Het schiet niet op met de blogjes die ik overweeg. Leven als ZZP’er (al is het maar voor vijftig procent) betekent toch dat betalende opdrachten meer prioriteit krijgen.
Daarom nog maar een recensie, enkele weken geleden verschenen in het ND, van een biografie over Asa Gray. Die is om verschillende redenen interessant. Gray was de man die Darwin’s evolutietheorie introduceerde in de VS en was bovendien uitgesproken gelovig. Boeiend is dat veel van de vragen die Gray aanpakt over geloof en wetenschap nog steeds spelen.
Daarnaast geeft de biografie een interessant beeld van een tijd waarin de wetenschap professionaliseerde. In de VS verliep dat proces extra moeizaam.
De biografie is al oud (1959) en is bewerkt voor de Nederlandse markt.
Asa Gray: de gelovige promotor van Darwin
Botanicus Asa Gray leefde in roerige tijden. In de jonge en nog instabiele Verenigde Staten probeerde hij als professioneel wetenschapper te werken. En als christen verdedigde hij de evolutietheorie van Darwin.
Universitaire wetenschap is tegenwoordig zo vanzelfsprekend dat je er nauwelijks bij stil staat dat het er ooit niet was. Toch is pas in de loop van de negentiende eeuw wetenschap een echt beroep geworden. Daarvoor was natuurwetenschap het terrein van liefhebbers, amateurs, die het naast hun baan deden. De universiteiten leidden vooral dominees en dokters op.
In de jonge Verenigde Staten was de situatie nog ingewikkelder. De staat moest zichzelf nog uitvinden, het westen was nog echt wild en de pioniersgeest liet weinig ruimte voor vergaande reflectie. In die omstandigheden had Asa Gray (1810-1880) de ambitie om plantkundige te worden. Een biografie van Gray die al in 1959 verscheen is nu vertaald, bewerkt en uitgegeven door de Nederlandse plantkundige Guust de Vries.
De uitgave in eigen beheer ziet er goed uit en leest redelijk prettig. Alleen had er wat meer gesneden kunnen worden in de eindeloze stroom van medewerkers die Gray bijstaan en dan steevast geïntroduceerd worden met geboorte- en sterfjaar. De biografie behandelt feitelijk drie thema’s: de ontwikkeling van de natuurwetenschap in de negentiende eeuw, de carrière van Gray en zijn omgang met de evolutietheorie. Met name het tweede thema zal voor veel lezers zware kost zijn.
Gray werd uiteindelijk een invloedrijk wetenschapper, verbonden aan de Harvard Universiteit. Zijn specialiteit was het identificeren van planten, de taxonomie. Hij bestudeerde planten uit zijn directe omgeving, het noordoosten van de VS, maar ook uit nog nauwelijks bekende gebieden in het westen. Gray stuurde verzamelaars aan maar bleef zelf in Cambridge, nabij Boston. Ook onderhield hij intensief contact met Europese botanici, die hij veelal kende van een studiereis door de oude wereld. Gray was een echte ‘spin in het web’, met connecties over de hele wereld.
Eén zo’n connectie was Charles Darwin, iemand die grote indruk maakte op Gray. Zij correspondeerden uitgebreid over de verspreiding van plantensoorten en op verzoek van Darwin deed Gray aanvullende onderzoeken. Darwin gebruikte informatie van Gray als onderbouwing van zijn evolutietheorie. En Asa Gray was een van de weinigen waarmee hij zijn ideeën over evolutie ook besprak.
Het idee van onderlinge verwantschap van soorten kwam voor Gray niet als een schok, maar als overtuigd christen realiseerde hij zich ook dat de evolutietheorie theologische vragen opriep. Maar voor Gray waren de feiten leidend, en de bewijzen voor evolutie vond hij overtuigend. Toen Darwin zijn theorie in 1859 publiceerde, was Gray dan ook zijn grote promotor in de VS. Hij voerde debatten met collega’s die nog niet overtuigd waren. Wel hield hij altijd een voorbehoud: de strikt naturalistische interpretatie van Darwins ideeën, die al snel na de lancering van de evolutietheorie terrein won, was niet de zijne. Gray zag een rol voor God weggelegd, evolutie kon niet zonder Ontwerper, vond hij. Darwin volgde hem daarin overigens niet.
