Het heeft even geduurd – een combinatie van drukte en wat misverstanden met het ND over de vraag of ze ‘m daar fulltext op de site zouden publiceren – maar hier is de recensie, voor wie ‘m nog niet gelezen heeft.
Er onder volgt de kritiek van Peter Borger, zoals hij die naar mij heeft gestuurd in een eerste reactie. Een groot deel van de discussie heeft al plaatsgevonden onder de vorige post, ik heb geen idee hoe ik dat hieronder kon krijgen, dus als het niet kan zoals het moet, moet het maar zoals het kan.
Ik wil wel ingaan op de kritiek van Peter, maar – wederom – daartoe ontbreekt mij de tijd op dit moment. Ik hoop dit wel binnenkort te kunnen doen.
Het schijnbare gelijk van Peter Borger
Terug naar de oorsprong. Of hoe de nieuwe biologie het tijdperk van Darwin beëindigt
Peter Borger. Uitg. De Oude Wereld/Johannes Multimedia, Amerongen 2009. 326 blz. € 19,95
door rené fransen
Als een boek begint met twee kolossale en vermijdbare fouten, maakt dat wantrouwend. Peter Borger begint Terug naar de oorsprong, waarin hij zegt de evolutietheorie te weerleggen, al met een fout in de eerste zin: ,,Mensen hebben altijd geloofd dat levende organismen hun oorsprong vinden in een daad van goddelijke schepping. Tot 1859.’’ Want toen verscheen Darwins On the Origin of Species en, schrijft Borger even verder: ,,Al op de eerste dag werden alle 500 exemplaren verkocht!’’.
Dat laatste is een domme slordigheid, want de eerste druk telde ongeveer 1250 exemplaren, die inderdaad nog dezelfde dag waren verkocht. Het eerste is een bizarre uitspraak. Ook voor 1859 waren er atheïsten en er werd door velen nagedacht over een vorm van ‘evolutie’. Charles Darwins grootvader Erasmus Darwin had er al over geschreven. Helaas blijkt deze valse start kenmerkend voor de manier waarop Borger omgaat met feiten en ideeën.
Zo citeert Borger op bladzijde 35 de evolutiebioloog Stephan J. Gould, die een bezwaar van Jackson Mivart, een tijdgenoot van Darwin, tegen de evolutietheorie aanhaalt. Mivart stelde in 1871 dat natuurlijke selectie niet kon verklaren hoe nieuwe kenmerken ontstaan. Een vleugel werkt pas als deze volledig is, dus: ,,hoe kan natuurlijke selectie de beginstadia van structuren verklaren, die pas van nut zijn als ze volledig zijn ontwikkeld?’’. Daarmee eindigt Borger zijn citaat. De argeloze lezer zal het bezwaar wellicht overtuigend vinden en Gould, een autoriteit, lijkt dit bezwaar te delen. Lezing van het essay waaruit Borger citeert, laat zien dat hij onvolledig citeert. Gould schrijft namelijk ook:
,,Ik bespreek dit oude onderwerp om twee redenen. Ten eerste, ik geloof dat Darwinisme nu, en al heel lang, een voldoende en interessant antwoord heeft op de uitdaging van Mivart (…). Ten tweede, een artikel dat recent is gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Evolution heeft overtuigend experimenteel bewijs geleverd voor deze oplossing, toegepast op de meest beroemde casus – het ontstaan van vleugels.’’
Dit vervolg zet het citaat van Borger in een heel ander licht. Volgens Gould is de kritiek van Mivart al lang verworpen. Maar dat vertelt Borger niet.
Hoofdbezwaar
Borger begint zijn boek met het betoog dat nieuwe informatie over het erfelijk materiaal van soorten (het DNA) de evolutietheorie ontkracht. Een hoofdbezwaar van Borger is, dat natuurlijke selectie op tal van genen geen vat heeft. Ter ondersteuning citeert hij vele wetenschappelijke studies die zijn gelijk zouden aantonen. Maar wie de moeite neemt deze studies op te zoeken, merkt telkens dat de betrokken onderzoekers nergens concluderen dat hun resultaten in strijd zijn met de evolutietheorie.
Vervolgens presenteert Borger in zijn boek een eigen theorie, de ‘Generale & Universele Theorie over Biologische Variatie’, afgekort GUToB. Volgens deze theorie is het leven geschapen in een aantal oervormen, die elk een oergenoom bevatten (een genoom is het totaal aan genetische informatie dat een organisme heeft). Dat oergenoom leek op een Zwitsers zakmes: het bevat allerlei hulpstukken voor onvoorziene omstandigheden. Bovendien zaten er mechanismen in waarmee die hulpstukken geactiveerd konden worden.
Zo kunnen soorten zich aanpassen aan veranderende omstandigheden en kan er vanuit één oersoort een hele serie verwante ondersoorten voortkomen. Niet via geleidelijke verandering, zoals Darwin dacht, maar doordat een nieuw genetisch programma geactiveerd wordt, met een druk op de juiste knop. Een gevolg hiervan is wel, dat het oergenoom langzaam uiteenvalt. Alleen die onderdelen die nodig zijn, blijven bestaan; de rest verdwijnt. Kortom: elke aanpassing is in feite een afname van genetische informatie. Geen evolutie dus, maar degeneratie van een ‘intelligent ontworpen’ genoom.
