Volgende week donderdag (9 juli) is de officiële presentatie van het nieuwe boek van Taede Smedes, ‘God én Darwin’. Het is al verkrijgbaar, en via de website van Taede zijn ook al enkele recensies te vinden, zie hier en hier en hier.
Ik heb ook een recensie-exemplaar op mijn bureau liggen, maar daar ben ik nog niet aan toe gekomen. De recensie (voor het Nederlands Dagblad) staat daar bovendien pas voor september in de planning. Maar ik had belooft naar aanleiding van een recensie van het boek door ‘De Lachende Theoloog’ iets te zeggen over waarom ik theïstische evolutie een te vermijden begrip vind.
De Lachende Theoloog (voor wie niet opziet tegen lange posts een hele boeiende weblog over geloof en filosofie) schrijft over de behandeling door Smedes van theïstische evolutie:
“Kortom, theistische evolutionisten aanvaarden de evolutietheorie. Ze menen alleen dat deze theorie aan de leiband van God loopt. Dit idee, dat God de evolutie stuurt, is echter buitengewoon lastig te verdedigen. Want hoe weet jij dat God dit doet? Waar merk je dit aan? Smedes behandelt een aantal theorieen die godsdienstwijsgeren in de loop der tijd hebben bedacht om dit probleem op te lossen. Niemand minder dan John Haught, Arthur Peacocke en John Russell’s theorieen worden kritisch besproken. Helaas blijkt dat ook deze denkers geen bevredigende oplossing hebben kunnen vinden. In een eerder boek (God en de menselijk maat) heeft Smedes ook al geschreven over de moeilijkheden die men zich op de hals haalt als men God’s handelen wil aantonen. “
(er is nog een alinea, maar daarvoor moeten jullie de site zelf maar even opzoeken).
Allereerst: ik heb het betreffende hoofdstuk van Smedes niet gelezen. Ik keek er net wel even globaal naar, en zag dat ik genoemd wordt als een van de vertegenwoordigers van ‘TE’ in Nederland, samen met Cees Dekker. Zelf noem ik de term ‘theïstische evolutie’ niet in mijn boek, al doen Cees Dekker (in het voorwoord) en Henk Medema (in het nawoord) dit wel.
Waarom doe ik het niet? Wel, allereerst is ‘theïstische evolutie’ nog erg slecht gedefinieerd. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor ‘creationisme’, maar die term is al wat verder uitgekristalliseerd in bijvoorbeeld ‘jongeaarde creationisme’, ‘oudeaarde creationisme’ of ‘progressief creationisme’.
De Lachende Theoloog meldt, dat bij TE de evolutie aan de leiband van God loopt, en dat het lastig is om aan te tonen dat God handelend optreedt in de evolutie. Zelf heb ik hierin – dacht ik – vrij duidelijk stelling genomen: ik denk niet dat het handelen van God in de evolutie is aan te tonen. Dat is op zich ook geen probleem. We weten ook niet hoe het kan dat God al de dagen van ons leven kent voor de grondlegging van de wereld (Psalm 139) en ons toch een vrije wil laat. Sommige dingen zijn niet te begrijpen, dat is tamelijk logisch wanneer je gelooft in een God die werkelijk Schepper van alles is.
Maar door een recensie als die van de Lachende Theoloog wordt TE wel met dit probleem opgezadeld, en als ik dus wordt geïdentificeerd als ‘theïstisch evolutionist’ wordt het ook mijn probleem. Ten onrechte, vind ik.
Dit is dus het risico van het denken in ‘labels’. Natuurlijk, TE is een redelijk label, al vind ik het lelijk. Zoals ik eerder schreef, lijkt het in deze term alsof het theïsme ondergeschikt is aan het evolutionisme. Daar voel ik mij niet zo lekker bij. Nogmaals, ik weet niet precies wat Taede Smedes schrijft, maar in de communicatie is dat niet eens belangrijk. Waar labels worden gebruikt, verdwijnt de nuance.
De term ‘theïstische evolutie’ naast creationisme en Intelligent Design is al snel een hokje waar je iemand in kunt plaatsen, zodat je niet meer hoeft na te denken over wat zo iemand zegt: Fransen is TE, ik niet, dus ik ben het met hem oneens. Zoiets.
Overigens, er is – ik geloof op deze site – wel eens gedebatteerd of je dan wel van ‘creationisme’ mag spreken. Dat is ook een label. Ik heb in mijn boek geprobeerd dat label zoveel mogelijk te kwalificeren. Dat is nodig, want in de meest letterlijke zin van het woord ben ik zelf ook een creationist: ik geloof dat God hemel en aarde heeft geschapen.
Het blijft overigens lastig: ik geloof in een schepper (creationisme), die dus tevens ontwerper is (intelligent design), maar voel mij op geen enkele manier verbonden met de ideeën van creationistische stromingen die hameren op bovennatuurlijk schepping van het leven, of met het ID-concept van het Discovery Institute en aanverwanten.
Enfin, ik ben benieuwd wat er precies in ‘God én Darwin’ staat. Wat ik nu gelezen heb, heeft mijn interesse gewekt. De hoofdstukken over evolutie, creationisme en ID zullen vermoedelijk niet veel nieuws (voor mij) bevatten. Maar bij recensies van eerder werk van Taede Smedes heb ik wel eens kritiek gehad op wat ik een gebrek aan eigen mening vond. Het lijkt erop dat met een hoofdstuk getiteld ‘Naar een theologie van evolutie – een interview met mijzelf’ Taede in dit boek volop aan meningsvorming doet!
Maar dat lezen jullie vermoedelijk pas in september…
René,
Zojuist heeft Taede een bijdrage van mij geplaatst over dit boek op zijn weblog.
groet,
arnoud