Het eerdere debat van Terry Mortenson (Answers in Genesis) en Gijsbert van den Brink (theoloog, Universiteit Leiden) in het Reformatorisch Dagblad heeft een vervolg gekregen, ontdekte ik zojuist. Er is in ieder geval een uitwisseling van twee brieven in de krant beschreven.
Mortenson stelt opnieuw dat de Bijbel geen enkele ruimte overlaat voor een miljoenen jaren oude aarde, of voor dood vóór de zondeval. Fascinerend vind ik deze redenering:
“Ook vertelt Genesis 3:14 ons dat de slang vervloekt werd, bóven enig ander dier. Deze vloek zorgde ervoor dat de lichaamsbouw van de slang of zijn fysieke gedrag veranderd werd. Het is daarom redelijk om te veronderstellen dat de andere vervloekte dieren ook op een bepaalde manier veranderd werden, wat er blijkbaar onder meer toe leidde dat sommige ervan vleeseters werden.”
Waarom fascinerend? Wel, christenen gaan er toch vanuit, dat de zondeval niet veroorzaakt is door een slang, maar door de duivel. In zijn boekje ‘Lieveheersbeesten’ schrijft Adrian Verbree hier ook over. “Waarom wordt het instrument vervloekt?” vraagt hij zich af. En verder laat hij in een prachtig stukje zien, hoe lastig het is de huidige vorm van de slang als een vervloeking te zien.
Mortenson loopt hier in zijn eigen, ultra-letterlijke zwaard. Van den Brink reageert hier overigens ook goed op: slangen eten immers geen stof, zoals er staat in Genesis 3:14. Dus, in een echo van de stijl van Mortenson c.s. kunnen we vragen: ‘liegt God hier dan?’.
De vragen over de dood voor de zondeval, over lijden in de schepping, die toch ‘zeer goed’ was, zijn reëel. Maar de antwoorden die Mortenson geeft, zijn niet acceptabel. Het is een krampachtige manier van omgaan met de Bijbel, die je ook elders in het Darwin-dossier van het RD aantreft. De serie voor jongeren is daar een voorbeeld van, neem deze aflevering over vleeseters.
RD-jongeren die jarenlang dit soort stukjes als de Waarheid voorgeschoteld hebben gekregen, komen onder een koude douche wanneer zij een vervolgopleiding buiten de eigen zuil gaan volgen. En wat blijft er dan over van hun geloof? Daar maak ik mij dan weer zorgen over, en die zorg is een van de redenen waarom ik ‘Gevormd uit sterrenstof’ heb geschreven.
Graag wil ik het hier toch even opnemen voor Terry Mortensen. Er bestaan valide uitwegen voor zijn standpunt.
Je kunt heel Genesis 3 symbolisch duiden, je kunt heel Genesis 3 letterlijk lezen, maar je kunt ook de mogelijkheid openlaten dat er een enkele keer een uitdrukking gebruikt wordt. Voor dit laatste is zeker wel wat te zeggen als het gaat om het stof eten van de slang.
Wat bedoelen we in deze tijd als we zeggen dat iemand stof zal happen of in het zand zal bijten? Bedoelen we dan dat iemand met een lepel een schepje woestijn in zijn mond zal steken om dit na enig pijnlijk kauwen moeizaam door te slikken? Niemand zal ontkennen dat er in de vloek over de slang van symboliek sprake is, want Genesis 3:15 is duidelijk profetisch te duiden. Dat snapt ook een creationist wel. Wie weet is in 3:14 wel doodgewoon sprake van een uitdrukking uit die tijd.
Wat die uitdrukking dan precies betekend kan hebben blijft gissen (de nederlaag lijden? of hetzelfde als ‘op uw buik zult gij gaan’?).