De ‘knop’ die nieuwe onderdelen van het Zwitserse zakmes activeert, vindt Borger in wat hij het variatie-inducerend genetisch elementen of VIGE’s noemt. VIGE is een verzamelnaam voor een verschillende genetische elementen. Het zijn stukken DNA waarvan in het algemeen geen functie bekend is. Sommige bestaan uit zichzelf herhalende stukjes DNA, andere worden door biologen gezien als virussen die zich in het DNA hebben verstopt. Borger veegt al deze verschillende elementen bijeen onder een nieuwe naam en stelt dat ze door de Schepper in het DNA zijn gestopt om variatie te veroorzaken.
Daarbij negeert hij problemen die zijn eigen GUToB-theorie veroorzaakt. Hoe bleef al die overtollige informatie intact totdat ze gebruikt kon worden? En waar is het bewijs dat genomen nog steeds ‘verborgen’ programma’s bevatten, waardoor nieuwe soorten zouden kunnen ontstaan?
Een andere vraag is, hoe Borger, een evangelisch christen, denkt over de theologische aspecten van zijn theorie. Met geen woord rept hij over de tijdsduur van de biologische ontwikkeling, zoals hij die zich voorstelt. Miljarden jaren, miljoenen, of misschien zesduizend?
Toevallig
Door kwistig te strooien met technische termen en wetenschappelijke publicaties walst Borger over de argeloze lezer heen. Toevallige mutaties bestaan niet, zegt hij bijvoorbeeld, want er zijn aanwijzingen dat sommige stukken DNA mutaties ‘aantrekken’. Dat klopt, maar biologen bedoelen met ‘toevallige mutaties’ niet dat mutaties op een toevallige plek in het DNA plaatsvinden, maar dat die mutaties niet doelgericht zijn.
Zo geeft hij telkens een eigen invulling aan termen die algemeen gebruikt worden, waardoor de reguliere wetenschap hem gelijk lijkt te geven. Maar wie de moeite neemt om Borgers referenties na te trekken, moet steeds weer constateren dat de auteurs van de wetenschappelijke artikelen op geen enkele manier de theorieën van Borger bevestigen. Wie niet goed ingevoerd is in de moleculaire biologie, ziet de verdraaiingen en ongerijmdheden in het betoog vermoedelijk over het hoofd.
Als hij de evolutietheorie aanvalt, gebruikt hij foutieve of verouderde concepten uit de evolutietheorie of citeert hij eenzijdig. Als hij zijn eigen theorie probeert te verdedigen, blijft hij vaag over de bewijzen. Wel geeft hij een manier om zijn GUToB-theorie te testen: die wordt verworpen na ,,de observatie van het naturalistisch ontstaan van nieuwe unieke functionele genetische informatie. Genetische informatie die niet gerelateerd is aan al bestaande genetische elementen’’. Deze uitsmijter is dwaas, want de evolutietheorie stelt juist, dat nieuwe informatie ontstaat uit bestaande informatie, via toevallige veranderingen en natuurlijke selectie. Door bijvoorbeeld verdubbeling van genen gevolgd door veranderingen in een van beide, of door samenvoeging van twee genen tot een nieuwe gen (recombinatie) kan nieuwe informatie ontstaan. Maar die is altijd gerelateerd aan bestaande genetische informatie.
Ongetwijfeld is er een publiek voor dit boek. Wie principiële bezwaren heeft tegen het idee van evolutie, vindt hierin een wetenschappelijk uitziende weerlegging van Darwins theorie. Helaas blijkt de keizer geen kleren te dragen, zoals zo vaak bij boeken die het wetenschappelijk creationisme verkondigen.
—————————————————————————————-
Reactie Peter Borger (copy-paste overgenomen uit zijn mail, dus op de tekst is geen enkele vorm van ‘editing’ toegepast, rf)
Vorige week verscheen in uw krant een recentie van mijn boek Terug naar de Oorsprong – of hoe de nieuwe biologie het tijdperk van Darwin beeindigd. Het blijkt van de hand van uw wetenschapsredacteur Fransen. Met aandacht heb ik het stukje gelezen en al doende viel ik van de ene in de andere verbazing. Het staat vol onwaarheden en de inhoud van mijn boek wordt volledig fout weergegeven.
Ik heb voor het verschijnen van dit stukje (recentie kun je het niet noemen) zelfs nog met de heer Franssen gecommuniceerd en hem aangeboden te helpen als er vragen waren. Daar heeft hij geen gebruik van gemaakt. De inhoud van zijn stuk geeft mijn boek echter volledig foutief weer.
Franssen zegt bijvoorbeeld: “Daarbij negeert hij problemen die zijn eigen GUToB-theorie veroorzaakt. Hoe bleef al die overtollige informatie intact totdat ze gebruikt kon worden?”
Dit is niet waar. Ik negeer dit niet. In tegendeel zelfs. Ik zeg dat dit soort niet gebruikte elementen desintegreren. DESINTEGRERERN! Ze kunnen niet stabiel in het genoom blijven bestaan. Dit staat meermalen met nadruk in mijn boek. Het vormen van nieuwe soorten kan zo op eenvoudige manier worden begrepen als het uiteenvallen van grotere genomen. Ik onderbouw het in mijn boek zelfs met verschillende voorbeelden vanuit de biologische literatuur.
Fransen zegt ook: “En waar is het bewijs dat genomen nog steeds ‘verborgen’ programma’s bevatten, waardoor nieuwe soorten zouden kunnen ontstaan?”