In een later stadium zette Gray zich, samen met een bevriend predikant, in om de evolutietheorie uit te leggen aan gelovigen. Hij wilde de angst voor evolutie wegnemen, maar kreeg daarbij kritiek van zowel geloofsgenoten als atheïstische collega’s in de wetenschap.
In veel opzichten lijkt het debat over geloof en wetenschap zoals Gray dit voerde op het debat dat ook nu nog gaande is. De thema’s zijn vergelijkbaar: wat betekent evolutie voor kernpunten van het geloof, zoals de zondeval. En biedt evolutie wel ruimte aan God? Het is fascinerend te zien hoe bepaalde vragen al anderhalve eeuw blijven rondzingen. Rond het Darwinjaar in 2009 ging het ook over de rol van God in de evolutie, over de zondeval en de mens als beelddrager van God. Is de discussie dan niet verder gekomen? Ja en nee.
Naar mate er meer bekend is over evolutie worden de argumenten verfijnder. Maar sommige vragen zijn nooit definitief te beantwoorden en toch belangrijk genoeg om telkens weer te doordenken. Deze biografie plaatst de discussie in historisch perspectief.
Asa Gray A. Hunter Dupree (Nederlandse bewerking door Guust de Vries). Uitgave in eigen beheer A. Ph. de Vries, Burgh-Haamstede, 2013. 208 blz. €31,95 excl. €3,50 verzendkosten. Informatie over bestellen via de website vna de uitgever.
Rene, bedankt voor deze blog over Asa Gray. Inderdaad bijzonder voor die tijd en dat hij ‘als Christen’ Darwin verdedigde. Maar het lijkt dat hij van twee walletjes wilde eten: hij meende oa dat Darwin’s theorie het argument from Design niet vernietigde. Later echter moest hij toegeven dat een wijze en barmhartige Designer niet echt compatible was met de wastefulness en cruelty van natuurlijke selectie proces. Darwin was tegen de intelligent Design interpretatie van Asa Gray, die in feite een theistisch evolutionist was.
Gert, je moet de stellingname van Gray wel zien in zijn tijd en niet beoordelen volgns huidige maatstaven. Gray gaf een eerst reactie, en sloot daarbij aan bij het toen nog zeer actuele ‘Argument from Design’. Maar de houding van Gray was dat de argumenten van de wetenschap zwaar telden. Gray lijkt daarmee eerder een theïstisch evolutionist dan een ID’er.
Je lijkt die twee dingen in je laatste zin gelijk te stellen, maar dat klopt niet. Het cruciale verschil tussen beide benaderingen zie ik in dit citaat van de negentiende eeuwse theoloog John Newman: ‘Ik geloof niet in God omdat ik ontwerp zie, ik zie ontwerp omdat ik in God geloof.’
Ik bedoel Paley’s argument from Design.
Ik beoordeel Gray niet volgens huidige normen, maar volgens Darwin’s normen, dus volgens normen van die tijd. Darwin was immers tegen theistische evolutie.
Ik baseer mij op Michael Ruse ‘Evolution. The First Four Billion Years‘, lemma Asa Gray: “As a staunch Presbyterian, Gray was anxious to show that Darwin’s theory did not destroy the Argument from Design. … Darwin objected to this view because it left Gray supporting the position of theistic evolutionism, in which the direction of development is determined by supernatural rather than natural means”. (p.618).
Enigszins verwarrende formulering van Ruse, lijkt me. Gray accepteerde verandering van soorten, maar meende dat God een hand heeft gehad in de verandering, zonder te omschrijven hoe dat gebeurde. Dat is niet echt ID (wat iets anders is dan het Argument from Design) maar ook niet echt AfD, zou ik zeggen…
Darwin zag uiteindelijk niets in de theïstische visie op evolutie die Gray had, dat klopt.
http://www.sciencemag.org/content/340/6128/91.abstract
heterogeneity = variatie
VIGEs, dus.
Mijn hypothese wordt elke dag bevestigd. Time for apology, Fransen?
PB
Peter, de sectie ‘reacties’ is er om over de gepubliceerde blogs te discussiëren, niet om eindeloos je eigen boodschap te herhalen.
Het is hier al vaker gemeld dat jou hypothese veel verder gaat dan de links die je keer op keer doorgeeft. Dat transposons bijdragen aan genetische variatie is genoegzaam bekend. Dat is heel wat anders dan jouw suggestie dat transposons doelgericht genetische programma’s schakelen.
http://www.sciencedaily.com/releases/2013/04/130408103338.htm
Deze is er ook nog. (Sorry Rene).