Naar aanleiding van recente discussies op dit blog, heb ik in mijn archief het artikel ‘Zielloze hersenen’ opgezocht. Dat is in 2004 verschenen in het Nederlands Dagblad. Ik schreef het naar aanleiding van de lezing van drie boeken (zie onderaan).
Ik heb het een keertje doorgelezen en sta er nog steeds achter. Al moet ik bekennen dat dit stuk geen antwoorden oplevert, maar alleen vragen stelt. Op zich geen schande, want uiteindelijk is het stellen van goede vragen juist uiterst belangrijk!
Zielloze hersenen
Een van de grote vragen die de wetenschap op dit moment aanpakt is het raadsel van het bewustzijn. Hoe ontstaat uit de elektrische pulsen die in onze hersencellen rondgaan het idee dat wij individuen zijn, met een vrije wil?
Door René Fransen
De Franse filosoof René Descartes kwam met de bekende uitspraak ‘ik denk, dus ik ben’. Maar daarmee creëerde hij direct een enorm probleem: want wie is die ‘ik’ die aan het denken is? Descartes zelf zag een scheiding tussen het lichaam en de geest. Dat zogeheten Cartiaans dualisme leidde tot het beeld van een onstoffelijk ‘ik’ dat de hersenactiviteit analyseert, als een toeschouwer die een film bekijkt. Maar waar zit dat Cartesiaanse theater, de plek waar ons ‘ik’ beelden en indrukken tot zich neemt en omzet in gedachten?
In de afgelopen decennia hebben de moderne neurowetenschappen aangetoond dat dit theater niet bestaat. Er is geen centrale controlekamer in ons brein, waar alle lijntjes samenkomen. En ook de filosofen hebben bijna allemaal afscheid genomen van het dualisme. Want een onstoffelijke geest, dat past niet binnen de uitgangspunten van het wetenschappelijk denken. Iets dat zich per definitie aan metingen onttrekt kan geen onderdeel vormen van een wetenschappelijke theorie. Bovendien, wanneer die geest zich op geen enkele manier laat meten, dan is er blijkbaar geen enkele wisselwerking met de materie. Dus kan de onstoffelijke geest de stoffelijke hersenen niet aansturen, luidt de conclusie. Het uitgangspunt van degenen die de hersenwerking bestuderen is dan ook: er bestaat geen ‘geest-spul’.
Maar met die vaststelling ontstond een nieuw probleem. Wanneer ons bewustzijn, het geheel van onze gedachten en herinneringen, vastligt in onze hersenen, hoe kan er dan een vrije wil bestaan? Ons bewustzijn is niet meer dan de som van de zenuwcellen in ons brein, en die cellen reageren op prikkels die ze ontvangen van andere hersencellen of, via de zintuigen, op prikkels van buiten. Die prikkeling – en dus de reactie van de zenuwcellen – is onderworpen aan de natuurwetten. En natuurwetten laten niet met zich spelen.
Zenuwcellen reageren op de prikkels zoals biljartballen reageren op de stoot van een keu: de afgelegde weg kan grillig zijn, maar is volkomen te verklaren door de natuurwetten. Een biljartbal heeft geen keus waar hij heen gaat. Evenmin is het feit dat u deze tekst leest een wilsbeslissing geweest, het was een noodzakelijk gevolg van alle prikkels die zojuist in uw hersenpan zijn rondgegaan. De gedachte ‘laat ik dit artikel eens lezen’ was geen keuze maar noodzaak.
Deze analyse zal niet iedereen bekoren. Wanneer wij mensen feitelijk geen vrije wil hebben, lijkt dat het einde van de eigen verantwoordelijkheid. Kan een misdadiger nog verantwoordelijk worden gehouden voor zijn daden? Kan een zondaar de zonde aangerekend worden?
Verschillende neurowetenschappers stellen inderdaad dat vrije wil een illusie is. Een prettige illusie, maar toch letterlijk een hersenspinsel. Een bijproduct van ons grote brein, dat is geëvolueerd om onze kwetsbare voorouders te helpen overleven in de Afrikaanse savannes.