Fransen verdraait ook hier wat ik in mijn boek zeg. Ten eerste zijn deze cryptische programmas in bacteria aangetoond. Ze worden door kleine genetische insertie sequenties – een soort VIGEs – geactiveerd. En in gisten zijn cryptische programma’s ook al ontdekt. Daar worden ze door prionen geactiveerd. Dat staat ook gewoon in mijn boek. Ten tweede bestaan er positie effecten, die zonder de noodzaak van nieuwe genetische programma’s nieuwe fenotypen bewerkstelligen. Dit wordt ook uitgebreid in mijn boek behandeld . U kunt dus begrijpen dat ik me begon af te vragen of Fransen mijn boek eigenlijk wel had gelezen.
Dan zegt Fransen; “Borger veegt al deze verschillende elementen bijeen onder een nieuwe naam en stelt dat ze door de Schepper in het DNA zijn gestopt om variatie te veroorzaken.”
Dit is ook een verdraaiing van wat ik daadwerkelijk zeg. We kunnen al deze vreemde onbegrepen stukken DNA begrijpen als variatie-inducerende genetische elementen. Want al deze elementen zijn in twee dingen heel goed: 1) nieuwe contexten van bestaande DNA elementen creeren, 2) het herschikkebn van reeds bestaande DNA elementen. Deze twee samen herkennen we op fenotypisch nivo als variatie. Ik zeg ook dat er heel veel niet-functionele VIGEs in het genoom accumuleerden en dat ziet er uit als junk DNA. Nog geen maand nadat ik mij document naar de uitgever had gestuurd verschenen er een aantal wetenschappelijke publicaties (Faulkner GC et al, 2009) die aantoonden dat 30% van de genen in de mens beginnen met een endogeen retrovirus. Die had ik net als VIGEs geklassificeerd en daar was het bewijs! We kunnen nu ook beter begrijpen waar RNA virusen – de veroorzakers van bijvoorbeeld AIDS en griep – hun oorsprong hebben: In het genoom als gerecombineerde VIGEs. Maar dit alles is niet aan Fransen besteedt. Hier nog een onwaarheid:
“Toevallige mutaties bestaan niet, zegt hij bijvoorbeeld, want er zijn aanwijzingen dat sommige stukken DNA mutaties ‘aantrekken’.”
Dit zeg ik nergens in mijn boek. Ik zeg dat er zowel random als non-random mutaties bestaan. En de logische consequentie is dat non-random mutaties een illusie geven van common descent. Ik geef hiermee de juiste verklaring voor homoplasie op moleculair nivo. Homoplasie is voorheen nog nooit door iemand begrepen en ik geef hiervoor nu een heel plausibele verklaring.
Fransen zegt ook: “… biologen bedoelen met ‘toevallige mutaties’ niet dat mutaties op een toevallige plek in het DNA
plaatsvinden, maar dat die mutaties niet doelgericht zijn.”
Hier vertelt Fransen mij niets nieuws. Daarom definieerde ik ook in mijn boek wat ik onder non-random mutaties versta. Het staat minstens een aantal malen in mijn boek. Nog even voor Fransen: Deze mutaties zijn non-random met betrekking tot positie in het genoom waar ze voorkomen en/of met betrekking tot de nucleotide (DNA letter). Maar er zijn ook non-random mutaties die doelgericht worden geintroduceerd na aanleiding van een stress. Dat staat ook in mijn boek.
Zoals u aan bovenstaande voorbeelden kunt zien geeft het stuk van Fransen niet de inhoud van mijn boek weer. In tegendeel, het staat vol fouten en verdraaiingen. Ik vind het zeer teleurstellend te zien dat uw achterban op deze manier van desinformatie wordt voorzien. Ik verwacht dan ook van de redactie dat ze dit tegengeluid publiceert, opdat de publieke opinie betreffende mijn boek niet op onwaarheden en verdraaiingen wordt gebaseerd.
Groet,
Dr. Peter Borger
Bazel, CH
Ik ben benieuwd naar de discussie die nu ongetwijfeld zal komen. Goed dat de link naar het artikel van Gould in de recensie opgenomen is, zodat de onvolledige citering door iedereen gecontroleerd kan worden.
@ René
Veel van de reacties staan al in het vorige blog. Misschien kun je die nog hieronder plakken?
groet, Pieter
Daar is geen knop voor in WordPress, voor zover ik kon zien, en handmatig, dat gaat ‘m niet worden.
René,
Hartelijk dank dat je de recensie online hebt gezet. Ik keek al bijna om het uur op de ND-site om te zien of hij er al stond, maar was iedere keer weer teleurgesteld. Nu kan ik zelf de tekst lezen.
En ik moet je eenvoudigweg complimenteren: vanwege alle negatieve reacties op je andere stuk kreeg ik een bepaalde indruk opgedrongen, maar het is gewoon een degelijke recensie, wat PB of anderen ook zeggen. Je bent objectief, stelt vragen vanuit je eigen expertise, en bent – zoals het een journalist betaamt – kritisch. Uitstekend. Van vooringenomenheid o.i.d. is wat mij betreft geen sprake. Borger mag piepen (dat zou het liefst iedere schrijver doen die een kritische recensie krijgt), maar je bent ronduit eerlijk én spreekt met kennis van zaken.
