De vorige blog in deze serie besprak hoe rare resultaten uit de reguliere wetenschap door Logos soms worden gezien als bewijs dat de algemeen aanvaarde wetenschappelijke modellen over de oorsprong van alles op de helling moeten. En ik heb een paar controlevragen gegeven om die claim te toetsen.
Deze keer gaat het om bewijs vanuit het jonge aarde creationisme. Er worden soms nieuwe gegevens gepresenteerd die spectaculaire gevolgen zouden kunnen hebben. Maar vaak gaat het om indirect bewijs, waarbij zeer veel bewijs dat hier tegenin gaat genegeerd wordt. Een zo’n voorbeeld is het bewijs dat mensen en dinosauriërs ooit samen de aarde bewoonden.
Even de achtergrond: volgens de reguliere wetenschap zijn dino’s zo’n 65 miljoen jaar geleden uitgestorven, en verscheen de eerste moderne mens een paar honderdduizend jaar geleden. De eerste sporen van cultuur (tekeningen, sieraden) zijn van nog recentere tijden, pakweg enkele tienduizenden jaren geleden.
Dinosaurusfossielen
Ten tijde van de dinosauriërs waren er al wel wat zoogdieren, maar niet heel veel en in ieder geval niets wat op een mens leek. Waarom denken wetenschappers dat? Wel, in aardlagen waar we dinosaurusfossielen vinden, zullen we nooit resten van mensen (of andere moderne zoogdieren) vinden.
Toch zien we op de Logos-dochter dinodino.nl en op Logos zelf. Een paar argumenten:
* Wereldwijd zijn er verhalen, tekeningen, beeldjes en inscripties over draken bekend.
* Er wordt in dinosaurusbotten koolstof-14 aangetroffen.
* De Bijbel beschrijft wezens die lijken op dinosauriërs, zoals de behemoth
Het tweede argument behandel ik heel kort, want het is niet de kwestie die ik hier centraal wil stellen. Er zijn heel erg veel manieren om een goede koolstof-14 meting te verprutsen. Dat begint bij het opgraven van het monster, via transport en verdere behandeling. Iedere stap kan modern koolstof toevoegen. Een monster kan in situ verontreinigd zijn. Chemicaliën of oplosmiddelen bevatten doorgaans modern koolstof. Enzovoorts. Wil je bewijzen dat fossielen toch koolstof-14 bevatten, dan zit er maar één ding op: neem een sceptische onderzoeker mee in het hele proces. Buitengewone claims vragen nu eenmaal om buitengewoon bewijs.
Ark van Noach
Maar hoe zit het met de tekeningen van (en verhalen over) dino-achtige wezens? De draken waren dino’s, aldus Kent Hovind in de video die dinodino.nl toont. En er zijn afbeeldingen die zeer dino-achtig lijken. Bovendien zijn er in een moeras in Afrika vreemde wezens gezien.
Laten we met dat laatste beginnen. Een eerste opmerking: als er inderdaad nog levende dinosauriërs zouden bestaan (anders dan de vogels die we kennen, en die volgens de specialisten en de scriptwriters van de film Jurassic Parc de enige echte levende dino’s zijn), waarom verzamelen organisaties als die van Hovind dan geen geld in voor een expeditie om ze te vinden? Dan zou Hovind in plaats van vage geruchten echte feiten kunnen presenteren. En hoewel er in het verleden expedities naar de Ark van Noach hebben gezocht, is er volgens mij niemand achter de Afrikaanse dino’s aan gegaan. Daarom is dit alleen maar een gerucht, en geen feit.
Dan de afbeeldingen. De hoofdvraag is natuurlijk: gaat het in de afbeeldingen inderdaad om dinosauriërs? Als het gaat om de ‘stegosaurus’ die in een Thaise tempel is gekerfd volgens Hovind zegt het Smithsonian in ieder geval dat dit niet zo is. Maar ja, die zijn natuurlijk helemaal voor evolutie. Maar ook op vermeende rotstekeningen van dino’s is veel kritiek, zoals ik eerder meldde.