De bekende evolutie-bioloog Richard Dawkins noemt bijvoorbeeld godsdienst een ‘virus van de hersenen’. Religie is ooit ontstaan om het onverklaarbare te verklaren, en heeft zich door de generaties voortgeplant. Goed beschouwd zijn mensen die geloven in iets hogers besmet met een gedachten-virus en verschillen ze niet van andere geesteszieken. Hun hersenen zijn door opvoeding geprogrammeerd om te geloven in de illusie van het Hogere.
Niet iedereen kan leven met het strikte materialisme, waar Dawkins een extreme exponent van is. In zijn boek ‘Neurofilosofie’ legt de Groningse hersenonderzoeker Hans den Boer de verschillende standpunten binnen het neuro-onderzoek uit. Het determinisme – dat de vrije wil als een illusie beschouwt – wijst hij af. In plaats daarvan komt hij tot de conclusie dat de omgeving en de hersenen in een voortdurende interactie met elkaar verkeren. De hersenen zijn geen statisch orgaan, zoals lang gedacht is, maar er worden voortdurend nieuwe verbindingen gelegd tussen hersencellen, en onder tal van omstandigheden kunnen bepaalde hersenkernen krimpen of groter worden. Ook gedachten kunnen de architectuur van de hersenen beïnvloeden. In dit samenspel van omgeving, gedachten en hersenen ziet hij de vrije wil geboren worden.
Maar feitelijk lost Den Boer het probleem van de vrije wil niet op. Immers, ook onze gedachten ontstaan uit de activiteit van hersencellen, en de prikkels uit onze omgeving zijn net zo goed onderworpen aan de natuurwetten. Ook de veranderingen die al deze gedachten en prikkels veroorzaken komen dus voort uit de natuurwetten en zijn als zodanig deterministisch van aard.
De wetenschap komt er niet goed uit. De zoektocht naar ons bewustzijn lijkt op het afpellen van een ui. Schil na schil verdwijnt, maar er blijft uiteindelijk niets meer over. Bewustzijn en vrije wil lijken een illusie, die net zo weinig substantie heeft als het religie-virus van Richard Dawkins.
Wanneer onze persoonlijkheid niets meer of minder is dan de activiteit van onze hersenen, hoe zit het dan met onze emoties of stemmingen? Wanneer ik een flinke hoofdpijn heb, ben ik veelal chagrijnig. Met 500 milligram paracetamol is die hoofdpijn in het algemeen behoorlijk te onderdrukken, waarmee ook het slechte humeur verdwijnt. Maar heb ik daarmee mijn persoonlijkheid ook veranderd, aangetast? Dat zal niemand beweren. Eerder het omgekeerde: door paracetamol keert mijn eigenlijke stemming, mijn persoonlijkheid, juist terug.
Of neem antidepressiva. Wanneer iemand in een diepe depressie zit, zal geen enkele arts zeggen dat een behandeling met antidepressiva de persoonlijkheid van de patiënt aantast. Integendeel, wanneer de behandeling goed aanslaat zal de arts in het dossier vermelden dat de patiënt weer zichzelf is.
Toch wringt er iets. Medicamenten die ons gedrag en ons denken aantasten, zoals antidepressiva of Ritalin tegen ADHD, zouden uiteindelijk kunnen uitlopen in een persoonlijkheid uit een potje. De juiste chemische stoffen veranderen onze persoonlijkheid volgens de laatste mode. Het is een schrikbeeld voor velen, maar waarom eigenlijk? Wanneer onze persoonlijkheid niets meer of minder is dan de opgetelde activiteit van al onze hersencellen, waarom mogen we daar dan niet zelf een snufje vrolijkheid of extrovertie aan toevoegen? Feestende massa’s op houseparty’s doen niet anders, door het slikken van XTC.
Toch zijn veel deskundigen terughoudend: die persoonlijkheid uit een potje leidt tot vervlakking. Op zich zijn er geen sterke argumenten te bedenken het lijden van mensen te verlichten. Maar als mensheid kunnen we onze eigenheid verliezen, wanneer we het lijden aan verdriet of angst naar believen voor iedereen kunnen uitschakelen.
