Hoofdstuk 3 van ‘Hoe bestaat het’ gaat verder in op de theologie, in het verlengde van hoofdstuk 2. De redeneringen zijn ongeveer gelijk, dus ik zal dit hoofdstuk alleen kort behandelen.
In het algemeen wil ik zeggen, dat het eigen standpunt (Genesis is letterlijke geschiedenis) voortdurend in het meest postieve licht wordt gesteld, terwijl andere standpunten nauwelijks enig krediet krijgen.
De auteurs gaan eerst in op de hiaat-theorie (in verschillende versies). Die stelt, dat er lange perioden tussen bijvoorbeeld Genesis 1:1 en 1:2 kunnen zitten. Waar dit hiaat zit, verschilt per theorie en daar hebben de auteurs een aardige opmerking over: “Als er zo duidelijk een hiaat is […], waarom zijn ze het er dan niet over eens waar dat geplaatst moet worden?” (blz 68) Een goede vraag. Maar aan de andere kant: christenen zijn het er ook niet over eens dat Genesis letterlijke geschiedenis is. Hoe kan dat, als het zo duidelijk is als de auteurs zeggen? En de lijst is natuurlijk langer. Er is binnen het christendom nogal wat controverse over bijvoorbeeld de doop, geestesgaven, uitverkiezing, wedergeboorte, Israël en de eindtijd (duizend jarig rijk e.d). Retorisch leuk geprobeerd, maar theologisch snijdt dit argument van de auteurs geen hout.
Mijn belangrijkste observatie is naar aanleiding van blz. 70. Studenten die met een hiaat-theologie zijn opgevoed, en door gaan leren aan een seculiere universiteit, zullen zien dat hun ideeën niet passen binnen het wetenschappelijk denken. Maar in de kerk hebben ze geleerd om de wetenschap boven de Bijbel te plaatsen – de hiaten zijn immers bedacht om de Bijbel met de wetenschap te harmoniseren. Dus zullen ze snel “de volgende stap” nemen en de wetenschap in alles gaan volgen.
Tjsa.
Op zich kan ik die zorg delen. Maar mijn grote probleem met het jongeaarde creationisme is juist, dat jongeren die met die gedachte zijn opgevoed, de wetenschap totaal afwijzen (ze is immers in strijd met de Bijbel). Tegelijkertijd zullen ze daar op een of andere manier in een vervolgopleiding mee geconfronteerd worden. En dan? Dan blijkt die wetenschap zo gek nog niet. En aangezien ze altijd hebben geleerd dat je moet kiezen (Bijbel of wetenschap), komen ze in een lastig parket.
De verhalen van mensen die op deze manier hun geloof zijn verloren zijn legio (zie dit artikel voor een omschrijving van de problematiek). En het is naar mijn stellige overtuiging niet nodig. We moeten de Bijbel niet lezen als een wetenschapsboek. Dat gaat onherroepelijk mis, op een paar uitzonderingen na. Het is juist met het oog op die jonge christenen dat ik mijn boek heb geschreven, lezingen geef en deze site in de lucht houd. Om mensen die denken te moeten kiezen tussen hun geloof en hun verstand te laten zien, dat dit een valse keuze is.
Nog een kleine opmerking bij blz. 77. Allerlei oude, briljante theologen (zoals Luther en Calvijn) zagen de schepping als iets dat recent heeft plaatsgevonden. Hebben zij dus de boodschap gemist, vragen de auteurs zich af? Opnieuw veel retoriek maar weinig theologie, of liever gezegd, historisch perspectief. Er was ten tijde van de Reformatie geen directe aanleiding om de scheppingsteksten nog eens goed onder de loep te nemen. Die aanleiding, onze kennis van de geologie en biologie, kwam pas later.
Calvijn, Luther en de anderen die genoemd worden, hadden de boodschap niet gemist. Calvijn sprak ook de memorabele woorden dat de Bijbel geen astronomieboek is. Dat deed hij, omdat astronomen dankzij de telescoop hadden ontdekt, dat Saturnus groter dan de maan zou moeten zijn. Collega’s van Calvijn vonden dat dit niet waar kon zijn: de Bijbel spreekt immers over twee grote lampen, zon en maan? Dan kan er geen ander hemellichaam zijn dat groter is.
Geen enkele jongeaarde theoloog zal hen dit nu na zeggen. Ze weten wel beter. “Dat staat er toch ook niet”, zullen ze verklaren. O nee? Dus die eerbiedwaardige collega’s van Calvijn hadden de boodschap gemist? Onze situatie nu is vergelijkbaar met die van Calvijn. Er is nieuwe informatie gekomen, die een nieuw perspectief biedt op bepaalde Bijbelteksten.
En over theologen gesproken, Alister McGrath, Jochem Douma, Ernest Lucas (om er maar een paar te noemen), hebben die allemaal de boodschap gemist? Natuurlijk, ze hebben niet het statuur van Calvijn, maar ze zijn er wel.
Het theologisch debat zal niet snel verstommen. Maar naar mijn vaste overtuiging is het belangrijk, dat theologen de Bijbel blijven ondervragen, ook in het licht van moderne wetenschap. Niet omdat die wetenschap per se boven de Bijbel staat, maar omdat het een hulpmiddel kan zijn om die Bijbel beter te begrijpen.