Oogwimpers
Als het gaat om oude tekeningen is het belangrijk om een paar kritische vragen te beantwoorden: 1) hoe zeer lijken ze op een echte dino? 2) Is de context er een van realistisch afgebeelde dieren 3) kan er een andere inspiratiebron zijn geweest dan een levende dino?
Wat 1) betreft, is de Narmer Palette een mooi voorbeeld. Zoals Joel Duff op zijn blog uitlegt, is dit niet echt een dinosaurus. Alleen wie van een flinke afstand door z’n oogwimpers kijkt, zal er misschien een brontosaurus in zien. Nadere bestudering van de anatomie leert iets heel anders.
Dan 2) de context. In het geval van de Ta Phrom tempel bevindt zich onder de ‘stegosaurus’
een ander merkwaardig creatuur, die volgens een blogger nogal lijkt op een figuur uit ‘Where the Wild Things Are’. Als je een tempel vol merkwaardige afbeeldingen hebt, zal er wellicht eentje bij zitten die vaag lijkt op een dino. Maar daarmee is het nog geen dino.
Wat 3) betreft, in veel gebieden kende men natuurlijk fossielen, lang voordat duidelijk was hoe die waren ontstaan. Grote botten, tanden enzovoorts kunnen moeiteloos legendes over monsters als draken hebben opgeleverd. Dat is een niet onlogische verklaring – tenzij we op basis van alle legenden ook aannemen dat er elfjes, dwergen en op een bezemsteel vliegende heksen hebben bestaan. Want waarom zouden die legenden niet op waarheid berusten, maar de drakenlegenden wel?
Drakenkoppen
En laten we wel zijn, als de draken uit diverse legendes inderdaad dinosauriërs waren, en we mogen aannemen dat ridders inderdaad op draken hebben gejaagd, waar zijn dan de jachttrofeeën? Waar is het directe fysieke bewijs dat mensen en dinosauriërs hebben samengeleefd? Dit is afwezig. We vinden geen opgezette drakenkoppen in kastelen. We vinden nergens botten van draken/dino’s in dezelfde archeologische of zelfs maar geologische context als die van mensen. Sterker nog, dinosaurusfossielen vinden we nergens in de context van enig modern zoogdier.
Maar hoe zit het dan met de ‘Leviathan’ en de ‘Behemoth’ in de Bijbel? Wel, die beesten hebben parallellen met andere bronnen uit het oude Nabije Midden-Oosten. Identificatie met een dinosaurus is op z’n minst twijfelachtig. Beide creaturen lijken een totaal andere rol te spelen dan het gemiddelde Bijbelse dier.
Het bewijs voor het samenleven van mens in dinosaurus is extreem dun en zeer indirect. De indirecte ‘bewijzen’ zijn eenvoudig te verklaren zonder aan te nemen dat mens en dino samen op aarde wandelden. Bovendien is er geen bevredigende verklaring voor het feit dat we nergens dinosaurusresten in dezelfde archeologische context vinden als mensen.
Onderzoeksplannen
Dun bewijs dat met veel aplomb wordt gebracht is vaker te vinden bij Logos. Opnieuw kan ik verwijzen naar een stuk over ‘precambrische pollen’. Klassiekers zijn de afname van het aardmagnetisch veld of de afname van de lichtsnelheid, beide gebaseerd op ontoelaatbare extrapolatie van zeer beperkte gegevens (zie bijvoorbeeld hier en hier).
Wat te doen bij zo’n claim? Wel, opnieuw een paar hulpvragen. A) is het gepresenteerde bewijs hard, matig of boterzacht? En B) welk bewijs pleit tegen de jonge aarde interpretatie? Doorgaans blijkt dat het antwoord op A) ‘boterzacht’ is, en onder B) een vracht aan tekstboeken ter ondersteuning aan te voeren is. En nogmaals: uitzonderlijke claims vragen om uitzonderlijk bewijs, dus zou het prettig zijn wanneer Logos nu eens de beloofde onderzoeksplannen ging presenteren.