Het geschetste beeld, waarin de hersenen bepalen wie wij zijn, staat ver af van het christelijke mensbeeld. Daarin is de mens geschapen naar Gods beeld, tot leven gewekt met Zijn adem. Maar toch kunnen christenen de uitkomsten van neurobiologisch onderzoek niet zomaar verwerpen. De mens is bewust, maar tegelijkertijd zit een behoorlijk deel van ons gedrag ingebakken. Karaktertrekken zijn soms duidelijk erfelijk, verschillen tussen mannen en vrouwen lijken dieper te zitten dan alleen ‘culturele indoctrinatie’. En een storing in de overdracht van chemische of elektrische signalen in onze hersenen lijdt tot ‘geestesziekten’ als manische depressiviteit, dementie of schizofrenie. Ziekten waarbij de persoonlijkheid sterk kan veranderen.
De bevindingen van gedragsbiologen, neurowetenschappers en filosofen stellen christenen dan ook voor dilemma’s. Waar zit de ziel, wat is de relatie met het lichaam? Tast de ziekte van Alzheimer de ziel aan? Zo niet, waar is dan de ziel gebleven in een diep dementerende bejaarde?
Het helpt niet om te zeggen dat de werking van de hersenen nog niet volledig begrepen is – wat waar is – want dat is een vlucht vooruit. Dat over tien, twintig jaar alsnog de ziel wordt aangetroffen temidden van de hersencellen (of elders in het lichaam) lijkt onwaarschijnlijk. Wij hebben zielloze hersenen. De enige uitweg lijkt te accepteren dat de ziel niet te vatten is. De levensadem die God in Adams neus blies werd geen orgaantje.
De wetenschappelijke theorieën over het bewustzijn, die uitgaan van de aanname dat er geen ‘geest-spul’ bestaat, kunnen de vrije wil niet verklaren. De christelijke filosofie gaat uit van het bestaan van een onstoffelijke ziel, die zijn invloed heeft op ons stoffelijke lichaam. Daarmee ontstaat de mogelijkheid van een vrije wil en eigen verantwoordelijkheid. Wetenschappelijk is dat dus niet. De ziel en de vrije wil zijn een Goddelijke gave voor de mensheid.
Naar aanleiding van:
Richard Dawkins: Kapelaan van de duivel, Uitg. Contact, 2004, €29,90. In dit boek is een groot aantal essays, columns en gelegenheidsartikelen bijeengebracht. Dawkins etaleert hierin opnieuw zijn ultra-materialistsche denkwijze. De evolutie had geen doel, wij zijn slechts hulpmiddelen voor de vermenigvuldiging van onze genen en religie is een kwaadaardig geestes-virus dat uitgebannen moet worden door een wetenschappelijke opvoeding.
Johan A. den Boer: Neurofilosofie, hersenen, bewustzijn en vrije wil. Uitg. Boom, 2004, €25,50. Dit boek geeft een overzicht van de stand van zaken in het neurobiologische onderzoek naar het verschijnsel ‘vrije wil’. Den Boer zet ook verschillende filosofische invalshoeken op een rijtje. Hij vermijdt versimpeling van het complexe vraagstuk, maar mede daardoor is het boek niet eenvoudig te lezen. Den Boer vraagt veel van de lezer, zowel op het terrein van de filosofie als de biologie.
Marjan Slob (red.): Een ander ik, technologisch ingrijpen in de persoonlijkheid. Veen Magazines, 2004, € 19,95. In opdracht van het Rathenau Instituut, dat discussie over wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen stimuleert, worden tal van trends in de geestelijke gezondheidszorg besproken. Van het implanteren van elektrodes in de hersenen van patiënten met het syndroom van Gilles de la Tourette tot het voorschrijven van Ritalin aan drukke kinderen. Een leesbaar werk over de voors en tegens van het ingrijpen in de menselijke geest.
uitermate belangrijk!