Overigens vind ik (dit is dus mijn mening) dat het niet de taak van een schrijver is om te piepen als zijn boek een kritische recensie krijgt. Als er iemand aan de bel moet trekken als een recensie onbehoorlijk of unfair wordt gevonden, dan is het de uitgever die uiteindelijk de eindverantwoordelijke voor het boek is, maar niet de schrijver. De schrijver mag piepen op zijn eigen blog, maar een brief schrijven naar de krant is kinderachtig.
@ Taede,
“Helaas blijkt de keizer geen kleren te dragen, zoals zo vaak bij boeken die het wetenschappelijk creationisme verkondigen.”
Dit is verre van objectief. Dit is een ongefundeerde uitspraak, en ik wacht op een duidelijke beargumentatie dit citaat. Verder wordt er veel gebakkeleid over fouten. Dit alles maakt de recensie mijns inziens erg slecht.
“beargumentatie dit citaat” moest zijn “beargumentatie van dit citaat”
@ Janus, het vorige boek in dit genre dat ik heb besproken was ‘Hoe bestaat het’. De ’95 stellingen’ heb ik helemaal genegeerd. Ik heb nog nooit een boek gelezen uit de hoek van het wetenschappelijk creationisme dat ik overtuigend vond. Zelfs niet in de periode dat ik zelf graag overtuigd wílde worden.
“het vorige boek in dit genre dat ik heb besproken was ‘Hoe bestaat het’. De ‘95 stellingen’ heb ik helemaal genegeerd”
Ohhh… is dat jou idee van ‘wetenschappelijk creationisme’ dat verklaart een hoop. Maar dat is creationisme for dummies. 🙂
Persoonlijk vind ik Mike Oard wel goed, verder zou ik je het boek van Dr. Vij Sodera aan willen bevelen, hij heeft een boek geschreven One Small Speck, je moet vooral het tweede druk hebben. Een geologisch werk is van Andrew Snelling. Dit boek vind je onder deze link: Earth’s Catastrophic past. Verder zijn er een hoop technische monografen, dat is het wetenschappelijk creationisme.
Het enige boek uit het Nederlands die een beetje in die richting komt is Dr. Ariël Roth – Oorsprong. Ook de boeken van John Byl behoren tot dat genre.
Maar goed jou beeld is dus niet correct. Hoe bestaat het en de 95 stellingen noem ik geen wetenschappelijk creationisme. Dus nogmaals een mijns inziens ongefundeerde uitspraak.
@ René,
Ik hoop trouwens dat je niet bij H7 van ‘hoe bestaat het’gestrand bent. Ik hoop dat je nog verder gaat met dat werk.
Geachte lezers,
Dit berichtje kreeg ik vandaag van de adjunct hoofdredacteur van het ND. Ze zijn niet van plan om mijn ingezonden brief te plaatsen. Om een rectificatie heb ik niet eens gevraagd.
“Geachte heer Borger,
We hebben uw verzoek ontvangen te willen reageren op de recensie van Rene Fransen van uw boek ‘Terug naar de Oorsprong – of hoe de nieuwe biologie het tijdperk van Darwin beeindigd’. We hanteren bij het Nederlands Dagblad echter de regel dat er op recensies niet gereageerd mag worden en dus ook niet door de schrijver van een boek. Als er feitelijke onjuistheden zijn, zullen we die rectificeren, maar daarvan is in dit geval volgens ons geen sprake. De enige fout die we kunnen erkennen, is de opmerking ‘Toevallige mutaties bestaan niet,…’ U hebt niet gezegd dat er nergens toevallige mutaties zijn. Wel suggereert u in uw boek dat verschillende klassen mutaties, en misschien alle puntmutaties, non-random zijn, omdat ze op een specifieke plek in het genoom plaatsvinden, en/of een specifieke verandering veroorzaken. Dit is weer zo’n eigen definitie. Dit vinden we te klein voor een ‘rectificatie’, omdat het verdere betoog wel klopt.
Met vriendelijke groet,
Koert van Bekkum
Adjunct-hoofdredacteur”
Ook de Adjunct beweert dat ik “niet heb gezegd dat er nergens toevallige mutaties zijn.”
Als dat inderdaad zo zou zijn, dan “so what?”
Maar het is een onwaarheid. Zullen we deze leugen van de Adjunct ook maar even exposeren. Op pagina 268 van mijn boek in het samenvattende hoofdstuk staat:
[begin citaat]
5. Mutaties
5.1. Random mutaties
Random mutaties zijn willekeurig optredende fouten en accumuleren als het fysische resultaat van falende duplicatie- en reparatiesystemen. Hun individuele effect is zo gering dat natuurlijke selectie er geen enkele invloed op kan uitoefenen. Ze worden niet verwijderd, noch geconserveerd. Random mutaties spelen geen rol van betekenis in de biologie. Waar en wanneer random mutaties in het genoom optreden, is niet te voorspellen. Nieuwe unieke biologische informatie, zoals nieuwe unieke microRNA-genen, zijn
niet het resultaat van falende biologische systemen. Ze vormen een sluitende bewijsvoering tegen Darwins gemeenschappelijke afstamming.
[einde citaat]
Blijkbaar schroomt ook de leiding van deze krant niet om de waarheid te verdraaien.
De vooringenomenheid is ook wel duidlijk uit:
“Dit is weer zo’n eigen definitie.”
Hoezo weer? Weer? Waar weer?
Ik heb nog eerder nooit met deze beste man gecommuniceerd!
