Recensie boek Geerat Vermeij

vermeijVorige week verscheen in het ND mijn recensie van het boek ‘Schelpen en beschaving, de evolutionaire zienswijze van Geerat Vermeij’. Een boek dat de moeite waard is, al is het misschien niet heel goed geschreven. De informatie is wel interessant. Een ding dat mij opviel – net als eerdere boeken die ik recent heb gerecenseerd probeert ook Vermeij zingeving te koppelen aan zijn evolutionaire visie. En opnieuw: waar hij uiteindelijk mee komt volgt niet echt uit zijn eerdere betoog.

Er zijn dus twee mogelijkheden: of ik heb een trend opgepikt onder populariserende wetenschappers, of ik begin aan een vorm van tunnelvisie te lijden en lees dingen in deze boeken die er niet in zitten. Zelf denk ik het eerste, maar ja, als de tweede optie de werkelijkheid is, zou je dat ook verwachten… Oordeel dus zelf maar.

Een dwarse kijk op evolutie

Geerat Vermeij: Schelpen en beschaving. Uitg. Nieuw Amsterdam, 352 blz, 2011, € 24,95

Het is boeiend om te zien hoe het denken over evolutie de laatste jaren verandert. Decennia lang was evolutie vooral een zaak van de genen. Zelfzuchtige genen, die als enig doel het eigen voortbestaan hadden. Planten, dieren, mensen, ze waren de vehikels die de genen gebruikten om hun doel te bereiken.

Dit is een typisch reductionistische kijk op evolutie. Genen zijn ten slotte de meest fundamentele bouwsteen van levende wezens. Ze zorgen voor de bouw van lichamen en voor gedrag. Evolutie is in deze visie een kwestie van veranderingen in genen. Die veranderingen zijn strikt toevallig en dus is evolutie een toevalsproces. Beroemd is de uitspraak van evolutiebioloog Steven J. Gould, dat wanneer we de ‘film’ van de evolutie op aarde zouden terugspoelen en nogmaals afdraaien, er een totaal ander resultaat uit zou komen. De mens is evolutionair gezien een ‘schitterend ongeluk’.

Maar de laatste jaren klinken er ook andere geluiden, van biologen die evolutie minder zien als een puur genetisch proces. Tien jaar nadat het menselijk genoom voor het eerst in kaart is gebracht, realiseren wetenschappers zich meer en meer dat genen niet het hele verhaal zijn. Zo heeft de mens veel minder genen dan gedacht. Verschillen tussen soorten zitten niet alleen in een verschil in de genen, maar vooral in een verschillende manier waarop genen actief of juist inactief worden. Bovendien blijkt de leefomgeving een stevige invloed uit te oefenen op de activiteit van genen.

Die gedachte zingt al een poos rond maar is nog niet zo vaak uitgewerkt in boekvorm. In 2004 kwam in Nederland het boek ‘Hoe het leven de dingen regelt’ van Simon Conway Morris uit. Conway Morris, hoogleraar paleontologie in Cambridge, betoogde dat de natuurwetten bepaalde evolutionaire ontwikkelingen afdwingen. Een tweebenig wezen met rood bloed en cameraogen als de mens is daarom misschien wel een onvermijdelijke uitkomst van het proces. Eerder dit jaar publiceerden de Nederlandse biologen Theunis Piersma en Jan van Gils het (academische) boek ‘The Flexible Phenotype’, waarin de sturende rol van de ecologie in de evolutie wordt benadrukt. En afgelopen maand verscheen het voor een breed publiek geschreven ‘Schelpen en beschaving. De evolutionaire zienswijze van Geerat Vermeij’. Ook dit boek behandelt hoe evolutie plaatsvindt in een samenspel van factoren als ecologie en geologie.

