Een berichtje op nu.nl, dat interessant lijkt, maar bij nadere beschouwing toch weer niet zo heel erg. Het berichtje begint met deze uitspraak: “Mensen zijn in staat om in hogere machten te geloven dankzij hersendelen die vrij recentelijk zijn geëvolueerd. Dat hebben Amerikaanse wetenschappers ontdekt.”
Aha. Recentelijk geëvolueerd, dus stukken brein die uniek zijn voor mensen en die minder ontwikkeld zijn bij, zeg, chimpansees of koalabeertjes. Spannend. Maar wat zegt dit stuk nu eigenlijk?
Probeer voor de aardigheid eens overal waar over religie gesproken wordt, het woordt ‘wetenschap’ in te vullen. De ‘hogere machten’ moeten dan ‘natuurwetten’ worden. Want ook daarin verschillen mensen van dieren, ze kunnen hun omgeving in veel hogere mate ordenen en analyseren (hoewel apen er ook wat van kunnen…).
Mensen hebben ook soepele vingers, waardoor we beter dingen kunnen maken. Doet ook niemand moeilijk over. En mensen gebruiken taal, daar zijn onze hersenen ook op aangepast. Vul voor ‘religie’ in het berichtje maar eens ’taal’ in.
Om het concept ‘God’ te kunnen hanteren, moet je inderdaad bepaalde mentale capaciteiten hebben. Dat die vooral zitten in de hersenkwabben die typisch zijn voor de mens (dus ‘laat’ geëvolueerd) kan nauwelijks verbazing wekken. Koalabeertjes doen niet aan religie of wetenschap. Of taal.
Het brein van de mens heeft – in de evolutie – het vermogen gekregen om religieus te denken. Dat is wat in deze studie is aangetoond. Het brein heeft ook het vermogen gekregen door diezelfde evolutie om wetenschappelijk te denken, en om een complexe taal te hanteren. Maar dat zegt niets over de reden waarom religie/wetenschap/taal is ontstaan. Is het uit ons brein opgeborreld? Of aangewakkerd door iets van buiten?
Overigens, de onderzoekers zelf relativeren de uitkomst al weer een beetje: “Dit onderzoek vertelt ons niets over het bestaan van een hogere macht zoals god”, verklaart hij. “Het laat alleen zien hoe onze hersenen en geest samenwerken om ons te voorzien van een bepaald geloof waardoor we ons laten leiden bij dagelijkse bezigheden.”
Iets meer informatie staat op de site van New Scientist, daar ook een verwijzing naar het oorspronkelijke artikel.