Vorming van zoutlagen

zout Nu we toch bezig zijn met geologische stukken wil ik ook een bericht van oude aarde creationist Kevin Nelstad a.k.a. The GeoChristian, onder de aandacht brengen. Het gaat om een wat oudere blogpost, waar hij recent de aandacht weer op vestigde.

De GC bespreekt het model voor de vorming van zoutlagen dat onze landgenoot Stef Heerema heeft ontwikkeld. Heerema is een jonge aarde creationist die al een aantal jaren lezingen geeft over dit onderwerp. Hij publiceerde in het Journal of Creation (Vol 23, nr 3, 2009) een artikel over dit onderwerp. Het is dit artikel dat voor de GC als uitgangspunt dient.

Heerema heeft inmiddels gereageerd op de kritiek, en de GC heeft toegezegd hier binnenkort op te reageren. Maar zoals meer bloggers heeft hij ook andere verplichtingen.

Ik ga geen inhoudelijk oordeel geven over de reactie van de GC, aangezien ik geen geoloog ben. Wel herken ik in zijn kritiek diverse punten die ik vaker tegenkom binnen het jonge aarde creationisme, zoals het citeren van zeer oude bronnen zonder de voortgang die daarna is gemaakt echt te bespreken. De inhoudelijke opmerkingen van de GC klinken logisch, maar daar hoor ik graag beter ingevoerde bloglezers over.

Wat de GC zelf een belangrijk punt vindt – en ik ben het met hem eens – is het grote aantal fouten dat in het artikel is blijven staan, ondanks de ‘peer review‘ van het JoC. Het betreft technische fouten, die een goede redactie eruit zou halen. Dat dit niet gebeurd is, baart de GC zorgen. Als dit de beste peer review is die het creationisme heeft te bieden, dan is er iets behoorlijk mis met het systeem.

De discussie tussen Heerema en de GC zal nog wel verder gaan. Ik ben benieuwd

Please follow and like:

162 gedachten over “Vorming van zoutlagen”

  1. Stef,

    Ik zal de andere punten in jouw laatste artikel kort behandelen, daarna zal ik de punten behandelen die zijn blijven liggen.

    Punt 3. Koraalriffen. Daar verwijst Kevin naar (niet ik, maakt niet uit). Wat is het probleem? Creationisten verwijten de reguliere geologen het ”uniformitarisme” maar als wij nu juist uitleggen dat vroeger veel dingen anders waren is het ook niet goed. Vreemd. Maar goed, we hebben helemaal geen koraalriffen nodig, een beetje tektoniek is ook goed om een drempel te krijgen. Bovendien kan bij zo een drempel goed kalk neerslaan, net als bij je douche-kraan, wat de drempel verder verstopt. En kalk is voeding is voor het koraal.

    Punt 4. Fossielen. In het model is er sprake van een binnenzee, duizenden kilometers lang en breed, met een zoutgehalte zoals de Dode zee (400), dus, zoals de naam en Kevin al zegt, à priori geen leven. Bijna drooggevallen rivieren leveren nog wat zoetwater en af en toe spoelt er zo een visje mee, evenals over de bijna gesloten drempel. Komen niet verder dan een tiental kilometer. Zoutkristallen zijn gekristalliseerd zoals elke student geoloog leert én zelf constateert, dat is niet ad-hoc van mij maar hooguit een tautologie voor iedereen die een beginners-leerboek van geologie heeft bestudeerd. Stef niet dus. “…terwijl de fossielen in de gesteenten eromheen overvloedig aanwezig zijn”. Eronder en erboven, ervoor en daarna zal Stef bedoelen. Wat een totaal onbegrip van geologie, Stef!

    Punt 6. Zoutvloei zonder steundruk. De snelheid van kruip hangt af van de hoofdspanning minus de steundruk, S1 – S3. Steundruk kan dus rustig nul zijn. Een kwestie van gesteentemechanica. Vraag maar na in Delft.

    Punt 8. “… een beginnende spreiding, wat een ideale setting voor het vormen van zoutlagen zou zijn” Precies. “…Dus de 5 km zout is pas het begin?” . Nee Stef. Jeugdpuistjes horen bij beginnende volwassenwording, daarna verdwijnen ze meestal. “Hier zijn toch echt al de nodige kubieke kilometers zout verzameld, terwijl er nog geen toestroming van zeewater te bespeuren is” Nee, nu geen zeewater, vroeger wel.

    Punt 16. Verschillende zouten. Heb ik al uitgelegd bij punt 2

  2. Stef,

    Je schreef “Ook had hij (ik) slechts op 9 van de 20 punten kritiek, terwijl de overblijvende 11 punten al aanleiding hadden moeten zijn om met een kritische blik naar zijn eigen model te kijken”

    Niet mijn model, maar dat van de moderne wetenschap, al een eeuw lang. We gaan die andere punten nog eens bekijken.

    Punt 1. Bijbelse tijdschaal.

    Er wordt op de vierde dag, nadat er het drie keer avond en ochtend geworden is, een lichtpunt (de Zon) aan de hemel geplaatst. Hoezo tijdschaal? De site (creation.com) waar jij jouw artikel op plaatst schrijft in hun geloofsbelijdenis “The Noachian Flood was a significant geological event and much (but not all) fossiliferous sediment originated at that time”. Geloof, gebaseerd op “wetenschap”! Zou je dat een kunnen voorleggen aan Willem Glashouwer? Zie verder mijn artikel http://leonvandenberg.wordpress.com/2013/09/17/148/

    Punt 3. Zandbanken. Dat hebben Kevin en ik al uitgelegd. Je verwijt hier naar jouw informatiebron: een artikel van meer dan eeuw oud! Er zijn sindsdien bestaan duizenden artikelen en boeken over dit onderwerp geschreven. Stef, dit is gewoon belachelijk. Je moet jezelf eens voor je kop slaan en inzien dat het gewoon kwatsch is hoe jij om gaat met “wetenschap”. Totaal onbenul, sorry dat ik het zeggen moet.

    Punt 5. Pollen. Hoe komen pollen midden in onderzeese lavastromen? En hoe komt het dat ze (volgens Kevin) niet gemetamorfoseerd zijn? Je verwijst weer naar jouw informatie bron uit 1877 en schrijft “Since then most salt formations worldwide have been deemed to be evaporites”, zonder ook meer enigszins naar moderner onderzoek te verwijzen.

    Punt 7. Vulkanische oorsprong. Misschien heb je gelijk, en komt het voor het wel. Ik heb overigens wel twijfel over “primary origin”: hoe zout op diepte verzameld wordt voordat het smelt, dat legt dat artikel niet uit. Ik ben geen vulkanoloog.

