Goed, in mijn vorige bespreking van het WEET nummer van augustus kwam ik tot net voorbij het nietje. Nu ga ik dus door vanaf bladzijde 34, waar een stuk van vier pagina’s over een herbouwd Romeins kamp, castellum Hoge Woerd. Daar wil ik nog wel eens naar toe! In het stuk vertelt stadsarcheoloog Erik Graafstal hoe het verleden er uit zag. Leuk stuk, en het meest opvallende is wel dat hier zonder enige vorm van kritiek ‘historische wetenschap’ wordt gepresenteerd.
Creationisten maken nogal eens verschil tussen ‘operationele’ of ‘experimentele’ wetenschap (waarvan je de resultaten voor je ogen ziet verschijnen) en ‘historische wetenschap’, waar je nu eenmaal niet bij was en wat dus allemaal interpretatie is. Dat zagen we al in de vorige aflevering, bij het redactioneel van Jan Rein de Wit. Als we Graafstal hadden losgelaten op de kerktoren in het meer die hij beschreef, zou deze ongetwijfeld de juiste verklaring hebben gevonden.
De vraag die bij mij blijft liggen is: waarom kan een archeoloog een Romeins fort wél reconstrueren, maar weigeren jonge aarde creationisten de interpretaties over ‘deep time’? Die zijn uiteindelijk op vergelijkbare aannames en methoden gebaseerd. En je hebt in beide gevallen controlemechanismen nodig (is die knoop echt Romeins, of een jongere ‘vervuiling’).