Ik heb gedetailleerd commentaar geschreven onder de stukken van Gert-Jan van Heugten. Logos doet niet de minste moeite daar iets tegen in te brengen. Ze komen vrolijk met het volgende stuk dat precies hetzelfde zegt als al duidelijk weerlegd is. Dat is ook kenmerkend voor Logos: nooit toegeven dat je ongelijk hebt, maar eindeloos hetzelfde domme punt blijven herhalen. Of het nu over dino’s is, over de oorsprong van jonge aarde creationisme als pseudowetenschap of over de Hethieten: gebrek aan algemene ontwikkeling samen met een bord voor de kop.
Allereerst wil ik zeggen dat ik niet denk dat er afbeeldingen oc verhalen van dinosauriërs zijn uit de recente geschiedenis van honderden jaren geleden. Ik onderschrijf daarom de reacties van Peter op logos.nl als hij de afbeeldingen van dino’s bekritiseert. Toch wil ik dit stuk van René Fransen en de reactie van Peter sterk relativeren.
Wat betreft de titel en insteek van het artikel: er wordt verondersteld dat afbeeldingen van dinosauriërs indirect bewijs zouden zijn voor de bewering dat mensen en dino’s samenleefden. Nu denk ik dat er alleen maar indirect bewijs kan zijn voor die bewering. Fossiele botten zijn tenslotte ook dingen die je moet interpreteren. Dat botten van mensen en dino’s in dezelfde aardlaag worden gevonden, kan met heel veel ad hoc-hypothesen verklaard worden zonder dat je zou moeten toegeven dat mensen en dino’s samenleefden. Toch zouden René en Peter overtuigd worden als die botten in dezelfde aardlaag gevonden worden. Waarom? Omdat indirect bewijs heel sterk kan zijn. En zo is het ook met afbeeldingen van dino’s. Mochten deze afbeeldingen sprekend op dinosauriërs lijken, en mocht het gaan om vele van zulke afbeeldingen/beschrijvingen, dan is de beste verklaring dat die mensen daadwerkelijk dino’s hebben gezien. Net zoals verondersteld wordt dat grottekeningen geen mythische wezens uitbeelden die toevallig op paarden lijken, omdat het veel logischer is dat de grottekenaars ook daadwerkelijk paarden hebben gezien. Daar zijn de grottekeningen heel sterk indirect bewijs voor.
René beweert dat buitengewone claims om buitengewoon bewijs vragen in het geval van koolstofdateringen. Oneens. Indien met exact dezelfde methode als voor jongere samples (heel gewone methodes, geen buitengewone) aangetoond wordt dat er meetbare hoeveelheden C14 in oude samples zit, is dat genoeg. Tenzij René de normale methode niet accepteert, maar dan is er ook buitengewoon bewijs nodig voor normale claims (lees: jonge samples). Als een mammoet met de C14-methode gedateerd wordt op 40.000 jaar en een mammoet ook, is het ad hoc de mammoetdatering te accepteren en de dinodatering te verwerpen.
Achter de Afrikaanse dino’s zijn wel degelijk mensen gegaan, o.a. dr. Roy Mackal. Zie: https://nl.m.wikipedia.org/wiki/Mokele-mbembe. Daar is ook een dik boek over verschenen.
Onder ‘oogwimpers’ ben ik het eens met punt 1, maar niet met 2 en 3. Als ik het goed heb, staat de ‘stegosaurus’ van Ta Prohm tussen allemaal andere levende dieren. On mythisch beest lijkt me onwaarschijnlijk. Punt 3 lijkt me ook onwaarschijnlijk. De meeste dino’s zijn incompleet en worden ook niet overal gevonden.