    Punt 8. Verbinding Dode zee en de zee (oceaan). Stef zegt: “No, there has never been any connection” Heeft Stef literatuur gelezen waaruit blijkt dat dat in het verleden nooit het geval is geweest? Dat lijkt mij sterk! Hij verwijst in ieder geval nergens naar. Maar Stef concludeert gemakshalve Therefore these formations can only be from a primary igneous origin”. Wat zal ik zeggen…

    Punt 9. Ol Doinyo Lengay vulkaan. Ik ben geen vulkanoloog, ik laat mij er daarom niet over uit.

    Punt 10. Correlatie kool en zout. Stef zegt “But that does not refute the magmatic origin of salt”. Dat weerlegt het wel want volgens Stef ontstaat kool doordat er zout lava overheen stroomt.

    Punt 11. Associatie zout en ondiepe marine sedimenten. Dat betekent dat ervoor en erna zee was. Stef zegt “It is interesting that the Flood sediments are overloaded with fossils in strong contrast with the salt which does not contain fossils. This contrast underlines that the salt and the sediments are derived from different sources.” Zeker. Chemische neerslag versus sedimentatie. Kan Stef ook uitleggen hoe het komt dat die fossielen zo verschrikkelijk netjes gesorteerd zijn dat twee eeuwen geleden al William Smith met één fossiel koollagen kon aanwijzen op honderd meter diepte: http://www.sterrenstof.info/william-smith-aardlagen-en-evolutie/

    Punt 13. Vulkanisch uitstroming van zout-lava onder water over honderden kilometers. Vloeibare zoutlagen van hooguit een tiental meter dik die onder water honderden kilometers uitstromen, lagen die overigens onderbroken worden door dunne klei- en kalklaagjes? http://www.rijksoverheid.nl/bestanden/documenten-en-publicaties/wob-verzoeken/2010/09/21/wob-verzoek-gasopslag-bergermeer-bijlage-3/wob-gasopslag-bergermeer-bijlagen-4-1.pdf

    Punt 14 Geen aanvoer “dikes” of necks gevonden. Stef wijst op zijn video gewoon een paar zout diapieren aan en zegt dat dat vulkanen zijn.

    Punt 15. Water-insluitsels in zout. Stef zegt “Magma can account for fluid inclusions as well, as magmas always contain some water” Misschien, ik ben geen vulkanoloog.

    Punt 17. Peer-review. Stef zegt “ The last thing we need is censorship by the establishment”. Nee, geen censuur maar gewoon het er uit halen van banale fouten (die wijzen op totale onkunde).

    Punt 18. Magnesium-chloride. Kan overdekt worden door klei als bijvoorbeeld de rivieren weer wat meer water (met sediment) gaan aanleveren, dat zich vermengt met het met zout verzadigd zeewater. Klei coaguleert met zout en kan heel lang blijven zweven.

    Punt 19. “interlocking mesh of halite and anhydrite”. Kristallen van haliet, vermengd met kristallen van anhydriet. Geen kristallen van haliet gemengd met anhydriet, dat is iets anders.

    Ik laat de conclusies over aan de meelezers.

  3. Ik ben geen geoloog maar chemicus. Waar Leon in zijn commentaar chemische processen beschrijft betreffende zoutvorming/neerslagvorming, is dat correct.

    Er zijn veel zeer sterke aanwijzingen/bewijzen voor een oude aarde vanuit verschillende vakgebieden (geologie, kosmologie, biologie, chemie), waarbij ik de radiometrische dateringsmethodes het meest overtuigend vind.

    Leon, je legt het helder uit,bedankt.

  4. Stef, Eelco, Ingrid, Nand,

    Mijn excuses voor het feit dat ik geen tijd had genomen voor een behoorlijk redactie van mijn laatste reactie, er staan een hoop slordigheden, ik had het een beetje druk.

    Nog twee de zaken.

    1. Stef schreef “There, the deposition of salt by evaporation was witnessed by Ochsenius (1877). Since then most salt formations worldwide have been deemed to be evaporites” Gedoemd om evaporieten te zijn? Waarom, hoezo, door wie gedoemd? Wat een onzin!

    2. Volgens Stef zou het inderdaad een probleem zijn om 67 km water in 6000 jaar te laten verdampen. Welnu, uit mijn zwembad hier in Zuid-Frankrijk, met harde warme zuidenwind, verdampt per dag wel 2,5 cm water, extrapolerend geeft dat al 54 km in 6000 jaar. Onder extreme omstandigheden kan het misschien 10 keer zo snel : http://www.engineeringtoolbox.com/evaporation-water-surface-d_690.html Ten tijde van het Rotliegendes, net voorafgaande aan het Zechstein, en misschien ook tijdens het Zechstein zelf was het op Aarde heel warm en droog, met enorme woestijnen en veel eolische (wind) sedimenten. Wat is eigenlijk Stefs probleem 🙂 ? Het argument van Joly was niet gebaseerd op verdamping maar op zout aanvoer door rivieren.

    Ik ga maar even een frisse duik nemen, en mijn persoonlijk record op de 5 meter 90 scherper stellen.

  5. Leon
    Bedankt voor je uitleg!

    Stef Heeremas gebruik van “deemed to be” kan wel: “geacht te zijn”.

  6. Gerdien, Stef,

    “Stef Heeremas gebruik van “deemed to be” kan wel: “geacht te zijn”.” Daar wees René mij vanochtend ook al op. Enfin, moet Stef maar een éénduidig woord gebruiken.

    Stef, wat bedoel jij met “deemed to be”?

  7. Eelco,

    Stef zei “haastige spoed is zelden goed”. Hij is druk bezig een heleboel “passende” antwoorden en nieuwe theorieën te bedenken. Ad hoc heet dat. Heeft inderdaad tijd nodig.

  8. Leon,
    Hier heb je alvast mijn onderzoek naar de actuele dichtheid van sedimentaire gesteenten: https://scheppingsmodel.files.wordpress.com/2014/08/de-dichtheid-van-gesteenten-boven-het-zechsteinzout-in-relatie-tot-diapirisme.pdf
    De feiten wijzen uit dat zout zwaarder is dan het bovenliggende gesteente. Dit wordt veroorzaakt door de porositeit van het gesteente en door de aanwezigheid van zeer zware anhydriet/calciumcarbonaatlagen in de zoutpijlers. De zoutpijlers kunnen dus niet kilometers omhoog zijn geperst door het bovenliggende gesteente! Ongefundeerd wordt dit tot op heden wel beweerd door wetenschappers in zogenaamde peer-reviewed journals. Maar ja, als die reviewers niet de moeite nemen de feiten te checken….

  9. Stef,

    Ter inleiding wil ik eerst de meest frappante ideeën van jouw model van onderzeese vloeibare zoutpijlers bespreken.

