In het blad Sophie heeft filosoof Jan Hoogland een stuk geschreven met als titel ‘De aller-allerlaatste keer over schepping en evolutie’. De neiging is dan om maar niet meer te reageren, dat zou dan weer een ‘aller-aller-allerlaatste’ reactie kunnen ontlokken, maar in het artikel maakt hij een aantal opmerkingen die mijn wenkbrauwen bijkans van mijn voorhoofd lanceerden.
Bovendien, ik heb op basis van een aantal citaten uit dit stuk op Facebook een vrij lange discussie gehad met Arjan Klok, en heb hem toen ik de volledige tekst zag beloofd er nog eens in meer detail op in te gaan. Dus bij deze!
Ter gelegenheid van de opening van het Logos Instituut heeft oudtestamenticus Mart Jan Paul een lezing gegeven over de ‘kosmologie’ van de Bijbel. Die is onder de titel ‘De aarde is niet plat in de Bijbel’ gepubliceerd in het Reformatorisch Dagblad.
In het stuk betoogt Paul dat alle beschrijvingen die een platte aarde suggereren (zoals verwijzingen naar pilaren waarop de aarde zou rusten, of de ‘hemelkoepel’ met zon, maan en sterren) feitelijk waarnemingstaal zijn. Net zoals wij nu zeggen dat de zon opkomt, terwijl de zon feitelijk zichtbaar wordt door de draaiing van de aarde, gebruikt de Bijbel deze gewone taal.
Paul zet zich af tegen commentatoren die stellen dat de Bijbelse kosmologie uitgaat van een platte aarde en wateren onder de aarde en boven de hemelkoepel. Hij bestrijdt dat het woord voor ‘hemelkoepel’ duidt op een hard object. Deze vertaling is volgens Paul geïnspireerd door een beschrijving in de Enuma Elish (een Babylonische tekst met onder meer een scheppingsverhaal).
Dit is een filmische versie van een presentatie over de schepping die Leonard Vander Zee gaf tijdens de BioLogos conferentie, afgelopen zomer. Een transcript is te vinden op de site van BioLogos.
Dit onderzoeksvoorstel zat al even in de pen, maar nu Logos onlangs een recensie van de DVD ‘Duizenden, niet miljarden‘ online heeft gezet moet het er maar eens van komen. Deze DVD gaat over het ‘RATE’ (radio isotopes and the age of the Earth) project. Het is interessant omdat dit nu eens een echt creationistisch onderzoeksproject was, waarbij mensen het veld in gingen, monsters verzamelden en analyses lieten doen in laboratoria.
Doel was om te onderzoeken of leeftijdsbepalingen met behulp van radio isotopen kloppen. Volgens de RATE onderzoekers hebben ze die vraag grotendeels met ‘nee’ beantwoord. De leeftijd van de monsters was eerder duizenden dan miljarden jaren.
Nu is er op RATE nogal wat kritiek genomen. Even zoeken op de site van de ASA (Amerikaanse vereniging van christen-wetenschappers) levert al aardig wat andere visies op de RATE resultaten. Dat leidde ook weer tot discussies. Die gaan door en door. Zelf heb ik op deze site een aantal artikelen gepubliceerd over koolstof-14 ouderdomsbepalingen. Een artikel op de Logos site over steenkool is volgens de digitale nieuwsbrief ’trending’.
Even een snelle bijdrage onder deze kop – eigenlijk vooral om een prachtige serie artikelen van The Natural Historian aan te prijzen. Het gaat over een schatting van het aantal door mensen bewerkte steenfragmenten op de wereld. Die schatting was nogal hoog, en is daarmee niet haalbaar binnen een tijdsbestek van amper 6000 jaar.
Na wat heen en weer gepraat tussen Joël Duff (de NH) en Answers in Genesis kwam Terry Mortenson met een oplossing: de meeste artefacten zijn geen artefacten (door mensen gemaakt) maar gewoon ontstaan door botsingen van stenen in de periode na de zondvloed, toen er nog allerlei oprispingen waren.