In het Reformatorisch Dagblad verscheen vorige week een debat tussen Gijsbert van den Brink (theologie, Universiteit Leiden, tevens recensent van ‘Gevormd uit Sterrenstof’) en jongeaarde creationist Terry Mortenson.
Ik vond de verwijzingen op de weblog van Taede Smedes, er staan nogal wat varianten op de site, maar hier wil ik naar het uitgeschreven gesprek verwijzen. Dat is ten slotte de meest complete versie. In dit gesprek vielen mij een aantal punten op, die ik hier wil bespreken, omdat ze vaker naar voren worden gebracht door jongeaarde creationisten. Vandaar dat ik deze post ook onder ‘extra stof’ – de sectie met verdiepende artikelen – heb geplaatst.
Mortenson zegt vrij aan het begin van het gesprek dit:
“Toen ik onderzocht waar het idee van miljoenen jaren vandaan kwam, kwam ik op basis van de geschriften uit de negentiende eeuw tot de conclusie, wat ik altijd al had vermoed, dat die idee niet gebaseerd was op rotsen en fossielen, maar voortkwam vanuit anti-Bijbelse vooronderstellingen.”
Dit is een stelling die vaker naar voren wordt gebracht, maar aantoonbaar onjuist is. Mortenson schijnt er een proefschrift over geschreven te hebben, dat ik nog wel eens zou willen inzien. Maar wie bijvoorbeeld de biografie van Darwin van Desmond & Moore leest, ziet al dat veel van de eerste geologen overtuigd christen waren, en bovendien niets van de evolutietheorie van Darwin moesten hebben. Bijvoorbeeld Darwins geologische leermeester Adam Sedgwick. Ook Charles Lyell was maar moeilijk te overtuigen van de realiteit van evolutie, en hij heeft Darwins theorie ook nooit publiekelijk ondersteund. Een goede beschrijving van het ontstaan van de geologie – en de rol van christelijke geologen daarbij – is ‘The Bible, rocks and time’ van Davis Young & Ralph Stearly.
Even verder zeg Mortenson:
“Maar ik denk dat we op dit punt een belangrijk onderscheid moeten maken, tussen twee categorieën wetenschap: tussen oorsprongs- en toegepaste wetenschap of ook wel historische en experimentele wetenschap.”
Opnieuw een veelgebruikte uitspraak. Je hebt échte wetenschap die gecontroleerd in het lab plaatsvindt, en ‘historische’ wetenschap, die oncontroleerbare uitspraken over het verleden doet. Ook astronomie, de kennis van sterren waar we nooit geweest zijn, is eigenlijk niet verifieerbaar.
Daar valt nogal wat op af te dingen. Evolutie of geologie zou je eerder met forensische wetenschap kunnen vergelijken. Inderdaad, niemand was erbij, maar op basis van het bewijs (de sporen die we vinden) kan je een theorie opstellen. Die theorie kan bijvoorbeeld weer leiden tot een voorspelling. Het vinden van een aanwijzing dat verdachte X bij een misdrijf betrokken is, leidt tot de voorspelling dat hij geen sluitend alibi kan hebben. Zoiets onderzoek je en als er geen alibi is, heb je weer een aanwijzing dat X iets met de misdaad te maken heeft.
In de rechtbank is het zo, dat de schuld van de verdachte wettig en overtuigend moet worden bewezen. Is er twijfel, dan gaat hij of zij vrijuit. Er zijn voor bijvoorbeeld de ouderdom van de aarde of de evolutietheorie een heleboel bewijzen, die volgens de regelen der wetenschap zijn verzameld (wettig) en samen een bepaalde richting opwijzen (overtuigend). Het alternatief dat het jongeaarde creationisme biedt, voldoet feitelijk nooit aan deze twee criteria.
Als Mortenson hierover aangesproken wordt, komt hij met de ‘vooronderstellingen’:
“En ik zou zeggen dat het schijnbare bewijs dat vandaag vaak wordt aangevoerd voor de evolutietheorie het resultaat is van vooronderstellingen die alle wetenschappen beheersen.”
Het idee is, dat je feiten hebt, die je op verschillende manier kunt duiden (bijvoorbeeld in verschillende paradigma’s). Dat is wel een beetje zo, maar Mortenson wordt hier wel een beetje ‘postmodern’: alsof je niet zou kunnen kiezen welke verklaring er het beste bij de feiten past. De evolutietheorie kan heel veel verschillende feiten (zoals overeenkomsten en verschillen in DNA, de ordening in het fossielenarchief of de verspreiding van soorten) verklaren. Kan het creationisme dat even goed? Ik denk van niet, en dat betoog ik ook in mijn boek.