    In dat model ontstaan er eerst door onderzeese vulkanische erupties een aantal (5) lagen, members, van vloeibaar zout, lagen die al dan niet van elkaar gescheiden zijn door kalk- of kleisteen. Dat zout blijft ondanks die onderzeese afzettingen van kalk- en kleisteen gewoon vloeibaar en ineens, volgens jou tijdens de zondvloed van 10 km hoog, gaat dat zware vloeibare zout rechtopstaande kilometers hoge onderzeese pijlers vormen door de zuiging van het kokend water. Waarom dan pas? Als de waterdruk toeneemt, neemt het kookpunt toe en zou het water juist minder gaan koken! Die zondvloed voert volgens jou 3 km dik sediment aan vanuit de één of ander richting, dat zou een geweldige soort tsunami geweest moeten zijn die alles meesleurt (dat sediment én die zoutpijlers bijvoorbeeld). Maar we zien juist dat die vloeibare pijlers netjes kaarsrecht omhoog blijven staan! Dat sediment (zeg maar, het mesozoïcum en kwartair) zou moeten lijken op een ongelaagde modderstroom, een “olistostroom” met van alles door elkaar. In werkelijkheid zien we een uiterst mooie gelaagdheid met uiterst netjes gesorteerde fossielen.

    En nu jouw “feiten” omtrent de dichtheid. Aanvankelijk kwam jij met een soortelijke gewicht van “overburden” van 1,6 – 1,8, nu lopen jouw “feiten” in Nederland al op tot 2,6. Aanvankelijk bestonden die zoutpijlers uit zuiver steenzout, haliet, s.g. 2,16, nu laat jij een structuur, de Segeberg, een uitloper van het Harzgeberte in Duitsland zien. Overigens een structuur die, gezien zijn asymmetrische vorm, meer op een plooi lijkt. Welnu dat zout van die Duitse Segeberg zou volgens jou een gemiddeld s.g. van 2,35. zou hebben. Je levert geen enkele waarde omtrent het s.g. van de daarbij behorende overburden. Je lijkt waardes te zoeken die bij jouw model passen. Je hebt geneens niet geverifieerd of dat anhydriet uit Segeberg wel allemaal zuiver anhydriet is.

    Nog wat opmerkingen:

    Het mineraal “rocksalt” is haliet en dat weegt dus 2,16, misschien heb jij of de redacteur van het zakboekje de waarde van haliet verward met een soort gemiddelde waarde van Zechstein (haliet met anhydriet, kleisteen en kalksteen).

    Jouw aanname dat pas aardlagen van meer dan 2400 een hogere s.g. krijgen dan zout is volledig te verwerpen, compactie hangt helemaal af van bijvoorbeeld de mineralogische samenstelling, permeabiliteit en korrelgrote-verdeling. Als jij zoiets durft te zeggen bij grondmechanica in Delft gooien ze je daar het raam uit.

    Maar goed, al met kom jij er op uit dat diapieren zouden kunnen ontstaan als de overburden vele kilometers dik is. En dat is nu juist ongeveer wat we vinden! Wat je bovendien bij die diapieren in de Golf van Mexico ziet is dat zij op een bepaalde diepte horizontaal gaan uitvloeien maar dan later, als er weer wat overburden bij is gekomen, weer opnieuw naar boven komen. http://homepage.ufp.pt/biblioteca/SaltTectonicsNovo/Images/Fig.124-SectionGOM.jpg

    Dat er in werkelijke model wel degelijk sprake is van een “zware” overburden boven een lichte zout dome moge blijken uit dit figuur http://patentimages.storage.googleapis.com/pages/US2787417-0.png

    Zoals je zelf trouwens ook lijkt te bemerken gaan zouttektoniek en “klassieke” tektoniek vaak samen en naadloos in elkaar over. http://upload.wikimedia.org/wikipedia/en/thumb/e/e2/SaltTectonics3.jpg/500px-SaltTectonics3.jpg

    Dat diapirisme een rol speelt in de Nederlandse zouttektoniek blijkt juist uit die stringers waar jij het over hebt waarbij anhydriet omlaag zakt in het lichtere haliet http://www.ged.rwth-aachen.de/files/pictures/web/picture_140.jpeg

    Ik weet niet hoe jij aan jouw constatering komt dat het Zechstein al sinds het Trias diapieren vormt.

  10. Daar lees ik bijvoorbeeld:

    “Punt 17: peer review
    Het is duidelijk dat het zittende establishment in de reguliere wetenschap via ‘peer review’ onderzoek dat tegen de evolutietheorie indruist, censureert. Leon noemt dat reviewproces ‘het eruithalen van banale fouten die wijzen op totale onkunde’. Ik noem het censuur die wijst op tunnelvisie geleidt door een geloofsovertuiging”

    Deze nogal boude beschuldiging van censuur wordt door Heerema niet aangetoond. Kan ook niet, daar dit natuurlijk niet gebeurt. Heerema lijkt niet te begrijpen dat wetenschappers niets mooiers zouden vinden dan de evolutietheorie omver te werpen, en te vervangen door iets nieuws, met vele prijzen en roem tot gevolg. Niets spannender dan een paradigmashift.
    Maar dan moet daar wel bewijs voor gevonden worden, en dat is er uiteraard (op dit moment) niet.

    En uiteraard is de evolutietheorie géén geloofsovertuiging. Iemand die zoiets opschrijft heeft werkelijk NIETS van wetenschap begrepen.

    Verderop, tegen het einde, lees ik nog:
    ” Daarnaast zijn Leons antwoorden te vaak ongefundeerd en ondermaats. ”

    Daar kan ik me totaal niet in vinden, naast dat hier zou moeten staan dat Heerema vind dat dit zo zou zijn (hij probeert het hier als feit te presenteren). Leon fundeert juist wél alles, met referenties etc. etc.

  11. Nog meer:

    “Punt 2: een 1 km dikke laag zout vereist een in te dampen zeewaterniveau van 67 km
    Leon legt uit dat, voor zover hij weet, het indampingsmodel door alle in leven zijnde geologen wordt aangehangen. Dat is onjuist geformuleerd, want hij weet best dat sommige geologen afstand nemen van het indampingsmodel. Bijvoorbeeld geoloog dr. Tasman Walker. ”

    Wetenschappers doen niet aan het aanhangen van theorieen: die worden getest. Nog een indicatie dat Heerema het wetenschapsbedrijf niet lijkt te kennen …

    Over Tasman Walker is nog wel wat te lezen:
    http://www.noanswersingenesis.org.au/CMI_walker_thesis2.htm

    Wil de echte Tasman Walker opstaan ?