Wat betreft de behemoth en de leviathan: de identificatie met mythische monsters lijkt mij op grond van de Bijbeltekst niet gerechtvaardigd. Het gaat om dieren die God geschapen heeft en worden genoemd na vele andere bestaande dieren in de vorige hoofdstukken. De verklaring van Bart Klink is interessanter, hoewel ik die nader ga uitzoeken.
Wat betreft Precambrische pollen: wat is precies je punt? Wat is er mis met mijn artikel? Wat betreft de afname van de lichtsnelheid: heb je Setterfields boeken en artikelen gelezen? Ik noem als voorbeeld zijn reactie op het door jou genoemde artikel: https://www.trueorigin.org/ca_bs_02.php.
@Peter,
Allereerst vind ik het frappant dat je net doet alsof het Logos Instituut een persoon is of er één mening op na houdt. Ik zal dat met een voorbeeld weerleggen: zowel het artikel van John Hartnett als dat van Barry Setterfield over zwaartekrachtsgolven verscheen op logos.nl, hoewel die twee sterk van mening verschillen. Logos.nl presenteert dus de mening van andere creationisten en niet zozeer van zichzelf. Verder eis je als het ware de overwinning op bij drie discussies die je gevoerd hebt. Zoals al gezegd ben ik het wat betreft de dino’s met je eens. Gert-Jan van Heugten vroeg je vervolgens om op zijn blog te reageren. Heb je dat gedaan? Voor zover ik kan zien niet. Nog geen overwinning dus. Dan wat betreft de oorsprong van het jongeaardecreationisme. Ik heb die discussie gevolgd en vind het hoogst verbazend dat jij die discussie hier opeist. Je verschuift gedurende de tijd als gevolg van de argumenten van Jan van Meerten steeds verder terug in de tijd, waardoor helemaal niet meer duidelijk wordt waar jij voor staat. Ook nog geen overwinning. Dan als laatste nog de Hethieten: ook daar had ik totaal niet het idee door jouw algemene ontwikkeling overdonderd te worden. Ik heb daarom voor de zekerheid nog een tussenstand op logos.nl gezet. http://logos.nl/in-de-voetsporen-van-kepler/#comment-4176.
Dan wil ik je tenslotte nog vriendelijk verzoeken iets minder denigrerend over je tegenstanders te doen. Ik snap dat ze in jouw ogen een verkeerd beeld hebben van het verleden, maar dat geldt andersom ook. Op elkaar schelden helpt daarbij niet.
“Ik heb gedetailleerd commentaar geschreven onder de stukken van Gert-Jan van Heugten. Logos doet niet de minste moeite daar iets tegen in te brengen. Ze komen vrolijk met het volgende stuk dat precies hetzelfde zegt als al duidelijk weerlegd is. Dat is ook kenmerkend voor Logos: nooit toegeven dat je ongelijk hebt, maar eindeloos hetzelfde domme punt blijven herhalen. Of het nu over dino’s is, over de oorsprong van jonge aarde creationisme als pseudowetenschap of over de Hethieten: gebrek aan algemene ontwikkeling samen met een bord voor de kop.”
Reguliere wetenschap neemt alle kennis tot zich en stelt inzichten waar nodig bij, pseudowetenschap accepteert alleen dat wat in haar kraam te pas komt en stelt zo goed als nooit bij. Dus zullen ze bij het Logos Instituut hun fouten ijskoud blijven herhalen. Een correctief mechanisme bestaat daar nauwelijks.
Een goed voorbeeld is Douwe Tiemersma, die in zijn artikel ‘De grenzen van radioactieve datering’ beweert dat radioactieve vervalsnelheden miljarden malen sneller kunnen zijn. Hij verwijst echter naar snelheden die betrekking hebben op geïoniseerde atomen. Bekend voor ieder die zich ook maar enigszins op de hoogte heeft gesteld wordt dit soort atomen om voor de hand liggende redenen niet gebruikt voor dateringen. Als hij op dat simpele feit wordt gewezen, een feit dat hij zich met enig leeswerk al eeuwen geleden eigen had kunnen maken, is dit zijn onthutsende reactie:
“Wat ik hier zeg is niet dat het dus sneller is gegaan, maar wanneer we zien dat er versnelling mogelijk is, wordt de aanname dat halfwaardetijden altijd constant zijn minder betrouwbaar.”