En sinds wanneer is het verboden begrippen te definieren?
Het is wel duidelijk wat hier speelt.
pb
@ René,
Dat ik je recensie niet goed vind betekent overigens niet dat ik je persoonlijk gelijk slecht vind, of een niet oprechte christen. Daar hoef ik niet aan te komen. Ik ben al blij dat je enkele boeken van creationisten onder de loep neemt. Van fouten ontmaskeren kan ik een hoop leren! Ga zo door daarmee.
@ PB,
“omdat het verdere betoog wel klopt.”
Hij heeft ook ineens biologie gestudeerd?
Janus, die laatste alinea was vooral een verzuchting. Ik heb zoveel nonsens langs zien komen… Daarnaast: ik recenseer alleen Nederlandse boeken. Dat beperkt het veld. Maar dat zijn ook de boeken die de ND-lezer tegenkomt – ten minste, de overgrote meerderheid. Vanuit dat perspectief is die laatste alinea geschreven.
@ René,
“die laatste alinea was vooral een verzuchting. Ik heb zoveel nonsens langs zien komen… Daarnaast: ik recenseer alleen Nederlandse boeken. Dat beperkt het veld. Maar dat zijn ook de boeken die de ND-lezer tegenkomt – ten minste, de overgrote meerderheid. Vanuit dat perspectief is die laatste alinea geschreven.”
Aha, dan begrijp ik het. Maar dan zou je ‘wetenschappelijk’ beter kunnen vervangen door ‘Nederlands’. Ken jij het boek van Ariël Roth trouwens? En van John Byl?
Context lezen is niet Eelco’s sterkste punt en ook niet dat van Fransen. Voor deze geleerde mannen (beide gepomoveerde academici) zal ik het even heel simpel opschrijven:
[citaat begin]
“Mivart concludeerde dat natuurlijke selectie niet verantwoordelijk kon zijn voor het ontstaan van nieuwe, complexe structuren. Andere wetten of wetmatigheden zouden daarom moeten bestaan die de oorsprong van deze structuren zouden verklaren. Stephan J. Gould, de beroemde paleontoloog, verwoordde Mivarts bezwaren tegen Darwins natuurlijke selectieprincipe als volgt:
[hier het bezwaar van Mivart bij monde van Gould]
Ook verschillende biologen die aan het begin van de twintigste eeuw leefden, zoals Leo Berg en William Bateson, beseften terdege dat Darwins selectiehypothese ernstig tekortschoot in het verklaren van dit soort structuren.”
[citaat einde TndO]
Of deze is misschien nog beter te begrijpen:
[citaat begin]
“Mivart concludeerde dat natuurlijke selectie niet verantwoordelijk kon zijn voor het ontstaan van nieuwe, complexe structuren. Andere wetten of wetmatigheden zouden daarom moeten bestaan die de oorsprong van deze structuren zouden verklaren. Mivarts bezwaren worden wellicht het best als volgt verwoord:
[Mivarts bezwaar samengevat door Gould]
Ook verschillende biologen die aan het begin van de twintigste eeuw leefden, zoals Leo Berg en William Bateson, beseften terdege dat Darwins selectiehypothese ernstig tekortschoot in het verklaren van dit soort structuren.”
[citaat einde TndO]
Niet echt moeilijk, dus. En ik geloof dat u beiden intelligent genoeg is om een simpele Nederlandse tekst te ontleden.
Let wel, ik noem deze biologen ook nog eens in chronologsiche volgorde. Eerst Mivart (1871), dan Berg en Bateson (1895-1920), daarna Davison (eind 20e eeuw).
Gould heb ik niet nodig, want hij was Darwinist. Van het punceeq type, weliswaar. Maar hoe kan die nou bezwaren hebben tegen NS?
pb
Samenvatting: Het gaat dus over hoe Mivarts bezwaar door Gould werd verwoord. Het stukje van Fransen is een schoolvoorbeeld hoe je een tekst uit context kunt rukken om er zelf voordeel mee te behalen.
Peter schreef:
De vooringenomenheid is ook wel duidlijk uit:
“Dit is weer zo’n eigen definitie.”
Hoezo weer? Weer? Waar weer?
Ik heb nog eerder nooit met deze beste man gecommuniceerd!
Het deed me denken aan wat René zei bij de discussie onder ‘Jong Staphorst’: “Het probleem van VIGE’s (weer een door PB gedefinieerd iets) is, …”
Overigens, de adjunkt-directeur van het ND heeft Peters boek blijkbaar ook al gelezen, anders schreef hij niet “Dit vinden we te klein voor een ‘rectificatie’, omdat het verdere betoog wel klopt.”
Dat is dan wel weer te prijzen.
“Hij heeft ook ineens biologie gestudeerd?”
Blijkbaar kan iedereen het stukje van Fransen op waarde schatten zonder mijn boek te hoeven gelezen. Echt heel knap.
Darwin was ook maar gewoon een 19e eeuwse theoloog en zijn hypothesen verklaren vrijwel geen enkel aspect van de biologie.
pb
Ach Peter, laat je niet kisten door de ND-redactie. Dat zijn toch allemaal atheïsten die Darwin nodig hebben voor hun geloof.
@ Pieter,
“Dat is dan wel weer te prijzen.”
Of het is van horen zeggen.
“Overigens, de adjunkt-directeur van het ND heeft Peters boek blijkbaar ook al gelezen,”
Ik denk eerder dat hij alleen het blogje van Fransen heeft doorgelezen en door Fransen is geinspireerd.