Vermeij is geboren in Nederland, maar op jonge leeftijd met zijn gezin geëmigreerd naar de VS. Daar ontwikkelde hij zich tot een erkend specialist in de evolutie van schelpdieren. Hij is hoogleraar aan de universiteit van Californië in Davis. Een opvallend detail is dat Vermeij sinds zijn vierde levensjaar volledig blind is. Toch ziet hij – met zijn vingers – dingen die anderen met hun beide ogen hebben gemist.
Vermeij denkt tamelijk associatief, in ieder geval in dit boek. Hij vergelijkt het proces van evolutie met de ontwikkeling van de wetenschap, met economie en met cultuur. Onderzoekers stellen hypothese op die zij testen met experimenten. Maar levende wezens stellen ook hypothesen op, om te anticiperen op veranderingen in hun leefomgeving. Wanneer die hypothesen kloppen, overleven ze. Een foute hypothese betekent de valbijl van natuurlijke selectie.

Religie is voor Vermeij niet meer dan bijgeloof dat misschien ooit een functie had, maar nu niet meer. Sterker nog, hij zou religie graag willen vervangen door een “samenhangend systeem van gedachten (…) dat niet alleen het gemeenschappelijk belang dient, maar daarnaast berust op, en verenigbaar is met, de werkelijkheid”. In zijn boek geeft hij daarom niet alleen voorbeelden van evolutie, maar probeert hij ook iets van zingeving uit de wetenschap te destilleren. Daarin is hij niet de enige. Recente boeken als ‘Is God een wiskundige’ van Mario Livio of  ‘Een scheurtje in de rand van de schepping’ door Marcelo Gleiser zoeken ook naar zingeving vanuit de wetenschap (respectievelijk wiskunde en kosmologie).

Maar eerst de evolutie. Die is lang niet zo toevallig als Gould het bracht, betoogt Vermeij. Toeval zorgt voor diversiteit: binnen iedere groep planten of dieren vind je verschillen, waar toevallige mutaties aan ten grondslag liggen. Maar selectie is minder toevallig. Dit is geen nieuwe gedachte, ze is al bij Charles Darwin terug te vinden. Alleen is de laatste decennia het meeste gewicht aan de toevallige mutaties toegekend, terwijl iemand als Vermeij juist de sturende rol van selectie in de natuurlijke omgeving benadrukt.

Een voorbeeld. Vermeij begint een hoofdstuk over gras met zijn dochtertje die op school een dinosaurus tekent. De juf vindt de tekening wat kaal en stelt voor er wat gras bij te tekenen. Maar, weet Vermeij, in het tijdperk van de dinosauriërs was er helemaal geen gras. Dat ontstond pas veel later. En waarom? Omdat er toen pas grote grazers kwamen. Gras kan, in tegenstelling tot veel andere planten, goed tegen begrazing omdat het blad van onderaf aangroeit en niet vanuit de punt. Dinosauriërs aten vermoedelijk veel minder planten dan de grote zoogdieren van nu, betoogt Vermeij, dus in hun tijd was de begrazing nog niet zo intensief dat graslandschappen konden ontstaan.  Pas toen er grote plantenetende zoogdieren kwamen kreeg gras de kans om dominant te worden.

“Organismen leven niet in een vacuüm. Het zijn onafhankelijke spelers die in onderlinge concurrentie hun eigenbelangen nastreven, maar ze zijn ook via een complex netwerk van relaties met elkaar verbonden”, schrijft Vermeij aan het einde van zijn hoofdstuk over gras. “Ze scheppen een soort van beschaving, een netwerk van vijandige en productieve relaties waarin de deelnemers goed aan elkaar zijn aangepast.” De mens maakt ook deel uit van dit netwerk en moet daar rekening mee houden. Daar komt de moraal om de hoek kijken. Vermeij beschrijft hoe diversiteit van soorten kan ontstaan en wijst erop dat er een verschuiving aan het optreden is. De diversiteit is er nog steeds, maar lijkt nu vooral een culturele diversiteit binnen één soort, de mensheid.