En dan is er volgens mij toch ook een argument om te stellen dat het hier wel degelijk om een letterlijke vloek gaat. Waarom zouden anders in Micha 7:17 beide aspecten (stof eten/ likken, over de grond kruipen) juist als illustratie gebruikt worden om iets anders uit te leggen? Let op de bijzondere manier waarop de slang zich voortbeweegt: hij likt voortdurend met zijn tong aan de grond, terwijl hij op zijn buik voortschuifelt.
Iemand zal dan meteen terugkaatsen dat er ook hagedissen bestaan die hun tong net zo gebruiken. Dat klopt, zo zijn er ook wel andere dieren die op hun buik gaan. Maar deze twee zaken zijn voor de slang een oordeel geweest, meer staat er niet.
Als Van den Brink Mortensen in zijn eigen zwaard laat lopen, moet hij oppassen dat hij zelf niet in het zand bijt.
Ik zag onlangs op TV iets over mensen op een eiland in de Stille Oceaan (iets van Cousteau, geloof ik). Daar komen veel haaien voor, en de haai speelt dan ook een grote rol in de mythologie. De mensen daar noemen zich haaienmensen. Een bewoner zei dat zijn grootouders van haaien afstammen, en dat gebeurde in de “Droomtijd”.
In het midden-Oosten komen slangen voor, en daar waren mensen 2000 jaar geleden ook al bang voor. “Dus” is de slang “vervloekt”. Roodkapje had met een wolf te doen omdat de mensen in Europa in de middeleeuwen bang waren voor wolven. Etc.
Dat van den Brink zijn tijd verknoeit met zo’n ****** als Mortensen verbaast mij wel.
Van den Brink is zeker een van de betere behoudende theologen in Nederland, hoewel ik verder weinig met behoudende theologie heb. Zijn “Orientatie in de filosofie” kan ik zeer aanbevelen.
Wat betreft Mortensen. In de wetenschap is het een kenmerk van een slechte hypothese als je op allerlei noodoplossingen gaat beroepen om je hypothese in stand te houden. De noodoplossing dat vleeseters ontstaan zijn uit een de vloek – wat nergens in de Bijbel staat – om zo koste wat kost een ideale paradijstoestand zonder dood voor te stellen gaat mijn voorstellingsvermogen te boven. Ik kan me gewoon niet voorstellen dat leeuwen, krokodillen etc. planteneters waren. De AIG organisatie maakt op mij in ieder geval een lachwekkende indruk – maar het is minder lachwekkend als je bedenkt dat het met serieuze levensovertuigingen gepaard gaat. Zijn laatste alinea is ook wel weer tekenend.
Overigens vind ik een oplossing van den Brink ergens noemt dat God de zondeval vooruit zag en daar alvast rekening mee hield niet stroken met het beeld van een goede God, het lijkt er meer op dat God dan een spelletje met de mensheid speelt en er op heeft aangestuurd om de mensheid in het kwaad te storten.
Het probleem van de verhouding tussen God en oorsprong van het kwaad blijft denk ik nooit bevredigend opgelost binnen een monotheïstisch denksysteem. De vraag is echter of dat nodig is.
@Pieter, maar wat zijn dan je maatstaven om de tekst van Gen.3 nu eens symbolisch en dan weer letterlijk te lezen? Jij houdt de mogelijkheid open dat we de vloek kunnen begrijpen door kennis op te doen van ‘die tijd’. Maar vervolgens mag die kennis alleen jouw eigen interpretatie ondersteunen. Zoals uit je eerdere blogs blijkt wil je niet weten van de oud-Oosterse literatuur van ‘die tijd’ (ouder dan Gen.1-3) waarin we allerlei gedachtes/motiven over het ontstaan van de aarde en het verloren gaan van een idyllische wereld (waarin slangen soms ook een rol spelen) tegenkomen… Op basis van die kennis is inderdaad een interpratie van Gen.1-3 mogelijk (met name de afwijkingen werpen daar licht op) zoals het in ‘die tijd’ moet zijn verstaan.