[Maar dat is speculatie, dus pin me er niet op vast als hij mijn boek wel zou hebben gelezen.]
pb
“Ach Peter, laat je niet kisten door de ND-redactie. Dat zijn toch allemaal atheïsten die Darwin nodig hebben voor hun geloof.”
Maar ik niet. Ik heb er zelfs een boek over geschreven.
pb
Koert van Bekkum geeft duidelijk aan dat reacties op recensies niet geplaatst worden. Dat is simpelweg een algemene (zeer begrijpelijke ) regel en daar valt Peter ook onder.
De uitzondering is als er rectificatie moet plaatsvinden van feitelijke onjuistheden. Die vind Van Bekkum alleen in de zin± `..toevallige mutaties bestaan niet..´ Juist omdat er onduidelijkheid is over de definities van toevallig, random en non-random, vindt de redactie dat niet genoeg om tot rectificatie over te gaan. Het woordje ‘weer’ vind ik wel ongelukkig gekozen, maar verraadt gewoon dat Van Bekkum op de hoogte is van de gaande discussie (hier).
Of het verdere betoog klopt, zoals Van Bekkum zegt, vind ik een waardeoordeel wat hij niet kan geven (niet als redactielid). Het is Fransens mening. Ook al klopte er overduidelijk niets van, dan nog zou het in de krant hebben kunnen staan. Als Fransen zich maar aan de feitelijke informatie houdt die in het boek staan.
Wat een gedoe eigenlijk…
Overigens moet ik nog wel wat kwijt: Peter Borger geeft zomaar letterlijk een mail weer die hij van Van Bekkum heeft ontvangen, maar een e-mail valt wettelijk onder briefgeheim. Je mag dus niet zomaar e-mail content online gooien, tenzij de afzender daar expliciet toestemming heeft gegeven. Heeft Van Bekkum dat, Peter?
Waar ging nu eigenlijk de parabel van nieuwe kleren van de keizer over, waar Frans over schrijft?
Het ging over een kleermaker die net deed alsof hij de meest kostbare stof ter wereld bezit. Maar de stof kan alleen worden gezien door slimme mensen.
De keizer wil natuurlijk niet dommer dan een kleermaker zijn en doet net alsof hij de stof ziet.
“Elegant en eevoudig, meneer Darwin,” zegt de keizer.
In werkelijkheid speelt kleermaker Darwin een heel goede pantomime. Hij kneed en kneed, en het ziet er allemaal prachtig uit. En zo echt. Er is geen kreukeltje te bekennen en als ze er wel zijn, dan kneed hij nog een beetje harder.
De dienstknechten die eromheen staan zeggen ook maar niks, want wie wil er nu dom zijn? En het lijkt zo echt.
Dan komt de eerste minister binnen. Hij ziet de koning in zijn blootje maar zegt niets. Want hij is toch de slimste van het hele land? Anders was hij toch geen eerste minister? Toch ziet hij geen kleren.
“Briljant, koning”, zegt hij, “wat een prachtige elegante en kneedbaar geheel. Het kan werkelijk alle kanten op. En alles past er helemaal in. Mijn complimenten, meneer de kleermaker.”
Na verloop van tijd, en ettelijke uurtjes pantomime van de kleermaker later, is het mooiste dat de mensheid ooit heeft gezien, klaar.
De optocht gaat door de hoofdstraat. Overal staan jubelende mensen. Wat een prachtig elegantie. “Hoera, lang leve de kleren van de keizer”, jubelen ze in koor.
Dan komt er een kind naar voren en verspert de optocht de weg.
“Ophoepelen”, zeggen de lakeien, en schoppen het kind zo de menigte in. Niemand die het hoort, maar een zacht stemmetje gaat verloren tussen het gejoel en gefeest:
“hij loopt in zijn blote piemelos….”
De optocht gaat verder.
Groet,
PB
U zult toch echt moeten worden als kinderen, geachte lezers.
De optocht loopt wel door. Tot het einde van de wereld gaat het gejubel.
@Taede,
“Peter Borger geeft zomaar letterlijk een mail weer die hij van Van Bekkum heeft ontvangen, maar een e-mail valt wettelijk onder briefgeheim.”
Dat had ik ook nog willen schrijven eigenlijk. Ik wist niet dat het verboden was, maar ik voelde me er niet prettig bij.
“U zult toch echt moeten worden als kinderen”
Geen dingen uit z’n verband halen, Peter (ik neem tenminste aan dat je een link legt naar de Bijbel)
“Uw reactie wacht op goedkeuring”
Toch staat ie er al 😉
Komt waarschijnlijk doordat ik een ander emailadres heb ingevuld…
“Je mag dus niet zomaar e-mail content online gooien”
Briefgeheim? Is dat niet een kinderboek?
Van welke wet mag dat niet? De Zwitserse? Laten we het inderdaad voor het gerecht slepen. Dan krijgt het pas echt ruchtbaarheid. Stel maar alvast een uitkleveringsbevel op.
Mijn reactie die hierboven wordt getoond door Fransen is ook afkomstig uit een email die ik aan Fransen stuurde. Hij zegt zelf:
“Reactie Peter Borger (copy-paste overgenomen uit zijn mail, dus op de tekst is geen enkele vorm van ‘editing’ toegepast, rf)”
Moet hij nu ook voor het gerecht?