Vermeij laat op overtuigende wijze zien dat evolutie geen totaal ongestuurd proces is. Net als Conway Morris wijst hij erop dat tal van evolutionaire ‘uitvindingen’ keer op keer zijn ontstaan. Hoewel de details door toeval worden bepaald, is er een globale richting zichtbaar in de evolutie. Ten slotte concludeert hij dat de mens als onderdeel van het ecosysteem dat deze wereld is, de plicht heeft er voor te zorgen dat leven op aarde mogelijk blijft. Het is een sympathieke conclusie, een die ook door kosmoloog Gleiser is getrokken in het bovengenoemde boek. Maar net als bij Gleiser volgt de conclusie niet echt uit de wetenschappelijke feiten die eerder in het boek zijn gepresenteerd.

Een alternatief voor religie als bron van moraal biedt Vermeij niet. Wel biedt zijn boek een frisse en dwarse kijk op evolutie en op de onderlinge verbondenheid van al het leven op aarde. Het is niet altijd even helder geschreven, soms is Vermeij wat erg associatief of maakt hij te complexe zinnen. Maar de informatie die hij presenteert is interessant en goed onderbouwd. Mede door de uitstapjes naar bijvoorbeeld natuurbescherming en zelfs terrorismebestrijding is het zeker een boeiend boek.

Please follow and like:

21 gedachten over “Recensie boek Geerat Vermeij”

  1. korte opmerking over “Dit is een typisch reductionistische kijk op evolutie.” en: “biologen die evolutie minder zien als een puur genetisch proces”; “Verschillen tussen soorten zitten niet alleen in een verschil in de genen, maar vooral in een verschillende manier waarop genen actief of juist inactief worden”

    is dat niet genetisch? wanneer je de nadruk legt op verschillende manieren waarop genen actief of juist inactief worden? Is dit minder genetisch?

  2. Er zit ook epigenetica bij. Daarnaast gaat het om gen-netwerken in plaats van individuele genen (dat laatste is die ‘reductionistische kijk’). Dus geen selfish genes, maar gene communities.
    En evolutie minder als ‘puur genetisch proces’ gaat over de belangrijkste drijvende kracht. Is dat de genetisch verandering, of heeft de ecologie het meer voor het zeggen.

  3. In de NRC van afgelopen zaterdag zegt Vermeij:

    “Ik beweer niet dat er een doel is waar soorten naar streven. Wel dat er eigenschappen zijn die zulke grote voordelen hebben dat ze wel moéten ontstaan als de omstandigheden gunstig zijn. Ik doel op snelheid, intelligentie, het gebruik van energie, warmbloedigheid en het ontstaan van een skelet. Ook het ontstaan van sociaal gedrag is wat mij betreft een voorbeeld van een aanpassing die zoveel voorbeelden biedt dat het telkens weer ontstaat”.

    Dit zijn toch allemaal voorbeelden van hoe natuurlijke selectie werkt. Natuurlijk ontstaan er nieuwe eigenschappen maar die worden pas gemeengoed als selectie heeft plaatsgevonden.

    Een originele gedachte van Vermeij vond ik echter dat het ontstaan van een grotere diversiteit optreedt na uitstervingsgolven en periodes van opwarming. Dus geen aanpassingen onder druk van een kleiner wordende niche (erop of eronder) maar een kwestie van ‘zorg dat je er als de kippen bij bent’ als er tijdelijk sprake is van een enorme overvloed.

  4. “Religie is voor Vermeij niet meer dan bijgeloof dat misschien ooit een functie had, maar nu niet meer. Sterker nog, hij zou religie graag willen vervangen door een “samenhangend systeem van gedachten (…) dat niet alleen het gemeenschappelijk belang dient, maar daarnaast berust op, en verenigbaar is met, de werkelijkheid”””

    http://www.youtube.com/watch?v=aPAiH9XhTHc

    Je zou bijna gelovig worden.