Je opmerking over ‘persoonlijkheid uit een potje’ is interessant. Blijkbaar zien we de werking van de chemische stoffen uit een pilletje niet als in staat tot het veranderen van de persoonlijkheid. Maar hoe zit het met iemand die diezelfde chemische stoffen vanaf zijn geboorte heeft (of mist)? Ik denk dat een dergelijk onderscheid uiteindelijk onhoudbaar is: onze persoonlijkheid is het resultaat van neurofysiologie, aangeboren en eventueel medicinaal beïnvloed.
“De enige uitweg lijkt te accepteren dat de ziel niet te vatten is.”
BK: Je vergeet een zeer belangrijke uitweg: er is geen ziel. Net als dat er geen élan vital is en heksen niet bestaan.
“De wetenschappelijke theorieën over het bewustzijn, die uitgaan van de aanname dat er geen ‘geest-spul’ bestaat, kunnen de vrije wil niet verklaren.”
BK: Ze laten zien dat de vrije wil – zoals die traditioneel wordt opgevat (onder dezelfde omstandigheden anders hebben kunnen handelen) – een illusie is. Dan valt er ook niets meer te verklaren (hooguit waarom wij denken dat we zo’n vrije wil hebben).
Er is in het christendom overigens ook een traditie die de vrije wil ontkent: wat hebben wij immers te kiezen als God door Zijn alwetendheid al precies weet hoe mijn leven eruitziet?
Bart,
“Er is in het christendom overigens ook een traditie die de vrije wil ontkent: wat hebben wij immers te kiezen als God door Zijn alwetendheid al precies weet hoe mijn leven eruitziet?”
Volgens mij heb je het hier over de “zware” kerk? In die kerk komt nogal de opvatting voor, dat je moet afwachten of je wel of niet gered zult worden, want Gods besluit staat van eeuwigheid af al vast. Je kunt er dus niets aan veranderen en niets doen om behouden
te worden. Dit leidt begrijpelijkerwijs bij sommigen tot fatalisme en/of psychische nood. Lang niet iedereen in die kerk denkt hier gelukkig hetzelfde over, een aantal denkt ruimer en laat meer speelruimte over voor de wil van de mens en zijn mogelijkheid om behouden te worden..
Het gekke is, dat ik in jouw redenering “ze laten zien dat de vrije wil – zoals die traditioneel wordt opgevat (onder dezelfde omstandigheden anders hebben kunnen handelen) – een illusie is” veel zie wat gekoppeld kan worden aan dat fatalistische denken, ook al ben je waarschijnlijk allerminst een fatalist. Hoe kun je dat verklaren? Als er geen vrije wil bestaat, maar alleen een illusie ervan, voel je je dan niet bij de neus genomen? Alles is in wezen dan voorbeschikt, niet door God of Allah, maar door de natuurwetten.
Als een man in verleiding komt vreemd te gaan en hij staat in tweestrijd, om de goede of de kwade weg te gaan, elk met zijn gevolgen en hij overweegt dat met zijn verstand, heeft hij dan niet echt de keuze?
@ Jaap
Ik doel op de predestinatieleer. Ik weet niet hoe populair deze opvatting is onder huidige christenen, maar ze is onder andere verdedigd door Calvijn.
Nee, ik voel me niet bij de neus genomen, want ik accepteer hoe de werkelijkheid is, of ik haar nou leuk vind of niet. Determinisme hoeft niet te leiden tot fatalisme omdat mijn gedag en de wereld veel te complex is om te beseffen wel lot mij toevalt, ook al staat dat uiteindelijk vast. Voor een aardige introductie tot hoe ik denk over de vrijheid van wil, zie hier.
@ Bart: simpelweg zeggen dat de vrije wil een illusie is, is wat mij betreft niet voldoende. We ervaren wel degelijk een vrije wil en hebben daar bovendien zo’n beetje onze hele maatschappij op gebouwd. Wat moeten we daar mee?