Maak u niet zo druk.
pb
@Peter,
Ik zou niet zo hoog van de toren blazen als ik jou was, want Taede heeft wel een punt. Jouw mail aan René staat open en bloot op je eigen blog, dus is al openbaar (op enkele verschillen na)
@ Peter,
Dat e-mails onder briefgeheim vallen, is gewoon wettelijk vastgelegd. Met andere woorden: als Van Bekkum pertinent niet wil dat zijn mail aan jou publiek gemaakt wordt, kan hij jou op dit moment voor het gerecht slepen. Arnoud heeft gelijk, jij hebt je eigen reactie al op je blog gezet, en die is dus al openbaar (hoewel René nog een linkje zou kunnen geven als “bronvermelding” om helemaal correct te zijn).
En pas maar op met je hatelijke reacties in de richting van iedereen die ook maar enigszins kritisch naar jou reageert. Je hebt wat krediet van enkele bezoekers van dit blog. Verspeel dat maar niet…
@ Janus: Roth staat in mijn boekenkast, maar daar ben ik absoluut niet van onder de indruk. De creationistische geolgen ken ik niet zo goed (niet mijn vakgebied), maar de bespreking in ‘The Bible, Rocks and Time'(zie http://www.sterrenstof.info/?p=528) is tamelijk dodelijk.
@ René,
Welke bespreking van creationistische modellen in een anti-creationistisch boek is dat niet? Wat mankeert er aan het boek van Roth dat je ‘absoluut niet van onder de indruk ben'(t)?
Het door jou genoemde boek zou dan nog eens door mij besteld moeten worden.
Ben je het met me eens dat ‘wetenschappelijk creationisme’ in je recensie niet goed gekozen is?
Janus, Bible, Rocks & Time is niet strikt anti-creationistisch. De auteurs zijn beiden christen en zien God als Schepper.
Met het voorbehoud dat ik (lang) niet alles heb gelezen wat er is gepubliceerd in boekvorm of op internet, kan ik zeggen dat ik nog nimmer overtuigd ben door een wetenschappelijk creationistisch werk. Vanwege dat voorbehoud heb ik in die alinea ‘zoals zo vaak’ gebruikt, en niet ‘altijd’.
@ René,
Ik denk dat je begrijpt wat ik bedoel met anti-creationistisch in die zin van dat ze geen waarde hechten aan een jonge aarde en een recente schepping..
Zoals al eerder gezegd (Jong Staphorst) komt bij mij ‘zoals zo vaak’ over als 75% van de wetenschappelijke creationistische literatuur. Dus ik was benieuwd wat je daar dan mee bedoelde. Toen zei je ik heb ‘Hoe bestaat het’ gerecenseerd. Maar dat noem ik geen Wetenschappelijk creationisme maar creationisme voor dummies. Mijn vraag is dus wat heb je gelezen om deze conclusie te rechtvaardigen? Het gaat er dan niet om of jij overtuigd bent, want dat doet niets toe of af aan de juistheid van een boek.
Peter Borger: “Context lezen is niet Eelco’s sterkste punt en ook niet dat van Fransen.”
Het gaat hier juist om jouw opzettelijke weglaten van de context van het citaat van Gould. Je citeert uit de context: daarom is het een quote-mine i.p.v. een quote. Zoals jij het schrijft lijkt Gould, “de beroemde paleontoloog”, het met Mivart eens te zijn. Dat hij dat niet is blijkt uit wat er vlak na het citaat in de oorspronkelijke tekst staat.
Hier ben je al vaak op gewezen: eerst door Bart Klink, en later door mij, op je eigen blog.
Zie http://www.vkblog.nl/bericht/180004
en http://www.vkblog.nl/bericht/247443
Jouw quote-mine komt uit de ‘Quote Library’ van http://www.arn.org: http://www.arn.org/blogsq/index.php?title=gould_s_j_not_necessarily_a_wing&more=1&c=1&tb=1&pb=1
Eelco zegt: “Het gaat hier juist om jouw opzettelijke weglaten van de context van het citaat van Gould. Je citeert uit de context: daarom is het een quote-mine i.p.v. een quote. Zoals jij het schrijft lijkt Gould, “de beroemde paleontoloog”, het met Mivart eens te zijn. Dat hij dat niet is blijkt uit wat er vlak na het citaat in de oorspronkelijke tekst staat.”
Dit is ook weer niets dan een beschuldiging. Ik heb niets opzettelijk weggelaten. Ik mag bij monde van Gould Mivart’s probleem met selectie weergeven. Dat is geen quote mine.
Als ik had beweerd dat Gould het met Mivart eens zou zijn en dan de quote had geplaatst, dan ja, dan had ik het willens en wetens gedaan.
Maar dat is aantoonbaar niet het geval.
pb
Peter, stel, er is een bioloog (laten we ‘m PB noemen), die ergens op zijn blog schrijft: “Charles Darwin stelde dat evolutie van eencellige tot mens het gevolg is van natuurlijke selectie van toevallige variatie. Maar dat vind ik onzin.”
Stel, ik schrijf een opstel over evolutie en citeer dan: “De bekende bioloog en blogger PB schrijft dat Darwin stelde dat evolutie van eencellige tot mens het gevolg is van natuurlijke selectie van toevallige variatie. Ook andere biologen, als Richard Dawkins, bevestigen dit.”
Hoe zou jij dan reageren?