Er was hem dus verteld dat hij appels en peren heeft zitten vergelijken. Douwe wil echter zijn beroerde argument niet loslaten omdat het nu eenmaal zijn zaak dient en vlucht derhalve in retoriek.
Nadat ene Alfred op de site van het Logos Instituut heeft geschreven dat Charles Lyell een wetenschapper was, haalt Peter Borger die Lyell onderuit door te schrijven dat het een advocaat was.
De boodschap is duidelijk.
Als ik daarop schrijf dat Stef Heerema geen geoloog is, om te laten zien dat zo’n diskwalificatie dan ook proponenten van het creationisme zou moeten toevallen, wordt dat deel van mijn tekst niet geplaatst.
Ed Vaessen, het is absurd hoe de Logosmoderator met twee maten meet.
Kijk even naar mijn comment onder http://logos.nl/zoeken-naar-bewijs-de-exodus/
Ik schreef:
Op minuut 26:10 zegt Gert-jan van Heugten:
“.. er wordt wel gezegd: we gaan hier niet proberen de Bijbel te bewijzen. Ik had dat nodig in mijn geloof, ik had het nodig bewijzen te zien … dat die Bijbel wel betrouwbaar is”
En als de bewijzen er niet zijn wordt dat met omhaal van woorden omzeild. Er is geen bewijs voor de inname van Jericho door Jozua, terwijl er duidelijke aanwijzingen zijn dat er omstreeks de traditionele datum van 1400 BC geen stad op die plek was.
“Ik had het nodig bewijzen te zien” – dat is en blijft ongeloof.
Er beviel de Logosmoderator weer iets niet, vergelijk maar.
Heel bont is het op http://logos.nl/is-jezus-echt-uit-de-dood-opgestaan/
Jan van Meerten mag vragen: Geachte Peter, [denkt] u dat Jezus echt uit de dood opgestaan is?
Als ik dan terug schrijf:
Moderator:
Regel 5 van het moderatiebeleid zegt:
“5. Een reactie speelt niet op de man; ook is het niet toegestaan om iemands woorden te verdraaien of iemand woorden in de mond te leggen.”
De bovenstaande reactie van Jan van Meerten speelt duidelijk op de man. Waarom is deze geplaatst terwijl de opmerking duidelijk in tegenspraak is met het moderatiebeleid?
Dus, Jan van Meerten: Kan je geloof niet tegen een eenvoudig feit zoals boven aangehaald?
komt er: [Beste Peter, de verhelderingsvraag van Jan van Meerten is wat ons betreft niet in strijd met het moderatiebeleid.]
Dat we gelegenheid krijgen om commentaar te plaatsen op de artikelen van het Logos Instituut zou prijzenswaardig zijn geweest als men daar met de fikken van de ingezonden teksten af zou blijven en die dubbele standaard losliet.
Men lijkt zijn grootste best te doen on de mogelijk meelezende kudde der gelovigen ervan te overtuigen dat de Logosredactie welwillend, geduldig en rationeel is op een manier waar iedereen een voorbeeld aan kan nemen, met name de opponenten die natuurlijk continu steken laten vallen op dat gebied.
Het teleurgestelde schoolmeestertoontje van Jan van Meerten is tekenend. “Kijk toch eens hoe goed ik redeneer!”, lijkt hij te zeggen. “Steeds weer zet ik de discussiepuntjes op de ‘i’ en helaas stel ik vast dat opponent X weer niet ingaat op mijn punten. Werkelijk paarlen voor de zwijnen. Ze worden maar niet inhoudelijk!” Dat is dus die dezelfde Jan wiens artikelen zo barstensvol drogredenen zitten dat ze bijna uiteen ploffen.