  12. Stef,

    Om met het laatste te beginnen: als ik jou gekwetst heb met een term als “onbenul” vind ik dat vervelend. Ikzelf ben een onbenul op het gebied van vliegtuigbouw. Indien men inziet dat men een grote vergissing begaan heb kan “men zich voor zijn kop slaan”. Ik vergis mij regelmatig. Jij wenst zo geen vervolg te geven aan deze discussie welnu, ik hou op met mijn privé-cursus geologie aan jou, je doet er toch niks mee, maar aangezien ik besef dat er mogelijk meelezers zijn, het volgende:

    1. Ik zeg niet dat er “geen tijd was” maar geen “tijdlijn”, hoe kunnen wij immers begrijpen dat het al drie keer avond en ochtend werd zonder dat er een zon was die op en onder ging. Nergens zeg ik zoiets als dat “Noachs vloed een geloofsovertuiging is die niet in de wetenschap een plaats behoort te hebben”. Nergens zeg ik “dat het christendom zich moet beperken tot het bekendmaken van Christus”, maar volgens mij moet een kerk geen wetenschap verkondigen of zich op wetenschap baseren. De website waarop Stef publiceert een geloofsbelijdenis die deels gebaseerd is op “wetenschap”.
    2. Tasman Walker is geen geoloog maar mijningenieur. Ik ga niet weer het hele indampingsmodel bespreken. Het feit dat er in de Middellandse zeewater met een extra hoog zout gehalte het bekken uitstroomt betekent niet dat al het water met een extra hoog zout gehalte er uitstroomt en het is dan ook een feit, dat Stef negeert, dat de Middellandse zee veel zouter is dan bijvoorbeeld de Baltische zee waar het tegenovergestelde gebeurt.
    3. Voor die zandbanken verwees Stef naar een artikel van meer dan een eeuw oud. Indien iemand die geen vliegtuigbouwkunde gestudeerd heeft de hele aerodynamica verwerpt omdat de gebroeders Wright destijds een berekeningsfout maakten is hij een onbenul en dient hij zich voor zijn kop te slaan. Stef negeert mijn voorbeeld van door kalk verstopte douchekranen
    4. Ik heb Stef een voorbeeld gegeven van fossiele vissen in zoutformaties, die inderdaad zeldzaam zijn en ik heb ook uitgelegd waarom die zeldzaam zouden moeten zijn
    5. Zechstein is Phanerozoicum, pollen zijn er al vanaf het Ordovicium
    6. Kruip van metalen en gesteente wordt beiden gecontroleerd door inter- en intracrystellijne diffusieprocessen die druk-onafhankelijk zijn. Zie: http://www.sterrenstof.info/over-plastische-gesteente-deformatie-evolutie-en-god/ Zoutvloei over het aardoppervlak wordt, net als bij ijs-gletsjers, veroorzaakt door de zwaartekracht die voor de hoofdspanning zorgt.
    7. Carbonatite is geen haliet en geen anhydriet
    8. Zout in een vulkanische scheur betekent niet automatisch dat dat zout uit die scheur komt. Er is geen zee van 335 km diep ingedampt maar een hoeveelheid water dat daarmee overeenkomt.
    9. “Ol Doinyo Lengai is een modern voorbeeld van een zoutvulkaan”, niet van haliet of anhydriet.
    10. Er wordt overvloedig steenkool gevonden in gebieden waar noch zout, noch vulkanisch activiteit is geweest. Nergens heb ik geprobeerd om de vulkanische oorsprong van zout te ontkrachten omdat er steenkool zonder zout is, ik heb het argument van Stef dat steenkool gevormd is door de vulkanische oorsprong van zout daarmee ontkracht.
    11. In het model van Stef stromen eerst verschillende keren lagen van ionic liquid (van 800°C) onder water over honderden kilometers, tussentijds onderbroken door afzettingen van zeer regelmatig sedimenten met netjes gesorteerde fossielen totdat dat nog steeds vloeibare zout ineens onderzeese kilometers hoge pilaren gaat vormen die in de zondvloed netjes rechtop blijven staan. Oordeelt u zelf. Verder heeft Stef mijn artikel over William Smith mogelijk niet goed gelezen, ik nodig u uit om dat wel te doen : http://www.sterrenstof.info/william-smith-aardlagen-en-evolutie/
    12. Er zijn vele andere processen waardoor ertsen zich kunnen vormen dan die de Nederlandse Wikipedia aangeeft, bijvoorbeeld diagenese, kijkt u eens bijvoorbeeld naar de Engelse uitgave, één muisklikje verder http://en.wikipedia.org/wiki/Ore_genesis Hydrothermische processen betekenen nog niet automatisch vulkanisme. Nergens heb ik gezegd dat Zechstein niet rood is, de Kupferschiefer is niet rood (hij is grijs/zwart) én niet gemetamorfoseerd. Stef schrijft “Het is dus logisch dat aardwetenschappers voor het ontstaan van het Kupferschiefer naarstig op zoek zijn naar een afwijkende verklaring”. Alsof al die wetenschappers aan voelden komen dat Stef met zijn theorie zou komen?
    13. De ionic liquid van Stef was steeds (herhaaldelijk) een tiental meters dik.
    14. Stef wijst een paar breuken aan
    15. Water insluitsels in zout: http://link.springer.com/article/10.1007%2FBF03228056#page-1
    16. Zout rekrystalliseert
    17. Peer-review: Minerals do not evaporate from seawater, they precipitate. One of the substances listed as an evaporite mineral is magnesium chloride (MgCl2). Magnesium chloride does not exist as MgCl2 in evaporites, though its hydrated form (bischofite, MgCl2•6H2O) does occur. Evaporation leading to evaporite mineral formation is not greatest at the equator, but in the desert belts 10° to 40° north and south of the equator. Heerema does not properly distinguish between a magma, which would be within the crust, and a lava, which is extruded onto the surface. For example, he states that “a salt magma will flood into the lowest areas.” For this reason, the first time through the article I was not sure whether he was proposing instrusion of salt magma—a salt batholith—or salt lava flows, especially since in one place he refers to layered igneous intrusions.There are two references to silica magma when he meant silicate magma. A silica magma implies molten SiO2 (a magma that does not exist in nature), whereas a silicate magma contains many ions (iron, magnesium, calcium, potassium, sodium, aluminum, and many others) and dissolved gases in a silicate ion (SiO44-) melt. Banale fouten.
    18. Dat wordt zo te technisch.
    19. Ik zei niet dat ik mij “niet voorstellen dat er pure lagen ontstaan”, ik zei “Kristallen van haliet, vermengd met kristallen van anhydriet. Geen kristallen van haliet gemengd met anhydriet, dat is iets anders”
    20. Aanvankelijk had Stef het over pijlers van zuiver zout (Haliet) met een dichtheid van 2160 kg/m3, overdekt met sedimenten die niet veel meer konden wegen dan dan 1800 kg/m3, dat waren de gegevens waar hij zijn theorie op baseerde. Stef zegt nu “Mijn onderzoek heb ik juni 2014 afgerond en dat onderzoek toont onverbiddelijk aan dat zoutlagen zwaarder zijn dan de erop liggende sedimentaire gesteenten” In dat onderzoek concludeert Stef echter “Het uitgangspunt dat onder 500 meter diepte door compactie de sedimentaire gesteenten een hogere dichtheid verkrijgen dan rocksalt is onjuist. Dit omslagpunt ligt gemiddeld rond de 2400 meter”. De sedimenten worden dus wél zwaarder. In zijn video zegt Stef dat zand maximaal 2000 kg/m3 kan wegen, in zijn onderzoek publiceert hij sedimenten met dichtheden die oplopen tot 2500 kg/m3! Bij een plaatje van een vrijhangende zoutpijler, ingepakt in sedimenten bekritiseert hij de interpretaties van deskundigen. Hoe komt het dat al die ingenieurs en geofysici zich zo vergissen? Die lui zijn volgens mij gewoon op zoek naar olie en gas. Maar Stef weet het : “Deze bewering is in diverse publicaties terechtgekomen en is algemeen aanvaard. De peer reviewers en/of editors zijn nooit gestruikeld over het ontbreken van een feitelijke onderbouwing voor deze stelling. Kennelijk is het ook bij hen een geloofskwestie”.