@ Druijf, dat is helemaal geen vergezochte hypothese. Dat jij je het niet kunt voorstellen zegt natuurlijk niets over wat waar is. Sterker nog: de Bijbel stelt meerdere keren dat in de toekomst, als die vloek weg is, de roofdieren weer samen met runderen en schapen zullen grazen, en dat kinderen weer zonder gevaar met een slang zullen spelen. De Bijbel geeft dus een onmiddellijke aanleiding om dit verband te leggen.
@ Pjotr, ik laat de mogelijkheid open dat men vroeger een uitdrukking had die we nu niet meer goed kennen. Dat kan toch? Ik stel dat als reële mogelijkheid. Wat is daar mis mee?
Maar ik laat je gelijk zien dat er ook een letterlijke verklaring is waar de Bijbel en de natuur beide aanleiding voor geven.
Ik heb daarom inderdaad geen buiten-bijbelse bron nodig om dit stuk goed te kunnen begrijpen.
Wat betreft je opmerking “vervolgens mag die kennis [van ‘die tijd’, pjk] alleen jouw interpretatie ondersteunen” – dat is een ongegronde beschuldiging.
@Pieter, daar is niets mis mee, maar waarom dan niet (ook?) in rekening brengen wat we WEL weten uit die tijd. In die zin vind ik het selectief als je voor de uitleg van de vloek wel een beroep wenst te doen op toenmalige zegswijzen maar niet op diezelfde literatuur van die tijd. Overigens vergt ook jouw letterlijke interpretatie buiten-bijbelse info, zoals jouw geloofskennis en moderne wereldbeschouwing. Dus daar moeten we niet al te moeilijk over doen.
Pieter, ik zou je dringend eens willen adviseren om eens een boek over Oudtestamentische hermeneutiek te lezen, zoals bijvoorbeeld “De Schrift wordt geschreven” van C. Houtman. Of “Oude en nieuwe lezers” van E. Talstra. Houtman geeft ook nog eens een goed overzicht hoe christenen door de eeuwen heen de bijbel hebben gelezen. Dat is wel leerzaam om wat hermeneutische gevoeligheid te kweken.
Je kunt alles wel letterlijk nemen, inclusief de toekomstbeeldspraak in Jesaja, maar dan kom je ongeheid in de knoop (bijvoorbeeld zuigelingen in het hemelrijk – mensen zouden toch als de engelen zijn?). Ook omdat vroegchristelijke auteurs als Mattheus profetische beelden creatief herinterpreteren (bijvoorbeeld Jesaja 7:14 dat gaat over een kind dat geboren wordt in de Syro-Efraimitische oorlog, maar in de christelijke traditie een belangrijk kerst-tekst in geworden). En als we Daniel letterlijk nemen zou de eindtijd al rond de Maccabeeentijd begonnen zijn. Maar goed, dit wordt te gedetaileerd en verder discussieren kan beter op een forum ofzo.
Verder nog een ding, je schreef: “@ Druijf, dat is helemaal geen vergezochte hypothese. Dat jij je het niet kunt voorstellen zegt natuurlijk niets over wat waar is.”
Dat klopt, en ik heb er alleen mee willen uit drukken dat zulke ideeen de onwaarschijnlijke indruk die het creationisme al maakt alleen groter maken, en dat is iets wat de meeste mensen die niet vast zitten in een creationistisch denkkader wel kunnen beamen denk ik.
Als ik jou vertel dat ik bij een wandeling door de duinen gisterenmiddag een kubusvormig levend wezen met twee monden en één oor heb gezien zou je dat ook niet heel waarschijnlijk vinden, maar dat bewijst ook helemaal niet dat het niet waar is.
@ Pjotr, ik doe nergens beroep op, ik noem één van twee alternatieve mogelijkheden.
