Ter gelegenheid van de opening van het Logos Instituut heeft oudtestamenticus Mart Jan Paul een lezing gegeven over de ‘kosmologie’ van de Bijbel. Die is onder de titel ‘De aarde is niet plat in de Bijbel’ gepubliceerd in het Reformatorisch Dagblad.
In het stuk betoogt Paul dat alle beschrijvingen die een platte aarde suggereren (zoals verwijzingen naar pilaren waarop de aarde zou rusten, of de ‘hemelkoepel’ met zon, maan en sterren) feitelijk waarnemingstaal zijn. Net zoals wij nu zeggen dat de zon opkomt, terwijl de zon feitelijk zichtbaar wordt door de draaiing van de aarde, gebruikt de Bijbel deze gewone taal.
Paul zet zich af tegen commentatoren die stellen dat de Bijbelse kosmologie uitgaat van een platte aarde en wateren onder de aarde en boven de hemelkoepel. Hij bestrijdt dat het woord voor ‘hemelkoepel’ duidt op een hard object. Deze vertaling is volgens Paul geïnspireerd door een beschrijving in de Enuma Elish (een Babylonische tekst met onder meer een scheppingsverhaal).