  13. Gerdien,

    Volgens Stef is de Dode Zee een zoutvulkaan. Het “Dead Sea Deep Drilling Project” heeft pebbles in die zoutlagen gevonden. Ik ben benieuwd hoe onze Stef dit in zijn model weet te passen.

  14. Ik heb de bijdrage van Stef Heerema op http://wetenschep.nl/ongezouten-kritiek/ gevolgd. Zijn antwoorden hebben vaak een karakter van ‘lange halen, snel thuis’. Hij redeneert uiterst simplistisch, zich meer dan eens bedienend van stromannen.
    Hij schijnt ook lezingen te hebben gegeven en contacten te hebben met specialisten, maar erg concreet wordt hij daarover niet.

  15. Hallo Ed,

    Stef vergelijkt het eroderend vermogen van de Niagara met de Straat van Gibraltar zonder rekening te houden met het verschil van de doorlaat: ongeveer 200 x 4,5m voor de Niagara tegenover ongeveer 15.000 x 400m voor de straat van Gibraltar, een verhouding 1 op 6700. Waarbij we uiteraard rekening moeten houden met het feit dat er thans véél meer (20 keer) water in stroomt maar dat er tegelijkertijd ook véél meer (20 keer) uit stroomt http://onlinelibrary.wiley.com/doi/10.1029/2010JC006302/abstract. Enfin het kan er thans allemaal gemakkelijk door.

    Interessant is daarbij dat de erosie, op het moment dat de evaporieten onstonden en de straat van Gibraltar inderdaad een super Niagara was, inderdaad mogelijk een belangrijke rol speeldde bij de “regulatie” van de toevoer van zeewater http://www.nature.com/nature/journal/v480/n7377/full/nature10651.html

  16. Beste Leon,

    Het valt me gewoon op dat Stef regelmatig appels en peren vergelijkt. Ik heb hem op wetenschep te kennen gegeven dat hij eigenlijk nooit met echte getallen komt. Verder censureert hij of doen andere leden van de redactie dat. Je link over de Messinian salinity crisis had ik hem ook al laten zien in antwoord op zijn stelling dat er een ‘minutieus georkestreerd’ evenwicht tussen erosie en tektonische bewegingen nodig was, wat ook alweer zo’n vage kreet is. Resultaat: de bijdrage werd verwijderd van wetenschep. Hij zou volgens Stef niets bijdragen.

  17. Hallo Ed,

    Ja, Stef gaat creatief om met gegevens en niet alleen met gegevens maar ook met uitspraken van anderen. Iemand heeft eens tegen hem gezegd dat de overburden inderdaad een probleem is en hij concludeert daar uit dat dat een probleem van dichtheid zou zijn. Terwijl ik zo één, twee andere problemen kan bedenken.

    En mijn laatste post werd ook gecensureerd terwijl ik daarin nog eens duidelijk uitlegde dat ik nergens iets gezegd heb in de trant van dat God de tijd niet geschapen zou hebben of dat de zondvloed niet in een wetenschappelijk debat een plaats behoort te hebben. En ja, dat ik het niet zo netjes vind om mij die uitspraken in de mond te leggen.

    Enfin, ik ga dat debat niet hier verder uitvechten.

  18. Hallo Ed,

    De vraag is of het roddel is of dat het waar is wat ze schrijven. Als het waar is vind ik het persoonlijk niet erg slim van dhr. van den Berg.

  19. Leon heeft een avatar gebruikt. Uiteraard sprong wetenschep daar graag bovenop. Gevoegd bij hun gewoonte om onwelgevallige antwoorden te censureren kunnen we stellen dat het een propagandasite is waarvan de beheerders geen fatsoensregels kennen.

  20. Ik keek even op die site. Aandacht werd besteed aan de recente foto’s van Pluto en Charon.
    Het commentaar van Todd Wood:

    Now I’m not a planetary scientist and therefore cannot speak with much authority, but one thing I kept wondering about was how clean the surfaces of both Pluto and Charon appeared. I expected something more akin to the surface of the moon or Mercury, pockmarked with craters, but that’s not what we got. Instead, these bodies appeared to be “active,” in other words, their surfaces appear to be quite “young.” I’ll just leave you to draw your own conclusions.

    Het niveau van creation science is toch zelden meer dan retoriek.
    Ik ben benieuwd of de dagvoorzitter rondloopt met een narrenmuts vol belletjes.

  21. Ed

    Als ik alleen af ga op het citaat dat jij hier geplaatst heb , wat is er dan mis met de conclusie?
    Pluto is klein 2300 km doorsnede veel kleiner dan de maan. Toch is er blijkbaar activiteit in de dwerg planeet zonder dat er sprake is van getijdenwerking zoals bij manen van Jupiter en Saturnus
    Dat is toch redelijk opmerkelijk?

  22. “Het prettige is dat astronomen van Todd Wood hun eigen conclusie mogen trekken.”

    Ik denk dat astronomen dat sowieso wel doen 🙂

  23. Eelco

    Wat zou volgens jou de reden zijn dat zo een relatief klein object dat vrijwel geen zonlicht krijgt en vermoedelijk geen last heeft van getijden werking nog steeds of in ieder geval recent seismische activteit (heeft) vertoond?

  24. Vrijwel geen zonlicht: dat valt wel mee. Het is er zo helder als ongeveer 100x de volle maan op aarde. En Charon doet natuurlijk wel wat met Pluto (al zal het niet veel zijn).

