gelijktijdig op de grond belanden, en dat dus de valsnelheid niet beïnvloed wordt door de massa. Maar natuurlijk zal een jonge natuurkundige-in-de-dop best eens zo’n experiment herhalen en vaststellen dat het echt waar is, wat de leerboeken zeggen. Maar het heeft geen zin om het steeds opnieuw te betwijfelen en dus weer opnieuw te moeten bewijzen.

    Ik zie deze zekerheid als een analogie van de zekerheid die vele evangelischen hebben t.o.v. de meeste bijbelgedeelten die als historie worden gepresenteerd. Ik laat genesis 1 hier even buiten beschouwing, omdat dat toch anders van karakter is als de rest van de geschiedenissen van het OT.
    Maar de aartsvaders, de tocht van Jacob naar Egypte, de uittocht uit Egypte, de bouw van de tabernakel, de ontmoeting met God op de Sinaï,de verovering van Kanäan, de richters enz. worden in de bijbel gewoon als behoorlijk gedetailleerde historische en reële gebeurtenissen omschreven. Ze zijn zinnig, ze snijden hout en veklaren onomwonden en rechtuit welke grote daden God heeft gedaan met zijn volk Israël en ze zitten geestelijk logisch in elkaar. Ze zijn door de evangelischen wáár bevonden, ze hebben in hun ogen een waarheidsmerk gekregen dat niet teniet gedaan kan worden. Een aspect ervan verwijderen of relativeren heeft grote consequenties voor de betrouwbaarheid van het geheel en maakt evangelischen (in het algemeen) achterdochtig. En de vraag is of die achterdocht niet terecht is.
    Het is ook iets wat mij erg verbaasd: dat wetenschappers, waarvan je toch mag verwachten, dat logica een belangrijk onderdeel van hun denken is, niet inzien hoe onlogisch en onsamenhangend het geheel van het OT gaat worden als je delen van de historie gaat relativeren, en dat de ondermijning daarvan doorwerkt tot in het NT. En juist een man als Pete Enns, die daarin ook een behoorlijke rol speelt, vraagt zich af, waarom de evangelischen zich zo defensief opstellen:

    Can a movement defined by theological defense transform to a movement that willingly accommodates theological change?

    Ik zou zeggen: Can the bird stop defending it’s nest as long as the cat is lurking around in the tree? Remove the cat and give the bird the opportunity to enlarge it’s nest.

    Enns antwoord is:

    If not, the deeper scandal of the Evangelical mind will continue.

    De vraag is: aan welke kant ligt het schandaal in werkelijkheid?

     

  4. @ Roeland: tekstkritiek, schepping/evolutie en andere geloof/wetenschap issues, maar ook culturele waarden van de Bijbel (rol van de vrouw) en nog zo wat

    @ Jaap: Het is prima als je zo denkt, maar dan moet je zo’n beetje iedere vorm van apologetiek laten vallen. Maar het probleem met je stellingname is ook, dat je een bepaalde lezing van het OT als de enig mogelijke neemt. In de hele geschiedenis van het christendom (en jodendom) zie je dat mensen voortdurend de behoefte voelden zich opnieuw te bezinnen op hun geloof, en daar diep over nadachten.

    Wat de zwaartekracht analogie betreft, we weten tegenwoordig ontzettend veel meer over de geschiedenis van OT en NT dan honderd of duizend jaar geleden. Wil jij die nieuwe kennis dan niet verwerken? Een betere analogie zou zijn, dat je de zwaartekracht van Newton negeert omdat de oude Grieken al lang geleden hebben opgeschreven dat dingen vallen omdat ze een aarde-component in zich meedragen.

  5. “Het is prima als je zo denkt, maar dan moet je zo’n beetje iedere vorm van apologetiek laten vallen.”
    Dat zie ik helemaal niet in; kun je dat verklaren? Waarom zou er geen apologetiek bedreven kunnen worden, gelovend in de historische betrouwbaarheid van de Exodus, de verovering van Kanaän en de Richters? Volgens mij bestaat die apologetiek wel degelijk. Volgens mij zou het verdedigen van de waarheid ervan zelfs een onderdeel van die apologetiek moeten zijn!