  5. “of ik heb een trend opgepikt onder populariserende wetenschappers, of ik begin aan een vorm van tunnelvisie te lijden en lees dingen in deze boeken die er niet in zitten”

    Je hebt gelijk met het eerste. Uitgevers hebben gemerkt dat de evolutietheorie/natuurwetenschap sic voor een groot publiek niet bijster interessant is; wetenschap sic verkoopt niet. Het wordt voor uitgevers pas interessant als alledaagse dingen en existentieel controversiële uitspraken door wetenschappers gedaan worden. Nieuw Amsterdam is nog redelijk beheerst en focust in de presentatie van het boek nog behoorlijk op de evolutietheorie. In de VS is het veel erger (kijk maar naar het laatste boek van Hawking, waar God aan de haren bij een puur wetenschappelijk betoog gehaald wordt, om de verkoopcijfers op te krikken). Het is dus een trend, voornamelijk bedacht door uitgevers, maar gewillig uitgevoerd door de wetenschappers die de boeken schrijven. De wetenschapper als de nieuwe priester.

  6. “Dus geen selfish genes, maar gene communities”.
    Hier zit wat onduidelijkheid over hoe het werkt. Bij natuurlijke selectie gaat het erom of een allel van een gen gemiddeld genomen een hogere fitness heeft dan een ander allel van het zelfde gen. Ook als die genen in netwerken ingeschakeld zitten blijft dit het geval. Alleen is de middeling ook over de interacties met andere genen. Per allel is het even ‘selfish’, hoe groot het netwerk ook is of hoeveel verschillende typen van genregulatie er ook zijn. ‘Selfish’ is geen eigenschap van een gen, maar een hopeloos verwarrende beeldspraak voor ‘je moet voor elk allel middelen over alle individuen die dit allel hebben met alle diverse genetische achtergronden – en het allel met de hoogste gemiddelde fitness neemt in frequentie toe’.

    Ik ben bang dat Taede gelijk heeft: dat betekent dat er naar buiten toe een verwrongen beeld van wetenschap komt, duur verkoopstrategie.

  7. Die ‘reductionistische kijk’ van 1 eigenschap 1 gen is een stroman: in geen enkel onderzocht systeem gaat dit op – en dat is bekend zolang als er naar genen gekeken kon worden. Jammer genoeg kom ik ook biologen (bv ontwikkelingsbiologen) tegen die veronderstellen dat evolutiebiologie alleen werkt met de werking van losse genen.

  8. duur verkoopstrategie – iets tussen ‘door verkoopstrategie’ en ‘puur verkoopstrategie’.

  9. Planten, dieren, mensen, ze waren de vehikels die de genen gebruikten om hun doel te bereiken.
    Dit standpunt van Dawkins is vanaf het verschijnen van zijn boek becritiseerd. Het ging tegen de toenmalige opvatting dat selectie op individuen werkt, en dat de genen alleen boekhouders zijn, in.

  10. Mischien kan Fransen beter eens wat echte literatuur gaan lezen? Dit nieuwe tijdschrift bijvoorbeeld:

    http://www.mobilednajournal.com/

    Met daarin een leuk artikel dat geheel conform is met mijn boek, met VIGEs en een baranoom hypothese zeer plausibel ondersteund.

    Alleen niet goed ingelichte christenen lopen nog achter Darwins 19e onzin aan. Fransen, er is nu GUToB zoals je weet. Het wordt elke dag opnieuw aangetoond dat GUToB klaar is voor de 21e eeuw.

    Lees ook dit eens:

    http://www.mobilednajournal.com/content/pdf/1759-8753-1-4.pdf

    En dit:

    http://www.vkblog.nl/bericht/378148

    GUToB is conform Genesis en het is conform de wetenschappelijke gegevens. Als Christen kunt u best in evolutie geloven, maar dan wel in GUToB evolutie. Niet in de flauwekul die door De Jong en Fransen wordt verdedigd.

    ~~~~~~~~~~~~~~

  11. >Het is dus een trend, voornamelijk bedacht door uitgevers, maar gewillig uitgevoerd door de wetenschappers die de boeken schrijven. De wetenschapper als de nieuwe priester.<

    Toon dit eens aan, Taede. Geef eens een referentie ipv boude beweringen.

    pb

  12. >Maar eerst de evolutie. Die is lang niet zo toevallig als Gould het bracht, betoogt Vermeij. Toeval zorgt voor diversiteit: binnen iedere groep planten of dieren vind je verschillen, waar toevallige mutaties aan ten grondslag liggen.<

    Precies hetzelfde zei ik ook in mijn boek, Fransen. Maar omdat je denkt dat ik YEC ben heb je het afgezeken.