Ik denk dat je niet zonder het concept ‘vrije wil’ kunt – dat blijkt ook uit het boek van Swaab, die de vrije wil af en toe toch nodig heeft. Bijvoorbeeld om te kunnen besluiten ‘nu wil ik niet meer leven’. Strikt genomen is dat een uitkomst van een serie inputs, dus waarom zou je dan niet aan de input kunnen sleutelen (dwz: behandelen in plaats van euthanasie)?
Dat zijn belangrijke vragen, denk ik.
@ Rene
Er is genoeg experimentele data die erop wijzen dat het bewust maken van keuzes een illusie is. Swaab haalt daar het nodige van aan, maar zie ook het boek van Victor Lamme. Voorts denk ik dat hoe de meeste mensen vrije wil zien (als een homunculus achter de knoppen in een cartesiaans theater) strijdig is met hoe de hersenen werken (er is niet zo’n homunculus en geen cartesiaans theater).
Een interessante, maar andere vraag is waarom zovelen denken dat we zo’n vrije wil hebben. Ik denk dat dit vooral komt doordat we ons niet bewust zijn van de vele factoren die ons gedrag sturen. De dynamica van het zeer non-lineaire systeem dat ons brein is, is ook veel te complex om ons gedrag precies te voorspellen. Dat dit ook juridische consequenties heeft, is evident, maar daar houden we nu al ten dele rekening mee (slaapwandelende, schizofrene of dementerende moordenaars worden anders berecht).
@ Bart, wat ik in mijn vorige reactie bedoelde is niet dat er geen bewijs is, maar dat het daaruit volgende statement ‘dus er is geen vrije wil’ mij niet bevredigt.
Je stelt hierboven precies de vragen die ik graag wat verder uitgewerkt had willen zien door Swaab. Of in ieder geval had hij ze kunnen noemen.
Iedere beschrijving van een afwezige vrije wil loopt bovendien al snel vast in merkwaardige constructies. Alleen al de zin ‘Ik heb geen vrije wil’ roept de vraag op, wie ‘ik’ dan is.
Maar de ‘dynamica van het non-lineaire systeeem’ leidt er vervolgens toe dat we toch net doen alsof we een vrij wil hebben. En alsof het dus zin heeft om deze discussie op dit blog te voeren. Terwijl deze discussie eigenlijk alleen maar het uitwerken van een toneelstuk is, waarvan het script door het verleden is bepaald… Had Prediker toch gelijk, dat alles ijdelheid is en najagen van wind.
Bart,
“Determinisme hoeft niet te leiden tot fatalisme omdat mijn gedag en de wereld veel te complex is om te beseffen welk lot mij toevalt, ook al staat dat uiteindelijk vast.” Vind ik toch een redelijk verstikkende zienswijze. Bij een in de toekomst steeds verdergaande wetenschap, zal het dan misschien tenslotte toch mogelijk worden om wel te weten welk lot je wacht. Als vrije wil een illusie is, is het leven zelf een illusie. Wij leven niet, maar worden geleefd en denken slechts te leven. Ik ben eerlijk gezegd blij, dat ik het niet geloof, ook al besef ik best, dat heel wat gedrag van tevoren bepaald is door de processen en verworvenheden in onze hersens. Wat Patricia Churchland schrijft op dat stukje, lijkt inderdaad veel op hoe jij de dingen verwoordt, ook in je betoog tegen het bestaan van een ziel op je website. Volgens mij is er iets in de mens wat boven gedrag uitstijgt en onvoorspelbaar is voor mensen, niet uit (nog) onvoldoende wetenschappelijke kennis, maar omdat het in zichzelf onvoorspelbaar is.
Churchland beschrijft een geval van een man, die verandert door een tumor in zijn hersens en daarna pedofiele neigingen krijgt en zich vergrijpt aan zijn eigen stiefdochtertje en zich inlaat met kinderpornografie. Na het weghalen van de tumor gedraagt hij zich weer normaal. Ze schrijft:
“This case renders concrete the issue of free will. Did the man have free will? Was he responsible for his behaviour? Can a tumour usurp one’s free will? With the tumour, he had powerful, but atypical desires; he was not himself. Even so, the case reminds us that most adults also have powerful, albeit typical, sexual desires – desires that are sometimes more powerful than the need for food or the fear of pain. These sexual desires are regulated by hormones that act on neurons in the septum and connected brain areas. How different, then, are normal humans from the Virginia man where free will is concerned?”