    “Maar het probleem met je stellingname is ook, dat je een bepaalde lezing van het OT als de enig mogelijke neemt. In de hele geschiedenis van het christendom (en jodendom) zie je dat mensen voortdurend de behoefte voelden zich opnieuw te bezinnen op hun geloof, en daar diep over nadachten.”
    Ik wil hier toch iets onderscheidender op ingaan. Als ik met mijn bootje vanuit Dordrecht over de Maas naar zee vaar en verder langs de kust en ik beschrijf mijn reis: de havens van Rotterdam, de hijskranen, de Nieuwe Waterweg, de pieren van Hoek van Holland, de kust van het Westland, het gekrioel op het strand van Scheveningen, Noord-Holland, IJmuiden, Den Helder,de Waddeneilanden en tenslotte Delfzijl, waar ik aan land ga. Ook gebeurtenissen onderweg beschrijf ik: het flitsen van de vuurtorens, passerende bootjes en boten, robben op de waddeneilanden, de temperatuur, de zon, de ontvangst in Delfzijl. Van dit verhaal bestaat slechts één lezing: de mijne. Heb ik een medepassagier, dan kunnen er twee lezingen zijn, die, als we allebei de waarheid hebben vermeld, elkaar niet tegen zullen spreken, hooguit elkaar hier en daar aanvullen.

    Van het OT bestaat, voorzover ik weet, op een paar details na, slechts één lezing, degene die voorhanden is. En ja, dat is dus de enige mogelijke, als je niet wil speculeren. Maar dat je je voortduren bezint op je geloof en er diep over nadenkt, wordt daardoor helemaal niet uitgesloten; is zelfs zeer nodig. Er bestaat maar één lezing van de tocht van Dordrecht naar Delfzijl, maar het kan een zakenreis, een plezierreis, een wetenschappelijke reis zijn geweest. Daarover kunnen de meningen verdeeld zijn, maar de gegevens liggen vast, en hoe die te interpreteren is een zaak van de lezer. Als je dat bedoelt met “lezing” ben ik het met je eens. Maar volgens mij bedoel je met “dat je een bepaalde lezing van het OT als de enig mogelijke neemt” dat ik het FEITENRELAAS als het enige mogelijke lees. Inderdaad doe ik dat. Maar dat neemt absoluut niet de mogelijkheid weg om steeds weer opnieuw je op de betekenis te bezinnen en open te staan voor nieuwe geloofsgedachten VANUIT dat feitenrelaas, waarvan er maar één is.

    “Wat de zwaartekracht analogie betreft, we weten tegenwoordig ontzettend veel meer over de geschiedenis van OT en NT dan honderd of duizend jaar geleden”.
    Als je bedoelt de ontstaansgeschiedenis van het OT en NT, oké. En van de wereld uit die tijd. Maar niet van de geschiedenis zelf, die IN het OT en NT beschreven is. Daar kunnen we nooit veel meer van te weten komen dan door ooggetuigen is opgeschreven. Wie zou meer en beter over de reis van Do. naar De. kunnen schrijven dan ikzelf?
    “Wil jij die nieuwe kennis dan niet verwerken?” Ja, als dat bijdraagt tot meer geestelijke rijkdom, doordat het bepaalde dingen in het OT nader preciseert, of de entourage blootlegt of een toelichting op de feiten is, jazeker! Als het leidt tot gedeeltelijke of gehele ontkenning van dingen, beschreven door mensen, die er veel dichter bij waren, dan wij ooit waren, nee, dan vertrouw ik die nieuwe kennis niet; netzomin als ik iemand zou vertrouwen die mijn reisverslag gelezen heeft en zonder dat hij weet dat ik de auteur ben, beweert dat “die schrijver” die reis nooit zó gemaakt kan hebben, want… en dan komt er een verklaring, b.v. op de waddeneilanden zie je op dat uur van de dag nooit een rob….weet hij als wetenschapper. Het zal wel…maar ik heb hem gezien, veel duidelijker dan thuis op de televisie.
    “Een betere analogie zou zijn, dat je de zwaartekracht van Newton negeert omdat de oude Grieken al lang geleden hebben opgeschreven dat dingen vallen omdat ze een aarde-component in zich meedragen.”
    Voorzover je de kracht die een loden kogel naar beneden trekt, een aarde-component zou kunnen noemen – niet onaardig gevonden, twee magneten hebben ook in zekere zin een component van elkaar in zich – heeft Newton die “aarde-component” alleen maar wetenschappelijk uitgewerkt en berekend 😉 . Dus waarom Newton negeren, als hij die aarde-component nader heeft gedefinieerd? Waarom een archeologische ontdekking negeren, die een gebeurtenis in het OT nader toelicht? En niet ontkent of relativeert?