@ Druijf, je opmerking “wat hermeneutische gevoeligheid gaan kweken” suggereert dat je weet dat die bij mij ontbreekt. Dat is vrij aanmatigend geformuleerd, als ik zo vrij mag zijn. “Je kunt alles wel letterlijk nemen” is een bijzonder zwak argument, ik kom echt niet in de knoop vanwege jouw interpretatie van Jesaja, Daniël en Mattheüs. Over dat zaken in jouw denkkader onwaarschijnlijk lijken – dat argument kan een creationist net zo goed gebruiken.
@ Pjotr, Druijf: Het verbaast me dat jullie niet inhoudelijk reageren. Zijn jullie met me eens dat Van den Brink iets te snel geconcludeerd heeft, en dat er binnen de visie van Mortensen best een oplossing voor de betekenis van de zinsnede ‘gij zult stof eten’ bestaat? En waarom onderbouwen jullie niet gewoon je eigen opvatting van deze tekst? Ik ben benieuwd wat Gn 3:14 in jullie optiek betekent.
Pieter, ik kan begrijpen dat je mijn toon wat aanmatigend vindt, en misschien heb ik je wat te snel in het creationistenkamp geplaatst.
Tegelijkertijd ben ik er stellig van overtuigd dat je een creationistische positie niet alleen op grond van natuurwetenschappelijke redenen moet afwijzen maar ook om bijbelwetenschappelijke. De creationist leest de bijbel een boventijdelijk boek met onfeilbare waarheden, en zo dient de bijbel zich gewoon niet aan. En wie dat wel denkt moet gewoon wat meer studeren.
Die dingen die ik noemde zijn niet slechts “mijn argumentatie” maar zijn gewoon algemeen erkende gegevens.
Ik kan me goed vinden in de uitlatingen van Pieter Kramer.
Graag wil ik me even in de discussie mengen om iets recht te zetten. Onterecht worden termen als ‘symbolisch’ en ‘letterlijk’ gebruikt om te duiden hoe je de Bijbel leest. Creationisten lezen Genesis als een HISTORISCH verslag. In dat verslag staan letterlijke en symbolische teksten. Hiertegenover staat de ALLEGORISCHE lezing. We moeten symbolisch dus niet tegenover historisch zetten en letterlijk niet tegenover allegorisch.
Ik denk dat ik hiermee ook de gedachte van Pieter Kramer verwoord. Als dat niet zo is zeg je het maar.
Net als Pieter daag ik jullie uit jullie Schriftvisie te verwoorden.
Nog een opmerking:
De Bijbel dient wel degelijk onfeilbare waarheden aan. Neem nou een tekst als Psalm 1:6 De Heere kent de weg der rechtvaardigen maar de weg der goddelozen zal vergaan. Nogal zinloze tekst als het niet resoneert met de waarheid. Tevens lijkt het mij een nogal zinloze onderneming van God om zelf af te dalen naar de aarde en hier te lijden en te sterven als de Bijbel geen aanspraak maakt op de waarheid. Of moeten we dat ook allemaal niet zo letterlijk nemen? Kijk, als dat het geval is, dan moet er mijns inziens een hele andere discussie gevoerd worden.
Albert je vroeg naar mijn bijbelvisie en die zal ik hier neerzetten, het is misschien wel wat lang. Waar ik mij tegen verzet is een visie die de Bijbel ahistorisch leest zonder hermeneutische gevoeligheid en beweert dat het boek van kaft tot kaft onfeilbaar is. Mijn verzet op creationisme komt van een andere hoek dan Rene Fransen. Het gaat me om de onhoudbaarheid van de bijbelvisie erachter. Ik kan begrijpen dat mensen deze visie ontwikkelen. Want Jezus is een bijzonder gezaghebbend persoon en Jezus haalt de Bijbel aan en dus, zo is de gedachte, moeten wij de Bijbel van Genesis tot Openbaringen als waarheid erkennen. Dat geeft ook zekerheid en duidelijkheid. Je hebt je leven en als je iets normatiefs daarover wilt weten sla je de bijbel open en heb je het antwoord. Ooit dacht ik ook min of meer zo.