Het gaat er om de beste verklaring voor de feiten te zoeken. Als één verklaring duidelijk beter is dan de concurrentie, mag je die als de voorlopige waarheid accepteren. En wanneer mensen als Mortenson menen, dat er een betere verklaring mogelijk is, moeten ze daarvoor bewijs aanvoeren.
Een ander probleem met deze uitspraak is, dat wanneer Mortenson gelijk heeft, er een soort ‘Grote Samenzwering’ onder wetenschappers moet zijn, om bewijs tegen een oude aarde en evolutie te onderdrukken. Even verderop zegt hij ook:
“Het derde dat ik zou willen zeggen is dat men -ik weet waarover ik praat, want ik volg de wetenschappelijke literatuur op dit punt, met behulp van anderen- elk jaar schepselen (creatures) vindt die zich dieper in de rotsbodem (rock record) bevindt dan men aanvankelijk dacht.”
Wat betekent dit? Mortenson suggereert dat hiermee de hele geologie aan het wankelen wordt gebracht, maar dat dit niet algemeen bekend is. Helaas geeft hij geen verdere verklaring van wat hij dan te horen heeft gekregen. Als er echt zoogdieren in het pre-Cambrium gevonden zouden worden, is dat inderdaad belangrijk nieuws.
Wat tegen een Grote Samenzwering pleit, is dat ook geologen open staan voor catastrofes. Alleen, zij nemen aan dat er in het verleden veel verschillende catastrofes (bijna allemaal lokaal) hebben plaatsgevonden, niet één zondvloed.
Een mooie uitspraak vind ik dit:
“Het is de vooronderstelling dat de afwezigheid van een fossiel in een bepaalde rotslaag het bewijs vormt van het niet-bestaan van het schepsel op het moment dat die laag werd gevormd. Dus de afwezigheid van bewijs is bewijs voor het niet-bestaan.”
Het zijn juist creationisten die zeggen, dat er geen ‘overgangsvormen’ zijn gevonden! Voor ‘evolutionistische’ paleontologen is het veel eenvoudiger: wanneer je grote hoeveelheden dinosaurusresten vindt in laag A, maar helemaal niets in de lagen erboven en eronder, is dat toch wel heel suggestief. Het gaat niet zozeer om wat je niet vindt, maar om wat je wél hebt gevonden. Enorme aantallen fossielen, die eigenlijk allemaal in voorspelbare aardlagen zitten.
Dan deze uitspraak:
“Creationisten geloven op grond van hun onderzoek tot dusver dat er in de vloed mechanismen waren, en dat er plaatsen waren waar sommige schepselen wel naar toe konden vluchten, andere juist niet. De rockrecords, het rotsarchief, wijst echt in de richting van een wereldwijde vloed. Maar er is op dit terrein nog veel te doen.”
Over dat vluchten naar hogere grond heb ik in ‘Gevormd uit Sterrenstof’ ook al geschreven. Iedereen die even nadenkt, kan zien dat dit gewoon niet waar kán zijn. Waarom vind je vliegende dinosauriërs dan steevast in lagen onder de vogels? Waarom vind je dinosaurusnesten in dezelfde aardlagen als dinosaurussen? En waarom gaat de verdeling over aardlagen ook op voor planten? Bloeiende planten vind je niet in de diepste aardlagen. Konden die beter lopen dan hun primitievere voorgangers?
Verder is er simpelweg geen bewijs voor een wereldwijde zondvloed. Mortenson kan wel zeggen dat het zo is, maar het is er eenvoudig niet.
Ik kan nog wel even doorgaan, maar ik zou mij beperken tot hoofdpunten. Nog ééntje dan. Zoals de bekende ‘als je op basis van de wetenschap niet in een wonderbare schepping gelooft, kan je ook niet in andere wonderen geloven want die kunnen ook niet volgens de wetenschap’. In de woorden van Mortenson:
“Maar, de overgrote meerderheid van de wetenschappers zou hier zeggen dat het natuurwetenschappelijk gezien eenvoudigweg onmogelijk is dat wonderen gebeuren (…). Dus ik denk dat het thema wonderen niet helemaal losgekoppeld kan worden van het thema schepping of evolutie.”
Iets wat natuurwetenschappelijk onmogelijk is, dat is nou net de definitie van een wonder. Maar het verschil tussen een schepping in zes dagen en, zeg, de genezingen door Jezus is, dat de wetenschap uitspraken kan doen over ontstaan en ouderdom van de aarde op basis van gegevens die we nu kunnen vinden. De wetenschap kan géén uitspraken doen over genezingswonderen die 2000 jaar geleden hebben plaatsgevonden. Je kunt prima in wonderen geloven en accepteren dat God het leven via evolutie schiep.
Mijn conclusie: Terry Mortenson kan goed praten, maar wat hij zegt blijft na zorgvuldige analyse niet overeind.