    Interessant is het natuurlijk wel dat het oppervlak (dus niet gelijk de hele (dwerg)planeet !) relatief jong is.

  25. Eelco

    Afstand tot de zon is pakweg 40 AE dus de ontvangen energie is 1/1600 . Lastig om dan nog een beetje warm te blijven. 🙂
    Ik ben erg benieuwd naar er nog verder uit komt

  26. Warm is natuurlijk een relatief begrijp: niet teveel vanuit menselijk maatstaven denken 🙂

  27. Voor degenen die deze discussie gevolgd hebben én iets willen leren over geologie, hierbij mijn nadere uitleg aangaande evaporieten. Diverse punten die Stef in zijn laatste artikel op wetenschep heeft aangehaald komen daarbij aan bod. Maar eerst wil ik even reageren op wat hij zegt over wat ik gezegd zou hebben over “bijbelse tijdlijn”. Welnu ik denk dat de eerste hoofdstukken van Genesis een “theologische” volgorde aangeven: planten groeien niet omdat er een zon is (die pas later komt) maar omdat God dat zo besloten heeft, de mens is de kroon op zijn werk maar de mens is pas compleet als hij tijd inruimt voor God.

    Het is redelijk om over “evaporieten” te spreken hoewel dat in feite een interpretatie is maar aangezien het contact tussen de zoutlagen en de onderliggende lagen sedimentair is en niet metamorf, zijn het dus evaporieten. Op sommige plaatsen worden in de onderliggende lagen (bijvoorbeeld op sommige plaatsen in de Kupferschiefer) ertsen gevonden, dat komt door diagnetische processenen en dat hoeft absoluut niets te maken te hebben met “vulkanisme”. Ertsen ontstaan uit hydrothermische waterstromen die grote hoeveelheden opgeloste metalen bevatten. Die hydrothermische waterstromen kunnen op verschillende manieren veroorzaakt worden bijvoorbeeld door allerlei geochemische processen in de aardbodem, dat kan magma zijn maar dat hoeft niet. En magma is nog geen vulkanisme en er ontstaan ook ertsen, zoals het meeste ijzererts, uitsluitend door in- en uitloging. https://nl.wikipedia.org/wiki/Erts_(mineraal). Dat “Deze stromen veroorzaakt worden door vulkanisme” voegt Stef er aan toe.

    Algemeen wordt aangenomen dat grote en zeer dikke (kilometers) evaporietpakketten zoals de zouten in het Zechstein-bekken en in en rond de Middellandse ontstaan zijn gedurende zeer warme periodes in zeer grote bekkens (duizenden bij duizenden kilometers) die een drempel verbinding hadden met de oceaan. Bekkens die dankzij die drempels min of meer continu een aanvoer hebben van (zout) zeewater dat continu verdampt in het bekken en dat maakt het tot een zoutmachine. Eerst Gips op de warmste, ondiepe gedeeltes en daarna op andere plaatsen, nadat het Gips er uit is, slaat Haliet neer. Binnen een dergelijke gigantisch bekken treden uiteraard allerlei variaties op: kleine binnenzeetjes, moerassen,lokale erosie, zoutwoestijnen. Bij de drempel én via de rivieren komen er allerlei vissen en eventueel nog wat sediment binnen maar ver komen die (meestal) niet in die pekelzee, vergelijk het met de Dode Zee: geen vissen, geen schelpen, geen vogels, geen leven. Maar met de wind komen pollen binnen die we netjes georganiseerd terugvinden in het Zechstein: https://gq.pgi.gov.pl/article/viewFile/8332/pdf_427 en die daar dus niet via mijnschachten binnengekomen zijn want dan waren ze niet netjes georganiseerd.

    In de meeste modellen is er weinig of geen zoetwater-aanvoer via rivieren dus ook weinig sediment-aanvoer. Een pekel-zee die bovendien af en toe, plaatselijk of niet, droogvalt zodat zelfs Magnesiumcloride gaat neerslaan, daarna blijft er een zout-woestijn over. Nieuwe toevoer van pekelwater dat over de bodem bestaande Magnesiumchloride aanstroomt kan dan weer Haliet aanleveren, een nieuwe periode van droogte zorgt ervoor dat alles weer volledig dehydrateerd. Zo krijg je lagen van Magnesiumchloride tussen Haliet.

    De toevoer van zout zeewater via de drempel kan makkelijk steeds varieren, van een heleboel tot nul door een heleboel factoren: variaties in de zeespiegel https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/4/44/Phanerozoic_Sea_Level.png, tectonische bewegingen https://www.youtube.com/watch?v=1QVpeAm7tIU
    kalkafzettingen in hard stromend water zoals travertijn
    http://michelesworld.net/dmm/waterfal/States/New%20Mexico/soda2.jpg
    (voor zij die wonen in een gebied met hard water en steeds last van verstopte kranen hebben een bekende zaak).

    Voor het verkrijgen van kilometers dikke haliet is vereist dat die omstandigheden gedurende een zekere tijd ongeveer constant blijven en dat kan ondermeer doordat de erosie van de drempel een regulerende factor speelt, het idee is even simpel als vanzelfsprekend: hoe kleiner het gat, hoe harder de stroming, hoe meer erosie hoe groter het gat: http://www.nature.com/nature/journal/v480/n7377/full/nature10651.html

    In het geval van de Middellandse zee stroomt het zeewater thans gemakkelijk door de Straat van Gibraltar die héél diep (380 meter) en breed (15 km) is, dat was tijdens de vorming van de zouten dus anders en we zien nog de sporen van canyons: https://geosciences.univ-rennes1.fr/IMG/pdf/Loget_VDD_2006.pdf De puinwaaiers, afkomstig van het erosiemateriaal zijn thans van boven niet zichtbaar omdat zij overdekt worden door 500-1000 meter sediment dat sindsdien gevormd is en de DSDP-gegevens zijn te schaars om die terug te vinden in de stratigrafie http://www.deepseadrilling.org/42_1/volume/dsdp42pt1_55.pdf

    Overigens is het een misvatting om te denken dat wat “evaporieten” genoemd wordt altijd uit zuiver zout bestaat. Ook gewone sedimenten die wat evaporitisch zout bevatten worden “evaporieten” genoemd. Maar alleen lagen met heel veel haliet vertonen halokinese (o.a. diapieren).

    Halokinese ontstaat als het bovenliggend gesteente zwaarder is dan Haliet en dat kan gemakkelijk want Haliet is licht (2,14) (dat blijkt ook Stefs eigen onderzoek) en bovendien is Haliet relatief zeer plastisch.

