Vanochtend in het ND, een reactie op de publicatie van afgelopen zaterdag, waarin de mening van predikanten en christelijke biologiedocenten over schepping en evolutie werd gepeild.
De reactie is van Bert de Leede, predikant en hoofddocent voor nascholing predikanten (Protestantse Theologische Universiteit). Hij zegt een paar behartenswaardige dingen.
Hij verklaart de populariteit van het creationisme deels uit slecht onderwijs in het omgaan met en lezen van de Bijbel. Wat hem betreft is een letterlijke lezing van Genesis niet noodzakelijk voor een verankering van de “geloofszekerheid van zondeval en genade”. Even een wat langer citaat:
“Vanaf de vroege kerk leert de geloofsleer de goede hand van de Schepper in de schepping en onderhouding. Die belijdenis willen onderbouwen aan de hand van een onverklaarbare dan wel ontbrekende schakel in de evolutie is riskant, en als het niet lukt gênant. Prof. dr. Cees Dekker en anderen zijn er daarom ook mee opgehouden. Die stut van het creationisme is ook niet nodig. Om de val in Adam te geloven, heb ik het creationisme echt niet nodig. Net zomin als ‘bijna-dood-ervaringen’ voor mijn geloof in de opstanding.”
Het Darwinisme biedt een uitdaging, vergelijkbaar aan de Copernicaanse omwenteling. Niet omdat het een aanval op de betrouwbaarheid van de Bijbel is, maar vanwege uitwassen als het ‘evolutionisme’:
“Als de evolutietheorie totalitaire trekken krijgt, en zij ons bij wijze van spreken dwingt materialisten en naturalisten te worden, staat de openheid naar God op het spel. Daar moet de discussie over gaan.”
Hoe hij de discussie zou willen invullen, daar had hij wat mij betreft nog wel wat meer over mogen schrijven. Het stuk blijft nu, na een veelbelovende start, een beetje hangen, vind ik.