Het zal er wel nooit van komen, maar als ik Minister van Onderwijs was zou ik lessen als logisch redeneren en een gedegen introductie in de wetenschappelijke methode verplicht stellen. Hoe beter kinderen vooraf getraind worden op dat gebied, hoe minder aarde hij vindt om zijn troep in te zaaien.
De teksten van Jan van Meerten staan bol van de retoriek. Zijn boodschap dat opponenten steeds in de fout gaan probeert hij gedurig te verkopen.
In een discussie over Bijbel en Archeologie heeft Bart Klink het over afwezigheid van evidentie en evidentie van afwezigheid. Hij tracht dat duidelijk te maken aan de hand van een voorbeeld en noemt de kwestie van de vermoedde/verzonnen massavernietigingswapens in Irak.
Hoe reageert Jan? Zo: “Geachte heer Klink, uw reactie gaat van de Exodus tot massavernietigingswapens in Irak.”
Lees:”Geachte heer Klink, u springt werkelijk van de hak op de tak.”
Moderator hoedje op: beste mensen, zullen we het topic ‘klagen over moderatiebeleid Logos’ nu afsluiten? Ik heb het idee dat alles nu zo ongeveer gezegd is. Verder is het prima iemand in een discussie op een – al dan niet vermeende – drogreden te wijzen, maar om discussietechnieken van personen hier te gaan fileren is nou niet helemaal de bedoeling.
Wat is de bedoeling van Gevormd uit Sterrenstof precies? Als men hier meent dat men de lezer deelachtig moet maken in het fundament van de rede, dient men ook de gevallen waar een rechtstreekse aanval op de rede wordt gepleegd onder de loep te leggen.
De onwil om dat te doen heeft mijns inziens niets te doen met de angst om groteske onzin van Bijbelse literalisten als zodanig te benoemen. Het heeft te doen met de angst om in het verlengde daarvan de eigen onzin aan de kaak te moeten stellen.
‘Jezus is mijn Redder’ is al een al even bezopen standpunt als dat van een jonge aarde. De kritiek op de heilsboodschap komt niet minder hard neer dan dat op het denkbeeld van een jonge aarde.
Hou toch op om je als een groot kind te gedragen.
Ed, het idee van een blog is dat je enigszins on-topic blijft. Dat discussieert wel zo prettig. Net als in een gewone face-to-face conversatie dus eigenlijk 🙂
Doel van mijn specifieke blog is – in het verlengde van mijn boek ‘Gevormd uit Sterrenstof’ te laten zien dat geloof en wetenschap elkaar niet bijten. Jij mag dat bezopen vinden, ik heb een andere mening – net als heel veel andere christenen en ook diverse niet-christenen.
Je beklagen als mensen iets vinden waar jij het niet mee eens bent (en ze dan voor ‘groot kind’ uitmaken) vind ik nou weer erg kinderachtig.
En daar mag Edje het mee doen.
Heren,
Jullie hebben volkomen gelijk. En toch ook weer niet, meen ik.
Wat ik duidelijk wil maken, en dat doe ik niet erg beleefd, is dat je jezelf al heel lang een rad voor ogen draait.
De kritiek die je levert op het Logos Instituut is goed onderbouwd. Moeilijk is dat niet. Ze kletsen daar op een manier die de tenen van God nog zou doen krommen.
Maar jullie kritiek zou daar niet moeten stoppen. Het Logos Instituut neemt immers alleen maar een ander standpunt in dan jullie standpunt betreffende de interpretatie van de Bijbel.
Gemeenschappelijk met de heren van het Logos Instituut hebben jullie de overtuiging dat de Bijbel niet betwijfeld kan worden. Er staat volgens jullie de Waarheid in. Niet een van de schrijvers kletste ooit uit zijn Midden-Oostelijke nekharen.
Als jullie echter menen dat er soms toch enorme onzin in de Bijbel staat, dan heb ik de boodschap niet goed begrepen.