Ik zie hier nog echt niets wat met de vrije wil te maken heeft; zijn verlangen verandert, wordt sterker en bizar. In veel mindere mate komen die verschillen in verlangen ook bij normale mensen voor. De vraag is: werd hij onverantwoordelijk door de tumor? Waarschijnlijk niet, aangezien deze slechts zijn sexuele gevoelens beïnvloedde, volgens het verhaal. Hij kan dus best reeds een bepaalde potentiële onverantwoordelijkheid bezeten hebben, die, aangezien kinderen voor hem tot aan de tumor nooit een bron van verleiding voor hem vormden, niet tot dat soort daden leidde. Dat is niet denkbeeldig, want ook keurige huisvaders bleken in WO II wrede beulen te kunnen worden, omdat de gelegenheid zich voordeed.
Het gaat hier over gedrag, dat niet gecorrigeerd of juist toegestaan wordt door een beslissing van het geweten op morele gronden, zover ik zie.
@ Rene
Die ik-kwestie laat de denkfout zien die in ons dagelijks taalgebruik heerst. Je kunt zeggen “Dit is mijn arm” of “Dit is mijn voet”, maar in strikte zin niet “Dit is mijn brein”. Dat zou immers impliceren dat het ‘ik’ wat anders is dan het brein, zoals onze armene n voeten dat zijn. Het ‘ik’ is een verzamelterm voor een hoop hersenprocessen dij bij gezonde mensen voor een consistent zelfbeeld zorgen. Allerlei pathologische gevallen zijn te verklaren door het wegvallen van de samenhang van deze hersenprocessen. Het idee dat dit iets met een ziel te maken heeft is dan ook achterhaald.
Wat wij uitvoeren is het ‘toneelstuk’ zonder schrijver en zonder mensen die weten hoe het afloopt. Dat maakt het leven spannend en uitdagend, niet zinloos. Ik denk overigens dat Prediker wat anders bedoelt met het Hebreeuwse hevel, namelijk dat alles vergankelijk is, geen eeuwigheidswaarde heeft, alles uiteindelijk verdampt, vervluchtigt (Het Heb. woord betekent letterlijk ‘damp’ of ‘adem’).
@ Bart: de vraag is dus hoe zinvol het is om te komen met concepten als ‘de vrij wil bestaat niet’ wanneer we daar geen consequenties aan kunnen verbinden. Het kan onder bepaalde omstandigheden wellicht handig zijn (duidelijke verstoringen in de hersenen die iemand ontoerekeningsvatbaar maken), maar wat is verder het nut?
En wat Prediker betreft, ik geloof dat die wel vaker uit verband of minder nauwkeurig wordt geciteerd. En zoals je weet neem ik niet de gehele bijbel letterlijk. Maar ik juich het alleen maar toe wanneer een atheïst z’n bijbel kent 😉
@ Jaap
In veel gevallen weten we nu al welk lot je wacht (ziekte, gevangenisstraf). Ik denk niet dat het ooit geheel te voorspellen zijn. Dat heeft dezelfde reden al dat het weer nooit precies tot in lengte van dagen voorspeld zal kunnen worden, ook niet met veel meer rekenkracht. Complexe systemen als de hersenen en het weer zijn veel te gevoelig voor veranderingen in begintoestanden, waardoor he gedrag zich in de tijd onvoorspelbaar ontwikkeld. Zelfs bij het modelleren van simpele systemen met differentiaalvergelijkingen loop je hier al tegenaan.
Het is overigens een andere vraag of dit beeld van het menselijk gedrag je aanstaat dan of het waar is.