De vraag is echter wat je bedoelt met “onfeilbare waarheid”. Is de Bijbeltekst niet meer waar als de aarde langer bestaat dan 6.000 jaar? Wat als Adam en Eva niet hebben bestaan? Het waarheidsbegrip dat creationisten aan de bijbel leggen kun je niet volhouden. Ik begin maar wat.
In Marcus 11 staat dat Jezus een vijgenboom vervloekte en dat de discipelen een dag later zien dat de plant verdord was, maar in de versie van Mattheus verdorde de vijgenboom gelijk. In Mattheus sterft Judas een andere dood dan in Handelingen en is de bloedakker door de priesters gekocht met het geld wat Judas teruggaf terwijl in Handelingen de akker door Judas zelf gekocht is van het geld van zijn verraad. Wat is waar?
In Johannes sterft Jezus op de dag dat de Pesachmaaltijd gevierd werd terwijl in Markus, Lukas en Mattheus Jezus de dag voordat hij stierf een Pesachmaaltijd heeft gehouden en het laatste avondmaal heeft ingesteld. In het evangelie van Marcus houdt Jezus zijn identiteit zo veel mogelijk geheim, in Johannes praat Jezus openlijk over zijn hemelse afkomst. In Johannes drijft Jezus mensen uit de tempel aan het begin van zijn optreden en in de andere drie evangeliën pas aan het eind. De opstandingsverhalen zijn in elk evangelie erg verschillend en je moet wel heel erg pressen omdat allemaal in een lijn krijgen.
Hoe zit het met het Oude Testament? Ik noem maar wat op. Worden kinderen gestraft om overtredingen van hun ouders of niet? Nou, in Deuteronomium vind je teksten, Achan in het boek Jozua wordt tezamen met zijn gezin omgebracht omdat Achan de ban had geschonden, de kinderen van Saul moeten in 2 Samuel 21 opgehangen worden omwille van de overtreding van Saul aan de Gibeonieten, om verzoening te brengen over het land en JHWH weer gunstig te stemmen. In Ezechiel 18 in bijzonder vers 20 wordt deze gedachte echter expliciet van de hand gewezen. Gelukkig maar zou ik willen zeggen. Is God dan opeens van gedachte veranderd, voor onze moderne maatstaven wat humaner geworden?
Dan noem je nog Psalm 1:6, maar hoe God de wegen van de rechtvaardige beloont en die van de goddelozen vergaat, daar is de bijbel ook niet eenstemmig over. In Deuteronomium is het grof gezegd: doe je goed, dan zegent God je en ben je voorspoedig, doe je dat echter niet, dat krijg je een vloek over je heen. Er wordt gesproken in aardse termen. Er is helemaal geen focus op het hiernamaals. In de wijsheidsliteratuur zie je dat de Deuteronomistische theologie problematisch wordt want het gaat vaak helemaal niet zo goed met de rechtvaardige en goddelozen varen er vaak wel bij. Dan zie je in Daniel een oplossing dat de doden (overigens niet allemaal) opgewekt worden en na hun dood alsnog de beloning of de vergelding krijgen. Later groeit dit uit tot een idee van een universele opstanding en een laatste oordeel. Maar zoals ik al zei is deze gedachte voor de oude Israëliet geheel vreemd. God deed op aarde recht en na je dood ging iedereen gewoon naar de Sheol en als ik de teksten die daarover in de bijbel staan zo lees viel daar verder niet zo veel te beleven.
In de Bijbel vindt een proces van ontwikkeling en herinterpretatie plaats. In het NT wordt het OT geciteerd en krijgen teksten vaak een nieuwe betekenis die het oorspronkelijk niet had (bijvoorbeeld de zwangere vrouw en Immanuel-tekst, en Paulus toont zich vaak ook behoorlijk creatief). Ook worden in het NT buitenbijbelse bronnen die we kennen als apocriefen geciteerd of indirect aangehaald. Ook zijn bijbelschrijvers sterk beïnvloed door de omringende cultuur. Psalm 74 is een mooi voorbeeld omdat die psalm veel overeenkomsten toont met een Baalmythe. Delen uit Spreuken komen onmiskenbaar overeen met Egyptische wijsheidsliteratuur.