  6. @ Jaap, als ik een verslag lees over een tocht van Dordrecht naar Delfzijl en vlak bij IJmuiden beschrijft dit de waarneming van een zeemeermin op het strand, dan ga ik twijfelen aan de aard van het verslag – wellicht was het meer een literair verslag dan een feitenverslag.
    Of: wanneer dit verslag melding maakt van het uitvaren van een specifiek marineschip bij Den Helder op een specifieke dag, en later hoor ik van de Marine dat het betreffende schip pas twee dagen later is uitgevaren, zal ik mij afvragen waarom de auteur dit schip noemt.

    In beide gevallen kan de auteur van het verslag een heel goede reden hebben om een paar feiten anders weer te geven. Daarmee liggen Dordrecht, Delfzijl en al die andere plaatsen nog steeds op dezelfde lokatie. De aard van het verslag blijkt soms uit wat er wel en niet in staat.

  7. Rene,
    Je noemt een paar punten, maar wat is daar complex aan???
    Dat is me nu nóg niet duidelijk.

  8. René,
    “….en vlak bij IJmuiden beschrijft dit de waarneming van een zeemeermin op het strand, dan ga ik twijfelen aan de aard van het verslag ….”

    Ik ben het helemaal met je eens. Maar in de genoemde historische beschrijvingen van gebeurtenissen komen naar mijn mening geen zeemeerminnen voor. Zeemeermin staat dan voor: een onbestaanbaar iets of gebeurtenis.

    Wonderen zoals manna, stilstand van de zon, brandend braambos, rode zee voetpad, water uit de rots, zijn geen zeemeerminnen, anders krioelt het van de zeemeerminnen in het NT.

    Veel onwaarschijnlijker zijn relativeringen of ontkenningen van gebeurtenissen waardoor God in een bizar daglicht komt te staan; dat zijn m.i. de echte zeemeerminnen. Daarvan wemelt het in de geschriften van de schriftcritische theologen en andere wetenschappers.

    Voorbeelden van dat soort zmm:

    1) De Exodus was een veel kleinere groep dan de genoemde 600.000 mannen met vrouwen en kinderen.

    God inspireert tot ontzaglijke overdrijving.

    2) Er zijn geen plagen geweest. En dus ook geen Pascha in de woestijn.

    De Joden vieren dus hun Pesach, gebaseerd op een fictieve gebeurtenis, op last van een fictief bevel van God, maar wel door Hem geïnspireerd.

    3) Israël is geen 40 jaar in de woestijn geweest. God heeft het volk dus ook niet zo lang van alles voorzien, zodat het aan niets gebrek had midden in de wildernis. God inspireert wel erg tot opschepperij over zichzelf. Wat waren nu ECHT zijn grote daden in de woestijn?

    4) Er is geen onderkoning Jozef in Egypte geweest, enz.

    Of zelfs: er is helemaal geen Exodus geweest. Israël is nooit een slavenvolk geweest.

    Er bestaan veel nuanceringen hierin.

    Als je aan dit soort dingen gaat morrelen, kom je tot grote ongerijmdheden.

    Dit soort dingen zijn het volgens mij, die veel evangelischen wantrouwig maken: wetenschappelijke of theologische bevindingen, die haaks staan op wat de bijbel zegt in duidelijke bewoordingen, en die – onbedoeld – oneer brengen over God’s woord en Hem in een eigenaardig daglicht stellen. Dan denken velen zoiets van: dit klopt niet; zo doet God niet, dit is zó niet Hem!

    Juist het nadenken over deze dingen weerhoudt velen ervan om geloof of waarde te hechten aan dit soort theologie, en in het kielzog daarvan, vaak ook aan de evolutie-theorie. Of dat laatste terecht is, is een tweede, maar het is er wel een gevolg van: ben je in mijn achtertuin niet te vertrouwen, waarom dan wel in mijn voortuin?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.