Het voorbeeld dat Churchland aanhaalt, heeft alles te maken met ‘vrije wil’, de vrijheid van gedrag. Gedrag wordt namelijk veelal gestuurd door verlangens en behoeften, bijvoorbeeld dat ik zo opsta om een stukje chocolade te pakken. Bij gezonde mensen houden deze verlangens en behoeften elkaar aardig in evenwicht, maar in pathologische gevallen niet, in meer of mindere mate. Ik heb bijvoorbeeld niet de gehele dag het verlangen om chocolade te eten, maar er zijn mensen die dat wel hebben, bijvoorbeeld doordat hun receptoren voor het hormoon leptine niet werken. Hierdoor blijven ze maar dooreten, met obesitas tot gevolg. In hoeverre zijn zij verantwoordelijk voor hun overgewicht? Net zo verantwoordelijk als ik dat ben, met functionerende leptinereceptoren? Hetzelfde geldt voor abnormaal seksueel gedrag. Elk gezond mens heeft seksuele behoeften, maar de meeste kunnen dit in toom houden. Seksuele gevoelens zijn sterk (het vlees is zwak) en kunnen daardoor ook gemakkelijk tot onverantwoord gedrag leiden (denk alleen al aan de vele gevallen van overspel). Ik denk dus dat de ontkoppeling van verantwoordelijkheid die jij maakt niet houdbaar is, daarvoor zijn de grenzen veel te vaag.
Bart,
Wat gebeurt er met iemand, die niet functionerende leptinereceptoren heeft en zijn eetverslaving toch te boven komt? Blijft hij dan toch voortdurend gekweld door zijn eetverlangen, of sterft het weg?
@ Jaap
In ernstige gevallen worden die mensen inderdaad voortduren gekweld, ze zullen hun leven lang strijd moeten voeren met een sterk drang (veel) meer te eten dan nodig is.
Rene,
Uitvlooien hoe het met de wel/niet vrije wil zit en welke delen daarvan met ons weinig wetenschappelijk correcte taalgebruik zijn vergroeid en welke niet is uiterst zinvol:
a) Aanpassingen van wet- en regelgeving vanwege verschuivingen in de toerekeningsvatbaarheid, verwijtbaarheid en corrigeerbaarheid,
b) Betere inzichten in therapeutische mogelijkheden etc.
Hoeveel ziektes worden nog net verweten aan het hebben of inzetten van onvoldoende wilskracht ?!!
Roeland
Correctie: Hoeveel ziektes worden nog steeds niet geweten aan . . .
Mijn Ik, heb Ik, iets anders heb ik niet!
Het voorbeeld van jaap met een pedo, had die persoon later ook spijt van zijn daad(en)? na de operatie? Er zijn gevoelens waarvan ik denk dat een dier die niet heeft B.V.je hebt al een jaar twee honden, of katten en je doet er één weg met de stille trom, denk je dat die achter gebleven hond verdriet zou hebben? maar bij mensen hoef je dat niet uit te leggen. Iemand rijd met de auto in het water met zijn twee kinderen hij kan amper van de klap uit zijn wagen komen, maar één kind wil hij toch nog redden welke van de twee hij ook grijpt, hij zal er zijn hele verdere leven last van hebben. En het brein daar heb je natuurlijk jezelf als voorbeeld, je kent je zelf
vooral als je wat ouder wordt.Je kent je angsten, je dromen, je liefde voor iets, en ook rationeel je kunt nadenken over God en de wereld, en als je zelf kunt denken ben ik verantwoordelijk voor je laten en doen! dan ben je verantwoordelijk! toch!
In zijn boven kamer stond alleen een tafel en een stoel
en er hing een spiegel voor zelf reflectie
In de wanden zaten luiken,voor als je wat wou gebruiken
je verstand of zo, maar is het leeg achter dat luik, dat kan
neem je een ander in gebruik, er is geen mogelijkheid
iets weg te gooien bij het gebruikte gedachtengoed
En alles komt zo als het al dan niet zo komen moet, Soms
wil een luik niet goed open dan zit je op de stoel om na te denken hoe je er uit kan komen, om een oplossing klaar te stomen En ga je eens een keer door het lint, als je alle luiken gesloten vind
je moet door de enge poort, dan zegt men die is flink gestoord….