    Ik denk dat het hier de moeite waard is om even bij stil te staan bij plastische vervorming van gesteente. Plastisch gedrag of kruip wordt mogelijk als de temperatuur de waarde bereikt van ongeveer 40% (°K)of meer van de smeltemperatuur, een temperatuur die bij Haliet (800°C) relatief snel bereikt wordt, in tegenstelling tot de smelttemperatuur van bijvoorbeeld kalk (calciet) (1339°C), kwarts (1670°C), of kleimineralen (1000 tot 1500°C). Dit contrast tussen plastisch gedrag van zout en bros bedrag van de overburden maakt modelberekeningen lastig, te meer omdat de overburden sterk gelaagd is. Het fenomeen van kristal-plastisch gedrag is al lang bekend uit de metaal en vliegtuigindustrie (!) waar het een rol speelt bij turbines en raketmotoren http://ocw.utm.my/file.php/160/edited_creep_part_1.pdf In feite is het plastisch gedrag van gesteente (en zout) direct vergelijkbaar met dat van metaal. Het wordt veroorzaakt door diffusie van atomen in de kristal structuur. Hier een voorbeeld van plastische vevorming van Haliet bij 85°C: https://www.youtube.com/watch?v=PoMZaBR-_x4

    Thans zijn er geen voorbeelden aan te wijzen van dergelijke zout bekkens maar dat geldt ook voor onderzeese vloeibare zoutpijlers van drie kilometer hoog. We dienen ons te beseffen dat evaporieten weliswaar op vele plaatsen in aardbodem (meestal niet op de aardbodem) gevonden worden maar dat verondersteld wordt wat zij steeds in een relatief zéér kort tijdsbestek gevormd zijn. Wat dat “niet op de aardbodem” betreft, het is een misverstand van Stef om te denken dat de bodem van de Middellandse zee uit zout bestaat: het zout zit in de bodem, overdekt door 500 tot 1000 meter dik sediment en kan dus thans ook moeilijk oplossen. Kijk daarvoor naar een paar figuren (3 en 6) in http://eesc.ldeo.columbia.edu/courses/w4937/Readings/Ryan_Messinian_Stratigraphy_2008.pdf

    Omdat zout gekristalliseerd is tijdens de afzetting is het ook mogelijk om er radiometrische methodes op los te laten, daarover vinden jullie iets in het aardige proefschrift van Robin Topper, hoofdstuk 3 (open acces version): http://dspace.library.uu.nl/handle/1874/284364

  28. En over evaporieten, catastrophes en zondvloed nog dit: de meest wetenschappers zijn het er over eens dat op het einde van deze Middelbare Zee-zoutcrisis het bekken zich werkelijk op een catastrophische wijze vulde (de Zanclean flood): http://www.nature.com/nature/journal/v462/n7274/full/nature08555.html en http://www.lmd.jussieu.fr/~fcodron/COURS/papiers/Garcia-Castellanos%20-%20Nature%202009.pdf toen er nog geen mensen waren. Iets dergelijks heeft zich mogelijk 10 000 jaar geleden ook in de Zwarte Zee afgespeeld (hier een speculatief filmpje: https://www.youtube.com/watch?v=0xQeEgPhSfI ). Het laat zien dat we best op een wetenschappelijke manier over de Zondvloed kunnen spreken.

  29. Op de HOVO cursus “Geologie van het Middellandse Zeegebied” van dit voorjaar kwam ook het uitdrogen en weer opvullen van de Middellandse Zee aan de orde. Dat deel werd toen gegeven door Paul Meijer van de UU, totaal 4 uur. Met diagramme wat eerst neerslaat, gips of haliet. Ik vond de aanwezigheid van ‘sapropelen’ in nette volgorde in overeenkomst met de Milankovitch cycli bijzonder interessant. Ik vraag me af of Heerema daar ooit van gehoord heeft.

  30. Gerdien,

    Stef verwijst naar een rapport uit 1958 (!) en leest dat niet goed: als een onderzoeker schrijft dat zout 100% plastische deformatie ondergaat bij meer dan 300 kg/cm2 verschilspanning onder kamertemperatuur betekent dat niet dat het niet deformeert bij een lagere verschilspanning.

    Bij lagere differential stress defomeert zout ook, alleen langzamer, dat is nu net het hele eieren eten bij kruip. Ingenieurs zien dat zo: https://www.engineersedge.com/material_science/creep.htm of zo
    https://en.wikipedia.org/wiki/Creep_(deformation) . Ik had gedacht dat ze daar bij vliegtuigbouw wat van meekregen, maar dat valt kennelijk wat tegen.

    Dat het een oud rapport is waar Stef naar verwijst blijkt onder meer uit het feit dat ze niet vermelden hoe snel het zout deformeert. Voor de meelezers, hier wat “populair” wetenschappelijks over zout (vanaf pagin 114) : http://www.falw.vu/~balr/pubs/zoutspecial.pdf

    Stef blijft voor de dichtheid van steenzout naar een simplistisch handboekje verwijzen, nadat hij eerder zelf in de mijnen geconstateerd heeft dat die koepels uit zuiver Haliet bestaan (2,14). Zo een handboekje geeft gewoon wat waardes aan waar je op de eerste plaats aan kan denken… Waardes voor “steenzout” wat een algemene term is.

    Hierbij wat gegevens over dichtheden van overburden en zout:

    http://www.eos.ubc.ca/ubcgif/iag/foundations/properties/density_files/density-graph.gif

    http://www.ucl.ac.uk/EarthSci/people/lidunka/GEOL2014/Geophysics4%20-%20Seismic%20waves/SEISMOLOGY%20_files/image015.jpg

    http://www.eos.ubc.ca/ubcgif/iag/foundations/properties/density_files/densities.gif

    http://image.slidesharecdn.com/random-140625015215-phpapp01/95/geophysics-gravimetery-method-42-638.jpg?cb=1403661370

    http://www.nature.com/ngeo/journal/v4/n9/images/ngeo1214-f2.jpg

  31. Het enige wat ik gratis kan lezen is:

    “Stef Heerema, zelfstandig mijnbouwexpert, veegt in het laatste nummer van vakblad Grondboor en Hamer van de Nederlandse Geologische Vereniging de vloer aan met de gangbare ideeën over het ontstaan van het zout in de ondergrond.”

    Even opgezocht wat dat tijdschrift dan wel is, en dan lees ik op http://www.geologienederland.nl/files/G&H/Richtlijnen.htm , als eerste richtlijn:
    “1. Grondboor & Hamer is geen wetenschappelijk tijdschrift, maar een blad voor geologisch geïnteresseerden.”

    Geen ‘vakblad’ dus, maar een verenigingsblad.

    En als Bart van den Dikkenberg schrijft over de vloer aanvegen dan zal dat allemaal wel erg tegenvallen, gezien eerdere uitspraken van de man.