Rene,
Ik wil je bij deze even melden dat ik elke dag je blog met veel interesse volg!
“Mijn conclusie: Terry Mortensen kan goed praten, maar wat hij zegt blijft na zorgvuldige analyse niet overeind.”
Dat levert twee opties:
a) Mortensen is een onbenul
b) Mortensen liegt.
Wat is het?
Dat is precies de manier van denken die Mortensen heeft. Zwart/wit, of, zoals je het hier presenteert: zwart/zwart.
Je zegt zelf “Mijn conclusie: Terry Mortensen kan goed praten, maar wat hij zegt blijft na zorgvuldige analyse niet overeind.”
Leg dan eens uit waarom Mortensen zich zo gedraagt, als mijn twee mogelijke verklaringen blijkbaar niet door de beugel kunnen?
Martin, jij maakt er een ‘vals dilemma’ van door te aan te geven dat een weinig plausibele redenering noodzakelijk verbonden is met domheid of leugenachtigheid. Dat is een bekende drogredenatie die ook wel het uitgesloten midden wordt genoemd: ‘als je niet voor ons bent dan ben je tegen ons’.
Nee, Pjotr. Ik ken heel wat beweringen die alleen maar plausibel zijn. René Fransen zegt zelf dat wat Mortensen zegt een zorgvuldige analyse niet overleeft. Hij zegt niet dat de positie van Mortensen plausibel, of redelijk, oid is. Ik vul dus alleen maar in wat René niet wil zeggen. Die Mortensen is gewoon anti-science. Godsdienst van het “de Bijbel is waar” type en wetenschap gaan gewoon niet samen, dat blijkt weer eens.
Nee, Martin, je gaat te kort door de bocht. In mijn boek bespreek ik mensen met ‘afwijkende meningen’. Sommigen daarvan blijken achteraf gelijk te krijgen, anderen niet. Neem Peter Duesberg. Niet anti-science, geen Bijbel-basher, maar hij denkt oprecht dat aids niet door HIV wordt veroorzaakt. Naar mijn mening kan zijn betoog kritische analyse niet doorstaan. Ook zijn er mensen die niet geloven in het broeikaseffect (en anderen wel).
Mortensen gelooft heilig in zijn redenering. Ik zie daar gaten in. Hij vult die gaten met aanvullende redeneringen.
En verder: op grond van een kort nieuws-interview kan je iemands totale denken niet beoordelen.
De keuze tussen ‘onbenul’ en ‘leugenaar’ is onzinnig, dat ben ik met Pjotr eens. Wel is het zo, dat de manier waarop hij met de Bijbel als bron van natuurwetenschappelijke informatie omgaat, mij veel te ver gaat.
René, je noemt twee leuke voorbeelden: HIV en het broeikas effect. Wat die voorbeelden gemeen hebben, is dat ze een sterk politiek karakter hebben. Duesberg maakt op mij toch een beetje een vreemde indruk. Mortensen ziet de evolutie-Genesis strijd als een politieke strijd. Het punt is dat sommige posities gewoon onredelijk zijn. Ik zag op Internet dat Duesberg ontkent dat er in Afrika homosexuelen en drugsverslaafden zijn, om de link tussen sex en HIV-infectie te kunnen ontkennen. Dat is toch niet meer normaal? Zie Azië: daar is de discussie over Aids, ihb het verband met prostitutie, nauwelijks mogelijk. Zie ook de paus recentelijk over condooms en Aids. Je ziet bij dat soort discussies altijd meteen dat er een andere agenda meespeelt. Bij types als Mortensen ruik ik dat vanaf 10 kilometer. Maar goed, ik zal geen lelijke woorden meer gebruiken.
Mortensen citaat uit het artikel: “Het thema evolutie was een topic dat ik zag als een barrière voor het Evangelie. Dat motiveerde me om het verder te bestuderen. En al snel kwam ik tot de overtuiging dat Genesis 1-11 letterlijke geschiedenis is en dat ware wetenschap de letterlijke geschiedenis van Genesis bevestigt.” Hoe kan iemand tot de conclusie komen dat Genesis 1-11 letterlijke geschiedenis is? Dat is toch middeleeuws? Ik krijg toch de indruk dat ook volgens jou Mortensen wel beter weet: “Wel is het zo, dat de manier waarop hij met de Bijbel als bron van natuurwetenschappelijke informatie omgaat, mij veel te ver gaat.” Hoe moet ik dat dan wel noemen? Ik heb blijkbaar minder dan jij de behoefte om zoiets broederlijk met de mantel der liefde te bedekken. Mortensen doet mij aan de Talibaan denken, ook al zo’n gezellig volkje.
Nu ja, ik laat het hier maar bij, en wens u allen prettige resp. gezegende Pasen.