Goed ik kan zo nog wel heel veel langer doorgaan maar het is duidelijk neem ik aan. Natuurlijk kun je proberen al deze punten een voor een te gaan aanvechten en met (vaak nogal geforceerde) harmonisaties komen maar ik vind dat hoe langer hoe minder overtuigend en gezocht, vooral om dat je de tekst dan niet laat zeggen wat ie zelf naar voren brengt, maar vanuit een vooropgezet idee dat de bijbel moet ‘kloppen’ in allerlei bochten laat wringen. Ik kan nog wel meer zaken noemen maar het punt is dat de bijbel gewoon minder klip en klaar is dan ik op grond van mijn eigen traditie dacht. Overigens zal de theologisch geschoolde lezer vermoedelijk niet zo opkijken van veel dingen die ik naar voren heb gebracht.
Mijn conclusie is: de Bijbel is een boek van mensen over God, vanuit verschillende gezichtspunten en uit verschillende tijden. Het spreken over God is in de Bijbel aan veranderingen onderhevig en zeer afhankelijk van de leefwereld van de verschillende bijbelschrijvers.
Kunnen er dan geen (onfeilbare) waarheden in de bijbel staan? Dat wil echt niet uitsluiten, maar dan moet je dan wel eerst door een hermeneutisch proces heen. Want wij leven niet in dezelfde tijd als de bijbelschrijvers, we kijken met een andere culturele horizon. Ons beeld is ook gevormd door de natuurwetenschap en andere zaken zoals mensenrechten en nadruk op het individu, wij horen in de donder niet direct de stem van JHWH bulderen, wij associëren veel ziekten niet met demonische geesten, etc.. Dit maakt interpretatie lastig en wat wij er vandaag de dag mee moeten. Ook kunnen we niet gemakkelijk om stukken heen die ons moreel in het verkeerde keelgat schieten. Je hoeft je niet uit te leveren aan een modern wereldbeeld, maar je kunt het ook niet helemaal wegdrukken, want het wereldbeeld maakt ook deel van onze eigen identiteit. Als ik de morele verontwaardiging over de bloedige genocidale passages in het OT of christelijk spreken over eeuwige marteling van niet-gelovigen in de hel zou onderdrukken zou ik mezelf niet eens serieus kunnen nemen.
Voor mijzelf heb ik even afstand van het christendom genomen, omdat ik moeite heb met christelijke exclusivisme en het ‘hier beneden is het niet’-gehalte en vandaag de dag te veel idiote dingen zie gebeuren in de naam van Jezus en vooral dat mensen zo stellig zeker spreken zonder dat die zekerheid nou echt vaste grond onder de voeten heeft, maar het vaak neerkomt op het overschreeuwen van het eigen gelijk.
Makkelijk vind ik dit allemaal niet. Ik mis de zekerheid die ik vroeger had, maar met die ‘zekerheid’ kan ik niet langer uit de voeten. Nu moet ik zelf mijn leven vorm geven zonder dat het van boven af gezekerd kan worden met allerlei teksten. Dat vind ik best wel een opgave. Ik sluit ook niet dat ik een weg naar het christendom kan hervinden, maar de weg van de makkelijke orthodoxie is onbegaanbaar. Ik worstel nu met het boek van T.A. Smedes over “God en de menselijke maat” en wat meer modernere theologen en postmoderne filosofen zoals P. Ricoeur over de tweede naïviteit, en ik weet nog niet wat eruit gaat rollen. Ik heb respect voor christenen a la Smedes, maar ik kan zijn visie (nog) niet de mijne maken.