  32. @Eelco

    http://www.geloofenwetenschap.nl/index.php/nieuws/item/621-zout-naar-amerika/621-zout-naar-amerika.html

    GERT-JAN
    17072015
    14.47
    bladzijde 1

    Dat van dat huiswerk bedoelde ik niet denigrerend of zo, ik wilde daarmee aangeven dat je goed op de hoogte bent van het reguliere model. Alleen zitten er dus een hele hoop haken en ogen aan dat model.

    Dit is het werk van Stef Heerema, ik mag namens hem dit in de VS gaan presenteren. En het is zeker niet preken voor eigen parochie, weinig creationisten zijn bekend met dit vulkanische model of met de manko’s van het indampings- en hydrothermische model.

    Stef heeft dit al hier in Nederland voor geologen van TNO gepresenteerd, en er ligt een artikel klaar voor een seculier geologietijdschrift.

  33. Steenzout (is haliet is NaCl dat 2300 – 2400 kg/m3 zou wegen in plaats van 2140 kg/m3 volgens elke ander bron, behalve misschien dan die van een amateuristisch zakboekje), onderzeese horizontale uitvloeiingen van zout, zout dat op het moment dat de waterdruk enorm toeneemt door de zondvloed onderzeese vloeibare zout-pilaren gaat vormen door het koken van water terwijl iedereen weet dat toenemende druk het koken juist vermindert of doet ophouden, onderzeese vloeibare zoutplaren die niet meegesleurd worden in de vloed maar kaarsrecht overeind blijven staan en daarna wegzakken in de intussen door de vloed aangevoerde sedimenten terwijl iedereen ziet dat die zoutplaren een beweging gemaakt hebben door die sedimenten van onder naar boven …

    En dat is Gert-Jan gaan verdedigen?

  34. Er bestaan opmerkelijke verschillen tussen het artikel van Stef Heereman in het oktober 2015 nummer van Grondboor & Hamer en het interview met Stef Heerema over dit artikel in het Reformatorisch Dagblad van 22 oktober 2015. Het artikel bestaat voornamelijk uit tabellen: van de dichtheid van steenzout in zijn verschillende vormen en van de dichtheid van de bovenliggende lagen, en van de zouten die in steenzout voorkomen bij hoge temperatuur. Daaruit trekt Heerema de conclusie dat steenzout niet het gevolg is van indamping maar van bij hoge temperatuur uitgevloeide zouten. Daarna staat er Tot Slot: “Uiteraard vereist een dergelijk scenario een totale ommekeer in het geologisch denken. In plaats van steenzout te duiden als een indampingsgesteente, onderworpen aan langzame processen, wordt nu een vulkanisch ontstaan voorgesteld. Aangezien een catastrofaal ontstaan meer verklarend is voor zoutdiapirisme is dit zeker het overwegen waard”. De redactie van Grondboor & Hamer zal aan vulkanisme gedacht hebben, maar zeker niet aan de zondvloed.
    Het interview met het Reformatorisch Dagblad staat dat “Heerema betoogt in zijn artikel dat Nederlandse steenzoutlagen wel degelijk snel zijn ontstaan door een wereldwijde catastrofe”. Vulkanisme staat in het artikel, maar nergens staat “snel ontstaan door wereldwijde catastrofe”. Nergens staat in het artikel “Het vloeibare zout uit de aardmantel is in korte tijd wereldwijd in diepe bassins gestroomd. Vervolgens is het snel afgedekt met kilometersdikke lagen sediment.”, zoals het interview beweert. In het artikel wordt naar de geologische tijdperken Perm, Trias, Jura, Krijt en hun 3 km dikke lagen op standaardmanier verwezen. In het interview staat: “Geologische perioden van honderden miljoenen jaren schrompelen door mijn onderzoek ineen tot praktisch één moment. Het perm, trias, jura, krijt en tertiair blijken nu te zijn gevormd tijdens één wereldwijde catastrofe.” Dit blijkt op geen enkele manier uit het artikel in Grondboor & Hamer.
    Er is sprake van tweezijdige misleiding. Ten eerste misleiding van de lezers en redactie van Grondboor & Hamer, die op geen enkele manier kunnen bevroeden dat het om een argumentatie ten gunste van een zondvloed als geologische gebeurtenis in een jonge-aarde-creationistisch scenario gaat. Ten tweede misleiding van de lezers van het Reformatorisch Dagblad, die de indruk voorgeschoteld krijgen dat er een stuk met een duidelijke jonge-aarde-creationistische boodschap in een ‘seculier wetenschappelijk tijdschrift’ gepubliceerd is, en dat jonge-aarde-creationisme ‘dus’ geldige wetenschappelijke papieren heeft.
    Er is geen sprake van dat “Stef Heerema veegt in het laatste nummer van vakblad Grondboor en Hamer van de Nederlandse Geologische Vereniging de vloer aan met de gangbare ideeën over het ontstaan van het zout in de ondergrond.” Op zijn hoogst laten zijn tabellen zien dat de gegevens over de dichtheden in de ondergrond onvolledig zijn. De insinuatie in het Reformatorisch Dagblad dat er aan de fundamenten van de wetenschappelijke geologie getornd wordt is volledig zonder grond.

  35. Ik heb inmiddels het artikel in “Grondboor en Hamer” én het interview in het Refdag onder ogen gekregen.

    In G&H, een niet-gepeer-reviewed blad van en voor amateur geologen (alleen de webmaster heeft een geologische opleiding en carrière) presenteert Stef door hem via het internet op Dinoloket.nl verzamelde dichtheidgegevens van Carbonaat en Anhydriet laagpakketen en trekt daaruit de conclusie dat Steenzout een dichtheid heeft van 2350 kg/m3. Steenzout is echter, in weerwil van wat Stef schrijft, niets anders dan een ander naam voor Haliet of natriumchloride of keukenzout, https://nl.wikipedia.org/wiki/Haliet , Carbonaat en Anhydriet zijn andere zouten en diapieren bestaan uit Steenzout (natriumchloride) zoals Stef weet :https://www.youtube.com/watch?feature=player_detailpage&v=gBnwGOmJ2rY#t=2606 op 8:26 en dat weegt volgens alle bronnen (behalve dan volgens het door hem gehanteerd zakboekje) tussen de 2140 en 2170 kg/m3.

    Twee muisklikjes zijn voldoende …

    De conclusie in het Refdag is onverbiddelijk, ik citeer de mijnbouwexpert heeft de vakwereld met een levensgroot probleem opgezadeld. „Geologische perioden van honderden miljoenen jaren schrompelen door mijn onderzoek ineen tot praktisch één moment. Het perm, trias, jura, krijt en tertiair blijken nu te zijn gevormd tijdens één wereldwijde catastrofe.” .

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.