Kan wetenschap helpen bij het verdrijven van geloofstwijfel? Nee, betoogt Taede Smedes in een opiniebijdrage in het Nederlands Dagblad.
“Veel gelovigen beschouwen de objectiviteit van de Bijbeltekst en de verhaalde geschiedenis als het fundament onder hun geloof. Genesis tot en met de evangeliën moeten verankerd zijn in geschiedenis, moeten ‘echt gebeurd’ zijn.
Mocht het tegendeel blijken, dan valt voor veel gelovigen het fundament onder hun geloof vandaan en zakt alles in elkaar. En dus moet er met man en macht voor gezorgd worden dat het fundament onaangetast blijft. Of liever: onaantastbaar wordt.”
Zo begint hij zijn artikel. Het is een mooi stuk, waarin hij gelovigen fijntjes wijst op het feit dat ze een eigen versie van het Verlichtingsdenken hanteren, wanneer ze de Bijbel willen staven met feiten.
Toch wil ik een nuance aanbrengen. Ten eerste: de Bijbel pretendeert zelf dat beschreven gebeurtenissen in de geschiedenis staan. Misschien niet op de manier van moderne geschiedschrijving, maar toch. Die waarheidsclaim ligt er en kan je naar mijn idee niet zomaar verwerpen. Tegelijkertijd blijft het bewijs natuurlijk indirect. Onomstotelijk bewijs dat Jezus Christus geleefd heeft, is denk ik niet te geven. Maar dat geldt evenzeer voor Julius Caesar. Het zoeken naar aanwijzingen voor de realiteit van wat er in het Nieuwe Testament geschreven is, is daarom wat mij betreft niet zinloos.
Een tweede punt: christenen worden vaak aangevallen op de ‘wetenschappelijke onhoudbaarheid’ van hun geloof. Er klopt allemaal niks van. Dan is het niet zo vreemd dat er een tegenreactie ontstaat: het is wél waar! In de meest extreme vorm zie je dat in de schepping/evolutie discussie. Hoe harder evolutionisten roepen dat Darwin heeft aangetoond dat er geen God is, hoe harder christenen gaan proberen die villeine evolutietheorie onderuit te halen. Maar ook in gematigde vorm ontstaat er een polemiek over andere heilsfeiten.
Het stuk van Smedes is een reactie op een brief van Andries Knevel, maar die reageert weer op een ander stuk dat hem in het rijtje ‘geloofstwijfelaars’ met Boele Ytsma en Kuitert plaatst. En daar verzet Knevel zich tegen.
Zijn boek ‘Is het waar’ gaat hij in op de redelijkheid (ook historisch gezien) van het christendom. Iets vergelijkbaars doet Tim Keller met zijn boek ‘In alle redelijkheid’.
Ik denk zelf dat het christendom niet rede-loos hoeft te zijn. Maar ik ben het met Taede eens, dat gelovigen niet moeten proberen hun geloof in te ruilen voor een wetenschappelijk bewezen weten. Dat is een heilloze weg.
PS: voor wie het nog niet weet, Taede heeft ook een weblog. De moeite waard.