Misschien is mijn felheid in mijn reacties alhier wel goed te verklaren dat ik projecteer op anderen, en zo een gevecht met de schim uit mijn verleden wil vechten. Ik zal proberen mezelf wat rustiger te houden, maar ik merk dat de stof mij gewoon erg aan het hart gaat. Wijs me er maar op als ik uit de bocht vlieg, want we moeten het hier wel gezellig houden.
Hoe het ook zij. Een levensbeschouwing is mijns inziens alleen geloofwaardig als het openheid toont voor kritische denken en wetenschappelijk onderzoek niet schuwt. Overigens moeten we niet van wetenschap antwoorden zoeken die het niet geven kan. Met het sciëntisme van veel atheïsten heb ik ook niet veel, maar een levenshouding die alle wetenschap apriori verwerpt wanneer het tegen de leer ingaat op grond van een vooropgezet dogmatisch schema is nog veel minder acceptabel. Schuilen achter ‘zo zegt de Heere Heere, en zo zeggen wij hem na’ gaat er bij mij niet in. Daar is de Bijbel gewoon een te weerbarstige en te veelkleurige boekenverzameling voor. En wie de Bijbel dan gaat gebruiken om te gaan concurreren met moderne wetenschapsmodellen kan van mij niet veel begrijp krijgen, want die neemt zowel de wetenschap als de bijbel, zoals die zich aandient in zijn culturele bedding, niet serieus.
@Druijf:
Je verdient respect vanwege de manier waarop je je mening hebt verwoord. Ik proef in je reactie dat je een worsteling hebt doorgemaakt. Waarschijnlijk heb je met pijn en moeite dingen los moeten laten. Ook krijg ik de indruk dat je op integere wijze bent omgegaan met de problemen die zich aan je opdrongen, maar dat je dat niet in een gemakkelijke positie heeft gebracht.
Ik vind het moeilijk om je hele reactie te behandelen.
Je noemt een aantal problemen in de Bijbel waar ikzelf ook mee worstel. Maar het heeft mij er tot nu toe niet toe gebracht om jou schriftvisie aan te hangen. Tot nu toe schrijf ik de problemen die ik in de Bijbel lees toe aan mezelf. Jij hebt die al aan de Bijbel toegeschreven. Misschien moet ik later ook die conclusie trekken, maar dat zou ik nu nog te voorbarig vinden.
Aangaande de onfeilbare waarheid van de Bijbel: als Jezus niet is opgestaan uit de dood, is mijn geloof ijdel. Maar waarom zou het ene wel waar zijn in de Bijbel en het andere niet? In hoeverre doet (en mag het doen) een onjuistheid afbreuk aan het geloof in God en Christus als mijn verlosser.
Ik weet dat als ik een historisch-kritische en literair-kritische houding ga aannemen dat ik dan niet meer uit kom bij de Bijbel als het geopenbaarde Woord van God. Dat weet ik uit ervaring. Het is een keuze die je maakt. Ik heb gekozen voor de vooronderstelling dat de Bijbel wel het Woord van God is. Als die op een gegeven moment onhoudbaar wordt, moet ik eerlijk zijn naar mezelf.
Wel weet ik dat de mensen die die kritische houding aannemen vaak heel makkelijk en goedkope kritiek leveren. Het is niet zomaar wat, dat zoveel mensen in de Bijbel geloven. Dat zijn niet allemaal domme mensen. Ik heb geleerd kritisch naar binnen te kijken, maar ook kritisch naar buiten. Wereldbeelden en persoonlijke vooronderstellingen bepalen wat men ziet. Wil je niet geloven dat de Bijbel Gods Woord is, dan is er ook niet zoiets als een overweldigende hoeveelheid bewijs die je keuze a-intellectueel maakt.
Dat is overigens niet wat ik bij jou signaleer. Maar het is wel de reden dat ik actief in deze discussies ben. Ik probeer uit te dagen en ik laat mij uitdagen. Tot die tijd is dit mijn Schriftvisie.