Los daarvan, je noemt een probleem, maar niet de aangedragen oplossingen. Gould beschrijft een theoretisch kader dat het probleem van Mivart oplost en geeft er een praktische invulling bij. Daar kan je het mee oneens zijn, maar dan moet je ook laten zien waarom.
Fransen schrijft:
“De bekende bioloog en blogger PB schrijft dat Darwin stelde dat evolutie van eencellige tot mens het gevolg is van natuurlijke selectie van toevallige variatie. Ook andere biologen, als Richard Dawkins, bevestigen dit.”
PB: Iedereen mag dit zo opschrijven. Daarmee wordt ik niet misgerepresenteerd. Darwin ook niet. Dawkins ook niet. Fransen mag best Darwins hypothesen bij monde van Borger weergeven.
Mivart’s probleem mag ook best bij monde van Gould worden weergegeven.
Ook wel bij monde van de paus, de bakker, of weet ik bij monde van wie.
Zelfs Bart Klink is er niet over gestruikeld in zijn zeer uitgebreide “weerlegging”. En “De Atheist” is er alles aan gelegen en heeft geen kans onbenut gelaten, om mijn boek af te schieten.
Fransen zit hier taalkundig hopeloos fout.
pb
Geloof me, Peter, een tekst kan taalkundig kloppen maar inhoudelijk (of journalistiek) over de grens gaan. Je tekst is suggestief en je onthoudt de lezer belangrijke informatie (nl. dat er tegengeluiden zijn).
Peter Borger: Zelfs Bart Klink is er niet over gestruikeld in zijn zeer uitgebreide “weerlegging”.
Zoals ik al aangaf wat Bart Klink de eerste die je op deze quote-mine wees. Hij is niet in herhaling gevallen in z’n bespreking van je boek.
Het voorbeeld van René Fransen illustreert heel duidelijk hoe een quote-mine werkt, en hoe ook de jouwe in elkaar zit. Jouw gebruik van de quote van Gould, die je uit z’n context trok, wekt de suggestie dat Gould het met Mivart eens was, terwijl dat niet zo was.
(i.p.v. ‘wat’ moet er ‘was’ staan in bovenstaande reactie)
“Geloof me, Peter, een tekst kan taalkundig kloppen maar inhoudelijk (of journalistiek) over de grens gaan. Je tekst is suggestief en je onthoudt de lezer belangrijke informatie (nl. dat er tegengeluiden zijn).”
Ik moet meneer Fransen geloven? Als ik dat zou doen dan zou ik een waardeloos leugenachtig quotemine boek hebben geschreven. Maar dat heb ik niet.
Je kunt wat mij betreft krom praten wat recht is, en vice versa, ik prepareer wel een weerlegging van jouw stukje voor volgend weekend.
pb
Lees dit ook eens:
http://www.dutchcreationscience.com/artikelen-qin-de-maatschappijq/28-creationismenederland/833-reactie-op-recensie-rene-fransen-in-het-nd
pb
@ René
“Je tekst is suggestief en je onthoudt de lezer belangrijke informatie (nl. dat er tegengeluiden zijn).”
Is de tekst van Peter niet zelf juist een tegengeluid? Is het niet altijd de verklaring van random mutaties plus natuurlijke selectie die te pas en te onpas erbij gehaald wordt? In de literatuur van de afgelopen 150 jaar is dit het kader waarbinnen alle feiten altijd verklaard worden. Dat er tegengeluiden zijn is dus vanzelfsprekend!
Ben je met me eens dat we door deze discussie voorbij gaan aan de werkelijke inhoud van Peters boek?
“Ben je met me eens dat we door deze discussie voorbij gaan aan de werkelijke inhoud van Peters boek?”
Dat is ook de hele bedoeling. Het is de a priori opzet. Vanaf de eerste regel van Fransens stukje is het duidelijk dat Borgers boek moet worden afgemaakt. Fransen brengt niet alleen een stroman met uit de context gerukte quotes, maar hij legt daarmee eveneens een enorm rookgordijn aan. Het is blijkbaar van belang dat de inhoud van het boek niet wordt besproken.
Maar goed, ik bereid wel een verhaaltje voor, voor in Zwolle.
pb
Peter Borger, waarom denk je dat je boek “moet worden afgemaakt”, i.p.v. ‘wordt afgemaakt’ ? Van wie moet dat dan, en waarom ?
Vraag maar aan Fransen.
@René,
Pieter schrijft: “Is de tekst van Peter niet zelf juist een tegengeluid?”
Mee eens. In veel wetenschappelijk literatuur zie ik de grootste onzin en vooroordelen over het christendom voorbij komen. Geen hond die daarover valt. Een mogelijk interessante theorie van bioloog PB moet het ontgelden: het wordt tot op de draad uitgemolken of het wel geheel volgens de wetenschappelijke methode is.
groet,
arnoud
@ Peter
“Dat is ook de hele bedoeling. Het is de a priori opzet. ”
Eerlijk gezegd heb ik een andere indruk van René uit zijn boek en de discussies die hij op deze site voert; ik twijfel niet aan zijn integriteit.
Ik ben erg nieuwsgierig naar wat René vindt van de concrete argumenten die je noemt.
Peter Borger: “Vraag maar aan Fransen.”
Ik vroeg het aan jou. Jij stelt dat je boek “moet worden afgemaakt”, René Fransen niet. Dus ben ik benieuwd van wie dat dan “moet”, en waarom.