Groeten,
Ed
@Radagast 12 juli
“Dat botten van mensen en dino’s in dezelfde aardlaag worden gevonden, kan met heel veel ad hoc-hypothesen verklaard worden zonder dat je zou moeten toegeven dat mensen en dino’s samenleefden. Toch zouden René en Peter overtuigd worden als die botten in dezelfde aardlaag gevonden worden. Waarom? Omdat indirect bewijs heel sterk kan zijn” ALS botten van mensen en dino’s is dezelfde aardlaag gevonden worden, is dat direct bewijs dat ze samen leefden.
“Als ik het goed heb, staat de ‘stegosaurus’ van Ta Prohm tussen allemaal andere levende dieren.”Nee, er komen allerlei onduidelijke wezens op die reliefs voor, ook direct erondern: zie http://www.paleo.cc/paluxy/stegosaur-claim.htm voor beest erboven en eronder.
“Dan als laatste nog de Hethieten: ook daar had ik totaal niet het idee door jouw algemene ontwikkeling overdonderd te worden. Ik heb daarom voor de zekerheid nog een tussenstand op logos.nl gezet. http://logos.nl/in-de-voetsporen-van-kepler/#comment-4176 “
Om het op een rijtje te zetten: er staat een lijstje met Kanaänitische stammen in Jozua etc. Die stammen komen in Kanaän voor. Een van die stammen heet Chet-tau, en dat wordt vertaald met Hethieten. In Anatolie bestond een rijk dat de Egyptenaren Cheta noemden, ruwweg in de tijd van Jozua. Op grond van overeenkomst in naam is het mogelijk de hypothese op te stellen dat de Hethieten van Jozua te maken hebben met de Hethieten uit Anatolie. Het materiaal dat gebruikt wordt om de hypothese op te stellen mag je niet gebruiken om de hypothese te toetsen. Daar heb je ander materiaal voor nodig. Dat andere materiaal zouden buiten-Bijbelse aanwijzingen voor de aanwezigheid van de Hethieten in Kanaän moeten zijn. Archeologisch bewijs voor de aanwezigheid van deze Hethieten in Kanaän is noodzakelijk voor de hypothese maar ontbreekt, terwijl we behoorlijk wat weten over de wederwaardigheden van dat rijk en de Anatolische Hethieten komen niet in de buur van Kanaän. Er is geen enkele onderbouwing voor de bewering dat er Hethieten die iets te maken hadden met het Anatolische koninkrijk in Kanaan zijn geweest, of dat Jozua naar Anatolië verwijst. Dus het blijft bij de letterlijke tekst, deze in Jozua genoemde Hethieten zijn een stam in Kanaän waarvan we niets weten
Heren, hoe grondig heeft u zich ervan vergewist dat de Bijbel onmogelijk geschreven kan zijn door onwetende mensen die er (overigens in alle eer en geweten) maar een slag naar sloegen?
Ik zou u wel eens in discussie willen zien treden met hindoes (die zo getalenteerde uitvinders van het getal nul) over wat waar is met betrekking tot goddelijke wezens. De olifantenkop van Ganesha komt op mij namelijk niet vreemder over dan het beeld van een Rabbi die leefde in het Midden-Oosten en over water liep en wiens gewelddadige dood blijkbaar nodig was voor uw en mijn zielenheil omdat uw en mijn persoonlijke kwaliteiten er blijkbaar niet toe deden voor zijn moordlustige Pappie.
Kom, heren. U bent niet dom. Verre van. U drukt uzelf uit in welsprekende taal die zoveel meer geest bevat dan de rauwe klanken die opklinken uit de kelen van domoren en met tatoeages overdekte voetbalsupporters. U bent heel wat meer.
En toch… toch. Als puntje bij paaltje komt, bent u eigenlijk heel erg grote kinderen.
Ed,
De denigrerende manier waarop je over God en het christelijk geloof spreekt is voor je eigen verantwoording.
“Heren(…..) U bent niet dom.”
Daarom einde gesprek.
Goh.