Hier is-ie dan, het essay dat ik begin februari publiceerde in het Nederlands Dagblad. Daar gaat de discussie inmiddels over schepping en zondeval.
Dit stuk is geschreven op basis van mijn betrokkenheid aan het debat over schepping en evolutie in christelijke kring. Daar heb ik ook de meeste tijd in gestoken de afgelopen vijf jaar.
Onder de vorige post stelde M een aantal vragen. (Terzijde, het zou een stuk gezelliger discussiëren zijn wanneer M zijn naam eens wilde noemen – het klinkt zo ontzettend James Bond). Ik heb geprobeerd een aantal van de vragen te beantwoorden (grofweg de vragen die ik begreep).
De vragen en de antwoorden zet ik even in een aparte blog, omdat ik de discussie onder mijn vorige bijdrage wil beperken tot de vragen & antwoorden die in de blogpost genoemd zijn. De vragen staan cursief.
Het afgelopen jaar heb ik weer een paar lezingen gegeven over schepping en evolutie. Bij zo’n lezing komen doorgaans steeds dezelfde vragen terug. Aan het begin van een nieuw jaar daarom eens een korte (en redelijk willekeurige) opsomming, met de (korte!) antwoorden die ik doorgaans geef.
Nu we toch bezig zijn met geologische stukken wil ik ook een bericht van oude aarde creationist Kevin Nelstad a.k.a. The GeoChristian, onder de aandacht brengen. Het gaat om een wat oudere blogpost, waar hij recent de aandacht weer op vestigde.
De GC bespreekt het model voor de vorming van zoutlagen dat onze landgenoot Stef Heerema heeft ontwikkeld. Heerema is een jonge aarde creationist die al een aantal jaren lezingen geeft over dit onderwerp. Hij publiceerde in het Journal of Creation (Vol 23, nr 3, 2009) een artikel over dit onderwerp. Het is dit artikel dat voor de GC als uitgangspunt dient.
In het Reformatorisch Dagblad verscheen onlangs een stukje waarin Michael Oard betoogt dat er aanwijzingen zijn dat dinosauriërs door de zondvloed grotendeels zijn uitgestorven.
Veel van de gebruikte argumenten zijn al eens ter sprake gebracht. Wat opvallend is: dinosaurusnesten in verschillende lagen (zoals Oard toegeeft). Dit lijkt me lastig te verklaren binnen een zondvloedmodel. De nesten zijn immers niet verplaatsbaar en moeten dus in pre-vloedlagen liggen.
Oard brengt ook de megatsunami’s (die eerder op deze site langskwamen) in stelling. Hij baseert zich daarbij op Genesis 8:3 en 5 maar dat is een deel van het verhaal dat juist het einde van de vloed beschrijft. ‘Het is een exegetische kwestie’, aldus Oard. Nogal. Lees verder Even tussendoor: dino’s en de vloed→