    Zoals je in mijn bovenstaande referentie kunt lezen: evolutie is geheel conform GUToB.

    Er was een nieuw tijdschrift voor nodig om deze anti-Darwinistische gedachten erdoor te krijgen. Het is Lamarck revisited.

    De pardigmashift is draait op volle toeren.

    ~~~~~~~~~~

  13. >@ Peter, dan wacht ik met spanning je eerste peer reviewed publicatie in Mobile DNA af.<

    Ik wacht nog steeds op een rectificatie van jouw review. Je weet wel waarin je beweert dat ik zeg dat toevallige mutaties niet bestaan.

    Nu Shapiro zo ongeveer met dezelfde ideeen komt als beschreven in mijn boek, zou ik maar de juiste conclusies gaan trekken.

    Een excuus is minstens op zijn plaats.

    ~~~~~~~~~~~~

  14. Shapiro komt niet met dezelfde ideeen als Getob. Getob houdt in dat er gerichte mutaties komen, en Shapiro beschrijft de grote hoeveelheid moleculaire variatie die de laatste 20 jaar te voorschijn gekomen is.

  15. Mevrouw de Jong, het verhaal van Shapiro komt neer op GUToB. Het hele “junk DNA” verhaal wordt afgeschaft, zoals ik al voorspelde in TndO.

    Variatie wordt door het genoom zelf geinduceerd en vaak als reactie om de veranderende omgeving. Dat is Lamarck revisited.

    En natuurlijke selectie is slechts een marginale biologische kracht.

    Dat U niet op de hoogte is met de huidige stand van zaken binnen (evolutie)biologie was me al vaker opgevallen.

    U is een NeoDarwinist en dat is de grootste science stopper van de eeuw gebleken.

    ~~~~~~~~~~~~~~

  16. Om mijn punt even te bewijzen:

    Shapiro geeft hierin een leuke set vergelijkingen:

    • Crick’s central dogma of molecular biology:
    1. DNA == >2X DNA
    2. DNA == > RNA == > protein == > phenotype

    Contemporary picture of molecular information transfers:

    1. DNA + 0 == > 0
    2. DNA + protein + ncRNA == > chromatin
    3. Chromatin + protein + ncRNA == > DNA replication,
    chromatin maintenance/reconstitution
    4. Protein + RNA + lipids + small molecules == >
    signal transduction
    5. Chromatin + protein + signals == > RNA (primary
    transcript)
    6. RNA + protein + ncRNA == > RNA (processed
    transcript)
    7. RNA + protein + ncRNA == > protein (primary
    translation product)
    8. Protein + nucleotides + Ac-CoA + SAM + sugars
    + lipids == > processed and decorated protein
    9. DNA + protein == > new DNA sequence (mutator
    polymerases)
    10. Signals + chromatin + protein == > new DNA
    structure (DNA rearrangements subject to stimuli)
    11. RNA + protein + chromatin == > new DNA
    structure (retrotransposition, retroduction,
    retrohoming)
    12. Signals + chromatin + proteins + ncRNA + lipids
    == > nuclear/nucleoid localization

    SUMMARY: DNA + protein + ncRNA + signals +
    other molecules Genome structure and
    phenotype

    Deze summary is niks anders dan….Lamarck revisited!

    Darwinisme (Evolutie van microbe naar mens door natuurlijke selectie van random variatie) is de atheistenreligie waar ook Fransen en De Jong achteraan hobbelen. Het heeft de wetenschap 100 jaar tegengewerkt. Ook Shapiro ziet dat in.

    ~~~~~~~~~~~~~~

  17. @ Peter, de enige opmerking tussen het citaat uit mijn bespreking en Gutob is het woord ’toeval’. Het boek van Vermeij gaat over ecologie, energiebalansen en nog zo wat. Niet over mobiele genetische elementen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.